Waarderingsgrondslagen balans

Algemeen
De jaarrekening is opgesteld met inachtneming van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) en de Financiële Verordening ex artikel 212 Gemeentewet. Door de gemeenteraad zijn op 13 februari 2020 de uitgangspunten voor het financiële beleid, de regels voor het financiële beheer en de regels voor de inrichting van de financiële organisatie vastgesteld. (20A.00006).

Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening
Voor zover niet anders vermeld, zijn de activa en passiva gewaardeerd tegen nominale waarden. De verkrijgingprijs omvat de inkoopprijs en de bijkomende kosten. De vervaardigingprijs omvat de aanschafkosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige kosten, die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. In de vervaardigingsprijs kunnen verder worden opgenomen een redelijk deel van de indirecte kosten.
Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben, onverschillig of zij tot inkomsten of uitgaven in dat jaar hebben geleid.

Grondslagen voor waardering
Immateriële vaste activa
Dit zijn kapitaaluitgaven waar geen bezittingen tegenover staan. De waarderingsgrondslag is tegen verkrijgingprijs verminderd met de afschrijvingen en ontvangsten. Conform de BBV-voorschriften is afschrijvingsduur vijf jaar, vanaf het jaar na ingebruikname.


Materiële vaste activa
Materiële vaste activa kunnen worden ingedeeld in de categorieën investeringen met een economisch nut of investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut. Deze investeringen worden, indien het bedrag hoger is dan € 20.000 in principe lineair afgeschreven in een door de raad aan te geven tijdsduur. Bij een aantal investeringen, voornamelijk gebouwen, kan op annuïteitenbasis worden afgeschreven. Deze vaste activa worden geactiveerd voor het bedrag van de investering, reserves worden niet in mindering gebracht op het actief. Bijdragen van derden die een directe relatie met het actief en de waardering ervan hebben, mogen wel in mindering gebracht worden. Extra afschrijven voor activa met een economisch nut is uitsluitend toegestaan als sprake is van duurzame waardevermindering, of als het actief eerder buiten werking wordt gesteld.


De eerste afschrijving van een vast activum vindt plaats in het jaar volgend op het jaar waarin het activum gereed is.

De afschrijvingstermijnen zijn in het algemeen voor:

  • Gronden en terreinen: geen afschrijving
  • Woonruimten: 40 jaar
  • Bedrijfsgebouwen: 40 jaar
  • Grond-, weg en waterbouwkundige werken: 10 tot 60 jaar
  • Vervoermiddelen: 5 tot 10 jaar
  • Machines, apparaten en installaties: 5 tot 20 jaar
  • Overige materiële vaste activa: 5 jaar

Voor de specifieke afschrijvingstermijn per object wordt verwezen naar de notitie Uitwerking van de beleidsregels omtrent waarderen en afschrijven (raadsbesluit 13 februari 2020).


Financiële vaste activa
De onder financiële vaste activa opgenomen leningen verstrekt aan derden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde minus de aflossingen. De deelnemingen worden gewaardeerd tegen kostprijs. Indien deze posten duurzaam in waarde verminderen, wordt de waarde navenant aangepast.


Voorraden
De voorraden worden gewaardeerd tegen aanschafprijs. De onderhanden werken inzake grondexploitaties van het grondbedrijf worden gewaardeerd tegen kostprijs en verminderd met ontvangsten. Tussentijdse winst wordt genomen op basis van de percentage of completion-(POC-)methode.

In de balanspost onderhanden werk is onder meer het saldo van de werkelijk betaalde kosten van bouwrijp maken, grondaankopen etc. en de opbrengsten vanuit grondverkopen opgenomen; positieve of negatieve calculatieverschillen worden respectievelijk ten laste of ten gunste van het onderhanden werk gebracht. Het saldo van deze post (ook wel boekwaarde genoemd) kan zowel positief (meer uitgegeven dan ontvangen), als negatief (meer ontvangen dan uitgegeven) zijn.

Vorderingen
Vorderingen worden tegen de nominale waarde geregistreerd. Er is rekening gehouden met een eventuele oninbaarheid door middel van de onder vorderingen opgenomen post voorziening dubieuze debiteuren.


