Paragraaf 2 Verbonden partijen

Wat is het doel van deze paragraaf?

Terug naar navigatie - Wat is het doel van deze paragraaf?

Een gemeente kan in principe zelf bepalen hoe een bepaalde taak wordt uitgevoerd. De gemeente kan er bijvoorbeeld voor kiezen de uitvoering zelf ter hand te nemen of de uitvoering te regelen (via een gemeenschappelijke regeling) met een aantal regiogemeenten gezamenlijk. Kernvragen blijven steeds of de doelstellingen van het uitvoerende orgaan nog steeds corresponderen met die van de gemeente en of de doelstellingen van de gemeente gerealiseerd worden.

Vanwege de bestuurlijke, beleidsmatige en/of financiële belangen en mogelijke risico’s is het gewenst dat in de begroting en jaarrekening aandacht wordt besteed aan rechtspersonen, waarmee de gemeente een band heeft. Deze paragraaf geeft dan ook per verbonden partij informatie over de verbonden partijen en de bestuurlijke doelstelling die via de verbonden partij wordt gerealiseerd.

Wettelijk kader en gemeentelijk beleid

Terug naar navigatie - Wettelijk kader en gemeentelijk beleid

Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) geeft als (enige) definitie: “een verbonden partij is een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft”.

 

Bestuurlijk belang is zeggenschap, hetzij op basis van vertegenwoordiging in het bestuur hetzij uit hoofde van stemrecht. Er is sprake van een verbonden partij als de wethouder, het raadslid of de ambtenaar van de gemeente namens de gemeente in het bestuur van de partij plaatsneemt, of namens de gemeente stemt. Bij alleen een benoemingsrecht of een voordrachtsrecht – de gemeente mag een bestuurder of commissaris in de organisatie benoemen of voordragen – is er strikt genomen geen sprake van een verbonden partij. Gemeenten maken vaak van een dergelijk recht gebruik om ervoor te zorgen dat er kwalitatief goede bestuurders in het bestuur van de partij terechtkomen. Ook de stichting waarin bijvoorbeeld de wethouder cultuur op persoonlijke titel als bestuurder plaatsneemt – en dus niet de gemeente vertegenwoordigt– is volgens deze definitie geen verbonden partij.

 

Een financieel belang is een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag dat niet verhaalbaar is indien de verbonden partij failliet gaat, onderscheidenlijk het bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt. Dit betekent dat wanneer een verbonden partij failliet gaat de deelnemers in deze verbonden partij, dus ook de gemeente Oudewater, voor extra kosten komen te staan. Uit bovenstaande blijkt ook dat bij leningen en garantstellingen geen sprake is van een verbonden partij: de gemeente houdt juridisch verhaal als de partij failliet gaat. Ook bij exploitatiesubsidies is er geen sprake van een verbonden partij: het gaat om overdrachten (subsidies).

 

In deze paragraaf is het begrip verbonden partijen echter wat ruimer opgevat dan in het BBV. Daarom zijn bijvoorbeeld ook de belangrijkste organisaties die geen rechtspersoonlijkheid hebben, opgenomen. Maar eveneens zijn opgenomen stichtingen waarin de gemeente een benoemingsrecht heeft en die zij ook een subsidie geeft, grote organisaties waar de gemeente of een bestuurder levert en of zich garant stelt enz. De reden voor deze “brede” invulling van de paragraaf verbonden partijen is de behoefte aan overzicht. De belangrijkste partijen aan wie de gemeente zich op een of andere manier bestuurlijk en/of financieel verbonden heeft komen nu op één plek in de begroting en rekening bij elkaar.

 

Gemeenschappelijke regelingen
In deze paragraaf is per gemeenschappelijke regeling een format ingevuld. De reden hiervoor is dat landelijk, maar ook in Oudewater, meer inzicht wordt verlangd in de verbonden partijen waardoor het inzicht en de “grip” vergroot kan worden. Ook is van een aantal grotere stichtingen waarbij de gemeente financieel is betrokken een afzonderlijke format opgenomen.

Verbonden partijen

Terug naar navigatie - Verbonden partijen

De gemeente Oudewater heeft bestuurlijke en financiële belangen in verschillende verbonden partijen. De onderstaande partijen worden per categorie toegelicht:

Gemeenschappelijke regelingen

• Veiligheidsregio Utrecht (VRU)
• Regionaal Historisch Centrum Rijnstreek en Lopikerwaard (RHC)
• Afvalverwijdering Utrecht (AVU)
• Ferm Werk
• Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst regio Utrecht (GGDrU)
• Omgevingsdienst Regio Utrecht (ODRU)

Vennootschappen en coöperaties

• Bank Nederlandse Gemeenten (BNG)
• Vitens

Stichtingen en verenigingen

• Stichting Onderwijs Primair (SOP)
• Stichting Urgentieverlening West-Utrecht
• Bezit certificaten van aandelen Stichting Administratiekantoor Dataland in de BV Dataland

Gemeenschappelijke regelingen

Veiligheidsregio Utrecht (VRU)

Terug naar navigatie - Veiligheidsregio Utrecht (VRU)
Doel

Dit betreft een verplichte gemeenschappelijke regeling vanuit de Wet Veiligheidsregio’s. Het doel van deze regeling is het door de Veiligheidsregio Utrecht realiseren van een gelijkwaardig kwaliteitsniveau van brandweerzorg, rampenbestrijding, crisisbeheersing, geneeskundige hulpverlening en openbare orde en veiligheid. Geen enkele gemeentelijke organisatie is in staat om deze taken geheel op eigen kracht te vervullen. Regionale samenwerking en bundeling van ambtelijke capaciteit is absoluut noodzakelijk.

Veiligheid houdt zich niet aan gemeentegrenzen. Bestuurlijke afspraken over prioriteiten en inzet worden op regionaal niveau gemaakt via de Veiligheidsregio Utrecht of het Regionaal College van de politie.

Bestuurlijk belang / betrokkenen De Veiligheidsregio bestaat uit een samenwerking tussen de brandweer, de politie, de Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR), de gemeenschappelijke meldkamer Utrecht (GMU) en 26 Utrechtse gemeenten.
Bestuurder vanuit onze gemeente

Lid : burgemeester drs. D.C. de Vries
Plaatsvervangend lid : wethouder drs. J.I.M Duindam

Financieel  
Bijdrage

Begroting 2020: € 590.000
Rekening 2020: € 601.036
Begroting 2021: € 603.000
Dit is inclusief de bijdrage voor de Meldkamer Ambulancezorg (MKA). 90% van het GBTP wordt verantwoord op taakveld 1.1 crisisbeheersing en voor 10% op taakveld 8.3 wonen en bouwen.

Eigen vermogen € 17.732.000
Vreemd vermogen € 47.178.000
Financiële ontwikkeling In 2020 hebben zich geen significante financiële effecten voorgedaan. De hoogte van de algemene bijdragen is bepaald volgens de criteria van het gemeentefonds.
Inhoudelijke ontwikkeling

De Veiligheidsregio Utrecht houdt zich met ingang van 2020 met onder meer de volgende werkzaamheden bezig:
• De VRU heeft de risico’s in de regio in beeld en vastgelegd in het risicoprofiel. De informatie wordt met in- en externe partners gedeeld via:

- regionaal risicoprofiel;
- provinciale risicokaart;
- brandrisicoprofiel;
- (Gemeentelijke) Integrale Veiligheidsplannen.

• De VRU adviseert het bevoegd gezag om onveilige situaties te voorkomen en/of te beperken, met betrekking tot:

- ruimtelijke ordening & externe veiligheid (incl. overstromingsrisico’s);
- bouwen;
- brandveilig gebruik van gebouwen en bouwwerken;
- milieu;
- evenementen.

• De VRU houdt risicogericht toezicht op (brand)veiligheid in bestaande bouw en bij evenementen en adviseren het bevoegd gezag over te nemen maatregelen.
• De VRU wil met stimulerende preventie de zelfredzaamheid van burgers en bedrijven vergroten.
• De VRU zorgt voor goed voorbereide en opgeleide brandweermensen die de beschikking hebben over voldoende materieel en materiaal voor de uitvoering van hun taak.
• De VRU onderhoudt een aantal specialismen waaronder waterongevallen, rietkapbrandbestrijding, natuurbrandbestrijding en technische hulpverlening.
• Op het gebied van Bevolkingszorg beheert de VRU de regionale piketten.
• De VRU zorgt er voor dat piketfunctionarissen uitgebreid opgeleid, geoefend en getraind worden . Hoe dit uitgevoerd wordt, is vastgelegd in het Beleidsplan Opleiden, Trainen en Oefenen (OTO).
• De VRU adviseert de gemeenten over de optimale inrichting van hun crisisorganisatie. Voor de lokale functionarissen verzorgt de VRU ook het totale opleiding, training en oefentraject.
• De VRU volgt met het veiligheidsinformatiecentrum (VIC) de ontwikkelingen van risico’s in onze regio, die mogelijk kunnen uitgroeien tot een ramp of crisis.
• De VRU coördineert en organiseert geneeskundige hulp aan slachtoffers bij een ramp of crisis. In de voorbereidende fase valt hieronder ook het op geneeskundig vlak adviseren bij evenementen.
• De VRU adviseert het openbaar bestuur en organisaties die een rol hebben in geneeskundige hulpverlening over te nemen maatregelen.
• De VRU organiseert crisisoefeningen met zorgverleners, brandweer, gemeenten en politie zodat de hulpverlening goed op elkaar aansluit.
• De VRU stelt de wettelijke verplichte incidentbestrijdingsplannen op of actualiseert deze.
• De VRU evalueert GRIP-incidenten conform het evaluatiebeleid van de VRU.
• De VRU beschikt over actuele aanvals- en/of bereikbaarheidskaarten voor risicovolle en kwetsbare objecten.
• De VRU draagt zorgt voor de continuïteit van de meldkamerfunctie in aanloop naar de samenvoeging, onder meer door harmonisatie van de meldkamerprocessen.
• De VRU gaat verder met het verder terugdringen van de nodeloze meldingen via de brandmeldinstallatie. De VRU zet in op een combinatie van voorlichting, toezicht & handhaving en verificatie van de melding.
• Op het gebied van organisatieontwikkeling zal de VRU zich onder andere bezig houden met het ontwikkelen van accountmanagement, harmonisatie rechtspositie en loketgericht werken.
De VRU voert een aantal taken op het gebied van onderhoud en exploitatie van de brandweerkazernes uit. De pakketten operationeel onderhoud, schoonmaak en ARBO & veiligheid neemt de gemeente af bij de VRU.

Risico's Het grootste risico betreft het voordoen van grote rampen en calamiteiten in een regio gemeente, waardoor er een financieel risico ontstaat voor het bekostigen van de bijdrage aan de gemeenschappelijke regeling VRU.