Liquide middelen
De tegoeden staan ter vrije beschikking, de liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.


Overige vorderingen en overlopende activa
Deze posten worden verantwoord tegen de nominale waarde.

Eigen vermogen
Onder het eigen vermogen zijn opgenomen de algemene vrije reserves en de bestemmingsreserves. Het eigen vermogen wordt gewaardeerd tegen de nominale waarde.


Voorzieningen
Voorzieningen worden gevormd indien er sprake is van:

  • Verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs te schatten;
  • Op de balansdatum bestaande risico’s m.b.t. bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten;
  • Kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren;
  • Bijdragen (spaarcomponent) aan toekomstige vervangingsinvesteringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing wordt geheven;
  • Middelen verkregen van derden, die specifiek besteed moeten worden, met uitzondering van de voorschotbedragen verkregen van Europese en Nederlandse overheidslichamen met een specifiek bestedingsdoel, die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren.


Voorzieningen worden gevormd tegen nominale of contante waarde van het bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies.
Het is niet toegestaan rente aan voorzieningen toe te voegen.


Voorzieningen mogen ook tegen contante waarde worden gewaardeerd. Met uitzondering van de disconteringsvoet voor grondexploitaties, kent het BBV geen voorschriften voor de bepaling van de disconteringsvoet voor voorzieningen die tegen contante waarde worden gewaardeerd. Wel wordt er voor bijvoorbeeld de pensioenvoorzieningen landelijk gebruik gemaakt van de door de DNB vastgestelde rentetermijnstructuur pensioenfondsen.


Langlopende schulden
Onder langlopende schulden worden verstaan de schulden met een oorspronkelijke looptijd van een jaar of langer. Opgenomen is het oorspronkelijk geleende bedrag minus de aflossingen. De langlopende schulden worden tegen nominale gewaardeerd.


Vlottende passiva
De vlottende passiva worden tegen de nominale waarde gewaardeerd.


Rekening van baten en lasten
In de rekening worden de baten en de lasten op dezelfde wijze gerangschikt als in de begroting.
Zowel de baten en de lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Daarbij worden de baten en de lasten van het begrotingsjaar in de rekening opgenomen, onverschillig of zij tot ontvangsten of uitgaven in dat jaar leiden hebben geleid.


Ten aanzien van de grondexploitatie geldt nog in het bijzonder:
De uitgaven voor beheer, aankopen, bouw- woonrijpmaken en bijdragen fonds Infra Structurele Werken (bovenwijkse voorzieningen), alsmede de inkomsten uit grondverkopen worden in de staat van baten en lasten opgenomen. Het saldo van deze uitgaven en inkomsten komt tot uitdrukking in de post ‘mutaties voorraden’. Met deze methodiek wordt voldaan aan de voorschriften ten aanzien van de bouwgrondexploitatie.


Enkele in de jaarrekening gehanteerde begrippen worden onderstaand nader omschreven.

Verwerking rente in de jaarrekening
De betaalde of ontvangen rente op de kapitaalverstrekking door de algemene dienst, alsmede de ontvangen rente bij grondverkopen worden in de exploitatierekening toegerekend aan de diverse complexen. Het saldo van deze rentebaten en lasten wordt via de post mutaties onderhanden werk/voorraden bijgeschreven of in mindering gebracht op de boekwaarde onderhanden werk.


Grondslagen voor resultaatbepaling
De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Onder baten worden verstaan de baten die rechtstreeks aan het jaar zijn toe te rekenen en die in het jaar als gerealiseerd kunnen worden beschouwd. Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als bate genomen op het moment van besluitvorming door de AvA (Algemene Vergadering van Aandeelhouders) van de betreffende deelneming.
De lasten worden bepaald met inachtneming van de hierboven vermelde grondslagen voor waardering en toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. Verliezen worden in aanmerking genomen in het jaar waarin deze voorzienbaar zijn. Conform het BBV worden de mutaties in reserves, zowel bij de begroting als bij de rekening, separaat verantwoord. Zowel het totaal van saldo van baten en laten als het resultaat zijn hierdoor inzichtelijk.