Regionaal Historisch Centrum Rijnstreek en Lopikerwaard (RHC)

Terug naar navigatie - Regionaal Historisch Centrum Rijnstreek en Lopikerwaard (RHC)

 

Doel Uitvoering Archiefwetgeving en het beheer van historische archieven en collecties en beschikbaarstelling ervan aan burgers en organisatie. Op grond van de Archiefwet-1995 moeten besturen van overheden ervoor zorg dragen dat hun archieven in goede en geordende en toegankelijke staat verkeren. Op grond van diezelfde wet dienen overheidsarchieven van 20 jaar en ouder te worden overgebracht naar het statisch archief (in Oudewater het RHC). Hierbij verandert de status van deze archieven in principe naar openbaar en zijn ze voor iedereen kosteloos te raadplegen. Ook is het RHC belast met het wettelijk toezicht op het gemeentelijk beheer van nog niet overgebrachte archieven. In het kader van de Wet revitalisering generiek toezicht is een groot deel van de inspectietaak van de provincie (toezicht op de zorg) enige jaren geleden overgedragen aan het RHC.
Bestuurlijk belang / betrokkenen Gemeenten Bodegraven-Reeuwijk, Lopik, Montfoort, Oudewater, Woerden en IJsselstein en het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden te Houten.
Bestuurder vanuit onze gemeente Lid : burgemeester drs. D.C. de Vries
Plaatsvervangend lid : wethouder drs. B.C. Lont
Financieel  
Bijdrage

Inwonerbijdrage: is gebaseerd op het inwoneraantal (salarissen en overige kantoorkosten) en beheerde aantal m archief (depotkosten).
Aantal m van Oudewater bedraagt 233 m.
Bijdrage per inwoner € 3,6079 en bijdrage per m € 27,79.

Begroting 2020: € 46.085
Rekening 2020: € 45.824
Begroting 2021: € 46.912

Eigen vermogen Nihil
Vreemd vermogen n.v.t.
Financiële ontwikkeling

In het voorjaar 2019 heeft het RHC zijn intrek genomen in de gerenoveerde en deels nieuwe huisvesting in het gemeentehuis van Woerden. Daar beschikt het RHC over een plaatsingsruimte voor ruim 7 kilometer archief. De kosten voor de deelnemers zijn i.v.m. de gerenoveerde (en grotere) huisvesting iets hoger geworden. Deelnemers met een eigen archiefbewaarplaats worden gedurende 10 jaar daarvoor gecompenseerd. De kosten hiervoor worden over de overige deelnemers verdeeld.
Vanaf 2018 wordt door het RHC de btw in rekening gebracht (ook in de bijdrage). De deelnemers kunnen deze via het btw-compensatiefonds verhalen.

Het e-depot zal pas vanaf 2022 leiden tot een verhoging van de gemeentelijke bijdrage. Dat komt omdat de startkosten gedekt kunnen worden uit het batig saldo van de jaarrekening 2019. Vanaf 2022 zie je dat er een verhoging van de deelnemersbijdrage is gepland om de gebruikskosten van het e-depot te bekostigen. Als alle deelnemers van het RHC zijn aangesloten dan zijn de kosten ongeveer € 50.000 per jaar dat naar rato wordt omgeslagen over de deelnemers. Verder wordt er voor elke terabyte (TB) boven de 3 TB een bedrag van tussen de € 1.000 en € 1.500  jaarlijks in rekening gebracht dat ook weer wordt omgeslagen over de deelnemers via een verdeelsleutel.
Het verschil tussen de begroting 2020 en de rekening 2020 wordt in het 1e kwartaal van 2021 verrekend met de deelnemersbijdrage.

Inhoudelijke ontwikkeling Vanuit de Archiefwet richt het RHC zich op het beheer van het statisch archief en de uitvoering van de inspectietaak. Het fungeert voor de gemeente als historisch informatiecentrum. De niet-wettelijke taken van het RHC werden afgebouwd.
Het vergroten van de digitale toegankelijkheid van de archieven en collecties is een belangrijk speerpunt voor de komende jaren. Het RHC pakt ook de vorming van een regionaal e-depot op. Via de RHC-website is het mogelijk om sommige archiefbescheiden digitaal te raadplegen. Archieven en bronnen die zijn ontsloten worden zo veel mogelijk op de website voor publiek beschikbaar gesteld. Natuurlijk blijft het mogelijk de studiezaal te bezoeken om onderzoek te doen of (bouw)dossiers in te zien.
De overbrengingstermijn naar het RHC staat momenteel volgens de Archiefwet op 20 jaar. Er is een traject gestart om deze termijn terug te brengen naar 10 jaar. In de eerste helft van 2019 zou er een wetsvoorstel worden gelanceerd m.b.t. openbare raadpleging. Verkorting van de overbrengingstermijn van 20 jaar naar 10 jaar zal een behoorlijke invloed hebben op de werkzaamheden bij het RHC. Deze verkorting van de overbrengingstermijn is nu (april 2021) nog niet geëffectueerd.
Risico's n.v.t.

 

Afvalverwijdering Utrecht (AVU)

Terug naar navigatie - Afvalverwijdering Utrecht (AVU)

 

Doel De AVU is een gemeenschappelijke regeling ingevolge de Wet gemeenschappelijke regelingen en is in 1984 opgericht door de Utrechtse gemeenten en de provincie Utrecht. Deze gemeenschappelijke regeling heeft als doel een efficiënte en uit oogpunt van milieuhygiëne verantwoorde wijze van overslag, transport en verwerking van huishoudelijke en andere categorieën van afvalstoffen (geen bedrijfsafval) voor de deelnemende gemeenten te organiseren.
Het betreft de afvalstromen (grof) huishoudelijk restafval, GFT-afval, oud papier, verpakkingsglas en PMD en het inzamelen van oude medicijnen en injectienaalden (i.s.m. de Apothekersvereniging AVNM).
De AVU laat jaarlijks sorteeranalyses van het aangeboden afval uitvoeren.
Bestuurlijk belang / betrokkenen 25 gemeenten binnen de provincie Utrecht.
Per 1 januari 2021 is de gemeente Vijfheerenlanden uit de AVU getreden. Deze fusiegemeente van het Utrechtse Vianen samen met een aantal Zuid-Hollandse gemeenten heeft er om praktische redenen voor gekozen de AVU te verlaten en aan te sluiten bij de gemeenschappelijke regeling Gevudo. De Zuid-Hollandse gemeenten waren hier al bij aangesloten.
Per 1 januari 2014 is de provincie uit de regeling getreden. De toezichthoudende taak op de gemeenschappelijke regeling is verschoven van het Rijk naar de provincie.
Bestuurder vanuit onze gemeente Lid : wethouder drs. B.C. Lont
Plaatsvervangend Lid : wethouder drs. W.J.P. Kok
Financieel  
Bijdrage

Begroting 2020: € 218.502
Werkelijke bijdrage 2020: € 207.712
Begroting 2021: € 352.034

Eigen vermogen Begin boekjaar: € 494.290, einde boekjaar: € 696.111
Vreemd vermogen Begin boekjaar: € 17.580.965, einde boekjaar: € 22.237.385
Financiële ontwikkeling

Ten opzichte van de in de begroting voor 2020 valt de jaarrekening 2020 € 74.456 lager uit. Dit komt doordat:


1) AVU-breed gekozen is om per 1 april 2020 aan te sluiten bij de nieuwe Ketenovereenkomst Verpakkingen 2020-2029. Hierdoor zijn de kosten voor de post-collection van PMD vanaf die datum komen te vervallen;

2) In de AVU-begroting 2020 nog geen rekening gehouden is met inkomsten voor oud papier. Als gevolg van het inzakken van de oudpapierprijs zijn de inkomsten voor oud papier gedaald.

Eind 2019 zijn de contracten voor het verwerken van restafval en gft-afval door de AVU opnieuw aanbesteed. Het gebrek aan concurrentie in de markt en onzekerheid over de afzet van deelstromen, maatregelen rond CO2-besparingen en PFAS hebben geleid tot hogere verwerkingstarieven voor deze afvalstromen vanaf 2021. Deze hogere kosten hebben geleid tot een verhoging van de Afvalstoffenheffing in 2021.

Met ingang van 2022 maakt de AVU in de begroting onderscheid in het tarief voor het verwerken van restafval en grof huisvuil. Nu is dat tarief nog een gewogen gemiddelde. Dit geeft een financieel voordeel voor de gemeente.

Inhoudelijke ontwikkeling

De AVU participeert samen met ROVA en Circulus-Berkel in CirkelWaarde. Doel van deze samenwerking is het ontwikkeling en vergaren van kennis en het vermarkten van ingezamelde afvalstoffen. Daarnaast willen deze partijen samenwerken in het voeren van een gemeenschappelijke strategie op gezamenlijk vast te stellen dossiers.

Risico's In principe kent de AVU geen risico’s. Alleen wanneer een grote contractpartner zijn verplichtingen niet na kan komen, zou een nieuwe overeenkomst meerkosten met zich mee kunnen brengen. Deze meerkosten worden dan wel weer doorberekend aan de deelnemende gemeenten.

Ferm Werk

Terug naar navigatie - Ferm Werk
Doel

Ferm Werk is de uitvoeringsorganisatie van vier gemeenten op het terrein van Participatie, Werk & Inkomen. De vier deelnemende gemeenten hebben alle taken van hun sociale diensten ondergebracht bij Ferm Werk inclusief het daarmee verbonden operationele beleid.

De dienstverlening die Ferm Werk verzorgt, betreft het uitvoeren van taken in het kader van de Participatiewet waarin zijn opgenomen de volgende voormalige wetten: Wet Werk en Bijstand, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen. Daarnaast geeft Ferm Werk uitvoering aan de Wet Sociale Werkvoorziening en het Besluit Bijstandsverlening Zelfstandigen.


Tot de taken van Ferm Werk behoort het op basis van genoemde regelgeving verstrekken van uitkeringen en overige inkomensondersteuning en het uitvoeren van in de regelgeving aangegeven activiteiten ter bevordering van participatie en re-integratie in het arbeidsproces.

Bestuurlijk belang / betrokkenen De gemeentebesturen van Oudewater, Woerden, Montfoort en Bodegraven-Reeuwijk. De deelnemende gemeenten hebben in het bestuur stemrecht naar rato van het aantal inwoners. Dit komt erop neer dat de gemeente Oudewater ongeveer 10% van de stemmen in het Algemeen Bestuur heeft. Besluiten worden genomen met 2/3 meerderheid van stemmen.
Bestuurder vanuit onze gemeente Lid : wethouder drs. J.I.M. Duindam (DB) en raadslid K. de Bruijn (AB)
Plaatsvervangend lid : wethouder drs. W.J.P. Kok en raadslid E. van Wijk
Financieel  
Bijdrage Begroting 2020: € 785.000
Rekening 2020: € 902.000
Begroting 2021: € 823.000
Eigen vermogen 01/01/2019: € 264.603
31/12/2019: € 264.603
Vreemd vermogen 01/01/2019: € 8.523.699
31/12/2019: € 8.173.092
Financiële ontwikkeling

Het is van belang onderscheid te maken tussen grote geldstroom en kleine geldstroom. De zogenoemde grote geldstroom betreft uitgaven aan uitkeringen etc. die voor een groot gedeelte worden gedekt door rijksbijdragen (het BUIG-budget). Vanuit dat budget worden ook de loonkostensubsidie voor arbeidsbeperkten en de loonkosten voor ‘nieuw beschut werk’ betaald.

De kleine geldstroom betreft organisatie- en formatiekosten van Ferm Werk. Deze kosten worden vooral gedekt door inkomsten uit de markt en gemeentelijke bijdragen.

Ten opzichte van de oorspronkelijke begroting 2020 is er sprake van een afwijking van € 117.000. Deze afwijking wordt veroorzaakt door tal van ontwikkelingen t.g.v. de coronacrisis, zoals de ontwikkeling van het uitkeringsbestand, de netto toegevoegde waarde, de definitieve vaststelling van de rijksbijdragen BUIG en SW en de uitvoering van de Tozo. Op basis van de Q3-rapportage is een begrotingswijziging opgesteld om te voorkomen dat er sprake is van een begrotingsonrechtmatigheid. De gewijzigde begroting 2020 is op 17 december 2020 door de gemeenteraad van Oudewater vastgesteld.

Voor 2021 zijn er diverse ontwikkelingen gaande waarvoor een begrotingswijziging wordt voorzien. De begrotingswijziging 2021 volgt in december 2021.

Inhoudelijke ontwikkeling

Ferm Werk bestaat sinds 1 januari 2014. Op die datum zijn de sociale diensten van vier gemeenten samengegaan met het WSW-bedrijf. Sinds de oprichting heeft Ferm Werk zich steeds meer ontwikkeld als partner binnen het sociaal domein. Naast de oorspronkelijke taken als het versterken van uitkeringen en het uitvoeren van de WSW, is Ferm Werk steeds intensiever betrokken bij activiteiten op het snijvlak van thema´s binnen het sociaal domein zoals arbeidsmatige dagbesteding.

Een steeds groter deel van de inwoners met een bijstandsuitkering heeft een moeilijk te overbruggen afstand tot betaald werk. Zij zijn moeilijk rechtstreeks te bemiddelen naar een betaalde baan. Deze ontwikkeling heeft inmiddels geleid tot het besef dat het inzetten van andere instrumenten en het ontwikkelen van daarbij passende expertise bij Ferm Werk noodzakelijk is. Daarnaast wordt steeds intensiever samengewerkt tussen Ferm Werk en de rest van het sociaal domein, waardoor de schotten tussen WMO-voorzieningen en jeugd en voorzieningen Participatiewet minder hard worden.

Ook speelt Ferm Werk een belangrijke rol in de opvang van vergunninghouders en hun integratie in de samenleving. Daarbij zijn toeleiding naar aanvullend onderwijs en toeleiding naar werk belangrijke elementen. Tegelijkertijd wordt, ook in het kader van het regionale werkbedrijf, de werkgeversdienstverlening verstrekt. Ferm Werk wordt ook door het bedrijfsleven meer en meer gezien als een partner bij het vervullen van vacatures en het beperken van de werkloosheid in de regio.

Ferm Werk bestaat sinds 1 januari 2014. Op die datum zijn de sociale diensten van vier gemeenten samengegaan met het WSW-bedrijf. Sinds de oprichting heeft Ferm Werk zich steeds meer ontwikkeld als partner binnen het sociaal domein. Naast de oorspronkelijke taken als het versterken van uitkeringen en het uitvoeren van de WSW, is Ferm Werk steeds intensiever betrokken bij activiteiten op het snijvlak van thema´s binnen het sociaal domein zoals arbeidsmatige dagbesteding.

Een steeds groter deel van de inwoners met een bijstandsuitkering heeft een moeilijk te overbruggen afstand tot betaald werk. Zij zijn moeilijk rechtstreeks te bemiddelen naar een betaalde baan. Deze ontwikkeling heeft inmiddels geleid tot het besef dat het inzetten van andere instrumenten en het ontwikkelen van daarbij passende expertise bij Ferm Werk noodzakelijk is. Daarnaast wordt steeds intensiever samengewerkt tussen Ferm Werk en de rest van het sociaal domein, waardoor de schotten tussen Wmo-voorzieningen en jeugd en voorzieningen Participatiewet minder hard worden.

Ook speelt Ferm Werk een belangrijke rol in de opvang van vergunninghouders en hun integratie in de samenleving. Daarbij zijn toeleiding naar aanvullend onderwijs en toeleiding naar werk belangrijke elementen. Tegelijkertijd wordt, ook in het kader van het regionale werkbedrijf, de werkgeversdienstverlening verstrekt. Ferm Werk wordt ook door het bedrijfsleven meer en meer gezien als een partner bij het vervullen van vacatures en het beperken van de werkloosheid in de regio.
Als gevolg van de coronamaatregelen heeft het dagelijks bestuur van Ferm Werk besloten om de fysieke dienstverlening en de begeleiding van de SW-medewerkers gedurende een korte periode te onderbreken. Dit heeft geleid tot een daling van de netto toegevoegde waarde.
In 2021 zal Ferm Werk zich richten op het ontwikkelen van een cafetariamodel aan dienstverlening. Dat betekent dat de minimale dienstverlening in beeld wordt gebracht en dat de mogelijkheden voor aanvullende dienstverlening wordt aangeboden. Voor Oudewater is het van belang dat Ferm Werk zich verder ontwikkelt tot een partner binnen het brede sociale domein en dat de relatie met en de dienstverlening aan het bedrijfsleven verder wordt verstrekt. Het gaat daarbij met name over de invulling van de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor participatie van cliënten met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Maar ook om het samen optrekken ten behoeve van een meer integrale dienstverlening aan cliënten van Ferm Werk die tevens klant zijn van andere partijen in het sociaal domein, zoals bijvoorbeeld schuldhulpverlening, jeugdzorg of justitie.

Risico's De regelingen die FermWerk uitvoert zijn openeinderegelingen. De begroting gaat uit van verwachtingen van het aantal mensen dat bijstand of inkomensondersteuning aanvraagt. En van een bepaald aantal cliënten dat gebruik gaat maken van een garantiebaan of nieuw beschut werk. Ook ten aanzien van de hoogte van de BUIG-uitkering is een inschatting gemaakt. In de werkelijkheid kan dit alles mee of tegen vallen. Het risico daarvoor berust volledig bij de deelnemende gemeenten.

Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst regio Utrecht (GGDrU)

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst regio Utrecht (GGDrU)
Doel Het in stand houden van een dienst van gemeenten ter uitvoering van de taken bij of krachtens de Wet publieke gezondheid (Wpg) opgedragen aan de colleges op het gebied van de publieke gezondheid.
Bestuurlijk belang / betrokkenen Gemeenten zijn wettelijk verplicht een gezondheidsdienst in stand te houden. Alle 26 gemeenten van de provincie Utrecht houden de dienst in stand door een gemeenschappelijke regeling.
Met ingang van 2014 is er één regeling voor zowel de stad Utrecht als de overige gemeenten. Vanaf 2014 is de naam ‘GGD regio Utrecht’ (GGDrU). De GGDrU voert ook de jeugdgezondheidszorg uit voor alle gemeenten van de provincie met uitzondering van de stad Utrecht die een eigen dienst voor JGZ heeft.
Bestuurder vanuit onze gemeente Lid : wethouder drs. W.J.P. Kok
Plaatsvervangend lid : wethouder drs. J.I.M. Duindam
Financieel  
Bijdrage

Begroting 2020: € 375.778

Basistaken € 66.454
Intensivering basistaken € 1.744
Basistaken-plus € 251.178
Maatwerk € 56.403

Rekening 2020:
€ 319.890 t.l.v. Openbare gezondheidszorg
€ 51.360 t..v.  JGZ maatwerk

€ 11.321t.l.v.  inspecties kinderopvang

€ 4.374 t.l.v. Forensisch onderzoek


Totaal 386.945

Meer dan begroot uitgegeven voor het Meldpunt Bezorgd (een dienstverlening die op verzoek van gemeente is uitgebreid en die ten last komt/moet komen van ander budget).
Minder van begroot uitgegeven voor inspecties kinderopvang (als gevolg van sluiting tijdens 1e en 2e lockdown).

Begroting 2021: € 402.301

Eigen vermogen Ultimo 2019: € 4.232.707
Ultimo 2020: € 5.142.740
Vreemd vermogen Ultimo 2020: € 35.524.740
Financiële ontwikkeling

De financiering van de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) is ontschot (vanaf 2018 wordt de JGZ gefinancierd voor de leeftijd van 0-19 jaar, de knip bij 4 jaar is verdwenen) en collectief gefinancierd (de bijdrage voor JGZ is voor alle gemeenten gelijk getrokken. De bijdrage voor JGZ wordt bepaald op basis van kindaantallen, niet meer op basis van aantal inwoners). De JGZ 0-4 jaar is verschoven van maatwerk naar basistaken-plus.

Omdat de organisatie van de GGDrU niet robuust genoeg was is in 2018 een verbeterplan gemaakt, het Ombuigingsplan (2018-2021), met ombuigingen en dekking van de benodigde middelen. Uit extern onderzoek was gebleken dat ombuigingen voldoende financiën kunnen opleveren voor de intensivering van de ondersteunende organisatie van de GGD. Niet zeker was of alle ombuigingen (tijdig) gerealiseerd konden worden. De termijn van het Ombuigingsplan is inmiddels verlengd tot 2025 (zie verder bij risico’s).
Verhoging van de inwonersbijdrage is voor 2021 niet voorzien.

Inhoudelijke ontwikkeling

In de begroting van 2019 zijn 5 maatschappelijke effecten benoemd en vertaald naar resultaten. Dit zijn:

1 Inwoners wonen, leven, gaan naar school en werken in een veilige omgeving waar aandacht is voor gezondheid en elkaar.
2 Een gezonde en veilige start voor elk kind.
3 Iedereen kan zich ontwikkelen en ontplooien.
4 Iedereen kan meedoen.
5 Bedreigingen van de publieke gezondheid worden bestreden.

Deze maatschappelijke effecten zijn de leidraad voor de ambities voor 2019. Naast inhoudelijke ambities is er ruim aandacht voor het verbeteren van de dienstverlening en het verder op orde brengen van de organisatie.

Per ambitie (veiliger leefomgeving, minder kwetsbare inwoners, gezondere en weerbaarder kinderen en scholen, een goede start voor ieder kind en het voorkomen van gezondheidsproblemen en –risico’s) zijn de beoogde resultaten, de acties en de kosten vastgelegd.

Echter in 2020 is een ingrijpende niet voorziene ontwikkeling geweest. Als gevolg van de coronapandemie heeft de GGDrU vanaf februari 2020 een deel van de reguliere processen en werkzaamheden afgeschaald of stopgezet omdat personeel vrijgemaakt moest worden voor de bestrijding van het coronavirus. Kritische processen zijn doorgegaan. In de tweede helft van 2020 zijn veel taken weer opgepakt.
Voor het uitvoeren van de coronataken (testen, bron- en contactonderzoek, vaccineren) is het coronabedrijf van de GGDrU opgericht.

Risico's

De deelnemende gemeenten aan de Gemeenschappelijke Regeling GGDrU staan garant voor de betaling van rente en aflossing van de door de GGD aangegane geldlening en rekening-courant overeenkomsten. De garantstelling geschiedt naar verhouding van de inwonertallen op 1 januari van het jaar waarin de garantieverplichting tot stand is gekomen.

Twee keer per jaar vindt de integrale risico-inventarisatie plaats binnen de GGDrU. Deze maakt deel uit van de reguliere P&C-cyclus. De actualisatie wordt weergegeven in een risicokaart.
Op de risicokaart is af te lezen dat er een paar risico’s zijn met midden tot hoge kans en impact:
- het maatwerk (onzeker is of gemeenten daar al dan niet mee door gaan)
- reizigersvaccinatie (de vraag fluctueert, onduidelijk welke impact corona op langere termijn heeft)
- GGiD (= digitaal kinddossier): de implementatie is vertraagd,
- ombuigingen (die langer duren dan voorzien, mede als gevolg van vertraging GGiD) en aan het voldoen aan AVG (veranderende wetgeving, in de coronacrisis is versteviging van capaciteit en inrichting nodig gebleken)

In de jaarrekening van 2020 zijn drie categorieën risico’s onderscheiden: interne bedrijfsvoering, de samenwerking in de gemeenschappelijke regeling en externe ontwikkelingen. Per productgroep zijn daarin de risico’s beschreven, van actiepunten voorzien en van het bedrag dat nodig is als weerstandsvermogen.
Het benodigde weerstandsvermogen is € 1.000.000 (in 2019 € 709.000).
De beschikbare weerstandscapaciteit (de algemene reserve) is per 31 dec 2020 € 2.598.516. De verhouding beschikbaar/nodig is 2,599.
De verwachting is dat de algemene reserve zal teruglopen naar € 821.000 in 2025. Dat ligt rond het minimumniveau van de weerstandscapaciteit op basis van de huidige risicoinventarisatie.

Bij tegenvallers die niet gedekt kunnen worden door incidentele meevallers of bij een beroep op reserves bestaat de kans dat de inwonerbijdrage wordt verhoogd. Dat is tot en met 2020 nog niet nodig geweest. Of er een verhoging van de bijdrage komt is nog niet duidelijk. In de GGD begroting zit geen rek meer. Mogelijk is voor de AVG een verhoging van de inwonerbijdrage nodig.

Financieel risico als gevolg van de coronabestrijding:
De financiële positie van de organisatie als geheel heeft zich negatief ontwikkeld. De solvabiliteit van de GGDrU per eind 2020 is met 13,7% verslechterd ten opzichte van 2019 en 6,6% ten opzichte van de begroting. De vermindering is in zijn geheel toe te schrijven aan de rol van de GGDrU binnen de bestrijding van het coronavirus. De GGD kan de kosten niet uit eigen middelen betalen en is afhankelijk van vergoedingen vanuit het ministerie van VWS en het RIVM.

Aan gemeenten zijn geen kosten in rekening gebracht voor de bestrijding van het coronavirus. Voor inspectie kinderopvang is minder in rekening gebracht door tijdelijke sluiting van de opvang. Ook enkele andere taken zijn in mindere mate uitgevoerd. De verwachting is dat de GGDrU voor gederfde inkomsten wordt gecompenseerd door het Rijk en dat gemeenten door de GGD worden gecompenseerd voor maatwerktaken die niet zijn uitgevoerd.

Omgevingsdienst Regio Utrecht (ODRU)

Terug naar navigatie - Omgevingsdienst Regio Utrecht (ODRU)
Doel De Omgevingsdienst Regio Utrecht ondersteunt en adviseert de gemeente Oudewater bij het uitvoeren van milieutaken en het ontwikkelen van beleid voor milieu en duurzaamheid.
De ODRU levert een bijdrage aan het realiseren van een veilige, gezonde en duurzame leefomgeving en het versterken van de bestaande milieukwaliteit door inwoners, bedrijven en overheden te stimuleren tot milieuvriendelijk handelen en gedrag. Voor de uitvoering van de milieutaken is de programmabegroting van de gemeente leidend. Binnen dit financiële kader wordt jaarlijks een Uitvoeringsprogramma (UVP) opgesteld. Dit zijn de kaders waarbinnen de Omgevingsdienst haar taken uitvoert.
Bestuurlijk belang / betrokkenen De gemeentebesturen van Bunnik, De Bilt, Montfoort, Oudewater, Renswoude, Rhenen, De Ronde Venen, Stichtse Vecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Vijfheerenlanden, Woerden, Wijk bij Duurstede, IJsselstein en Zeist.
Bestuurder vanuit onze gemeente Lid : wethouder B. Lont
Plaatsvervangend lid : wethouder W. Kok
Financieel

 

Bijdrage

Conform de gemeenschappelijke regeling dragen de 15 deelnemende gemeenten gezamenlijk het risico voor de Omgevingsdienst.
Begroting 2020: € 411.052
Rekening 2020: € 376.678
Begroting 2021: € 421.167

Eigen vermogen € 821.029
Vreemd vermogen

€ 7.749.010

Financiële ontwikkeling De ODRU verwacht dat de uitvoering van de Omgevingswet extra werkzaamheden van de ODRU vraagt. Deels betreft het nieuwe taken waar financiering vanuit het Rijk tegenover staat. Deels betreft het een andere manier van werken. De komende jaren zal duidelijk worden welke inspanning van de ODRU nodig is om de werkzaamheden uit te voeren en welke kosten dat met zich meebrengt.
Inhoudelijke ontwikkeling Een belangrijke ontwikkeling in het samenspel tussen ODRU en gemeente is de komst van de Omgevingswet.
Risico's

Op een deel van het eigen vermogen van de ODRU rusten diverse bestemmingen zodat het weerstandsvermogen van de ODRU zich beperkt tot de algemene of egalisatiereserve.
In het Algemeen Bestuur van 9 april 2020 is besloten om te gaan werken met een bandbreedte van 1,0 en 1,4 voor de risicofactor. Met deze bandbreedte valt de ODRU volgens de methodiek van het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement in de classificatie C, dat wil zeggen voldoende weerstandsvermogen. De beschikbare weerstandscapaciteit valt met een ratio weerstandsvermogen van 1,05 binnen deze bandbreedte. De benodigde weerstandscapaciteit wordt ieder jaar door het Algemeen Bestuur vastgesteld.

Vennootschappen en coöperaties

N.V. Bank Nederlandse Gemeenten (BNG)

Terug naar navigatie - N.V. Bank Nederlandse Gemeenten (BNG)
Openbaar belang De BNG is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. De strategie van de bank is gericht op het behouden van substantiële marktaandelen in het Nederlands maatschappelijk domein en het handhaven van een excellente kredietwaardigheid (Triple A). Daarnaast streeft zij naar een redelijk rendement voor haar aandeelhouders. De BNG biedt financiële diensten op maat, zoals kredietverlening, betalingsverkeer, advisering en elektronisch bankieren. Daarnaast neemt zij deel aan projecten in de vorm van publiek-private samenwerking.
Doel BNG Bank is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. De bank draagt duurzaam bij aan het laag houden van de kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger.
Alleen overheden, namelijk het Rijk (50%), gemeenten, waterschappen en provincie mogen aandeelhouder zijn van de BNG. Hierdoor kan toezicht gehouden worden op optimale belangenbehartiging voor deze overheden.
Bestuurlijk belang / betrokkenen De gemeente Oudewater heeft geen zetel in het bestuur of de raad van commissarissen van de BNG. De gemeente heeft als aandeelhouder wel stemrecht in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Overheden en instellingen op het gebied van volkshuisvesting, gezondheidszorg, onderwijs, cultuur en openbaar nut (publieke sector).
Bestuurder vanuit onze gemeente Geen deelname in het bestuur. Wel zeggenschap door het bezit van aandelen.
Financieel De bank is een structuurvennootschap. De Staat is houder van de helft van de aandelen, de andere helft is in handen van gemeenten, provincies en een waterschap. De gemeente Oudewater bezit 27.612 aandelen (= 0,225% van het totaal aantal aandelen). Jaarlijks ontvangt de gemeente dividend naar rato van het aantal aandelen.
Bijdrage Begroting 2020: €          67
Rekening 2020:  € 35.067
Begroting 2021: € 35.067
Kerngegevens
KERNGEGEVENS BNG 31-12-2019 2018 2017
In miljoenen euro’s      
Balanstotaal 149.689 137.509 140.025
Kredieten 89.163 85.738 86.008
Solvabiliteit (Tier 1 – ratio 2) 38% 38% 37%
Eigen vermogen t.g.v. aandeelhouders 4.154 4.257 4.220
Dividend per aandeel (in euro’s) 1,27 2,85

2,53

Payout ratio 50% 50% 38%
Nettowinst voor aandeelhouders 142 318 318
Eigen vermogen Begin boekjaar: € 4.991 miljoen (1-1-2019)
Einde boekjaar: € 4.887 miljoen (31-12-19)
Vreemd vermogen Begin boekjaar: € 132.518 miljoen (1-1-2019)
Einde boekjaar: € 144.802 miljoen (31-12-19)
Financiële ontwikkeling De langlopende rentetarieven blijven een drukkend effect hebben op de ontwikkeling van het renteresultaat. Het coronavirus heeft vergaande maatschappelijke
gevolgen, ook voor de klanten. Wat dit voor de bank betekent is nog niet in te schatten.
Inhoudelijke ontwikkeling BNG Bank wil de positie van expert in financiering van publieke voorzieningen in de komende jaren verder versterken. De strategie is gericht op het inspelen op de (veranderende) behoeften van de klant door het volgen van het overheidsbeleid en het bieden van maatwerk-oplossingen voor de financiering van duurzame investeringen.
Risico's De coronaeffecten vormen een risico voor de uitbetaling van het dividend.
In 2020 is in eerste instantie besloten het dividend (2019) af te ramen, raadsbesluit 17-12-2020 omdat er geen zekerheid bestond over de uitbetaling. De BNG heeft in 2021 alsnog besloten het door de aandeelhouders goedgekeurde dividend over 2019 uit te keren.

Vitens

Terug naar navigatie - Vitens
Openbaar belang

De kernactiviteiten zijn winning, productie en levering van (drink)water aan particulieren en bedrijven.

Vitens is een publiek bedrijf. De aandeelhouders van Vitens – gemeenten en provincies – ondersteunen de maatschappelijke doelstellingen van Vitens, met (mede)verantwoordelijkheid voor gezondheid (door veilig en betrouwbaar drinkwater) en een duurzame samenleving met zorg voor de bescherming van natuur en milieu.
Voor de aandeelhouders wil Vitens een financieel krachtig bedrijf zijn en een marktconform dividend uitkeren bij een gezonde solvabiliteit.

Doel Vitens NV is een publiek (drink)waterbedrijf, waaronder begrepen de winning, productie, transport, verkoop en distributie van water, alsmede het verrichten van alles wat met de publieke watervoorziening verband houdt of daaraan bevorderlijk kan zijn. De aandelen van de NV zijn (in)direct in handen van provinciale en gemeentelijke overheden. Hierdoor kan toezicht gehouden worden op optimale belangenbehartiging voor deze overheden.
Bestuurlijk belang / betrokkenen De gemeente Oudewater is aandeelhouder en heeft daarmee stemrecht. De gemeente heeft 9.199 aandelen (0,159 % van het totaal aantal aandelen) in haar bezit.
Betrokken zijn diverse gemeenten en provincies.
Bestuurder vanuit onze gemeente Geen deelname in het bestuur. Wel zeggenschap door het bezit van aandelen.
Financieel  
Bijdrage Begroting 2020: € 0
Rekening 2020: € 0
Begroting 2021: € 0
Eigen vermogen Per 31-12-2019: € 533,3 miljoen
Vreemd vermogen Per 31-12-2019: € 1.293 miljoen
Solvabiliteit

Per 31-12-2019: 29,2%

Netto winst

2019: € 11,1 miljoen

Financiële ontwikkeling

Verwachtingen dividend 2020–2022
Voor de komende jaren is de verwachting dat Vitens geen dividend zal uitkeren als gevolg van de lage WACC (= Weighted Average Cost of Capital, voor 2020 en 2021: 2,75%) en het hoge investeringsniveau voor de komende jaren. Hierdoor kan Vitens niet voldoen aan de continuïteitsdoelstelling zoals opgenomen in het financieel beleid.

In relatie tot deze ontwikkelingen onderneemt Vitens de navolgende acties die met aandeelhouders zijn afgestemd:
• Vitens is, in samenwerking met de koepelorganisatie Vewin, een lobby gestart bij het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat om te komen tot aanpassingen op de WACC-systematiek, die meer in lijn liggen met de toekomstige ontwikkelingen in de drinkwatersector waaronder een stijgend structureel niveau aan investeringen en dito financieringsbehoefte;
• Onderzoek uitvoeren door een onafhankelijke instantie naar de methodiek die ten grondslag ligt aan de hoogte van het meerjarige investeringsplan (IP) zoals is goedgekeurd door de AvA in het najaar van 2019 (als onderdeel van het meerjarenplan 2020-2022);
• Driejaarlijkse evaluatie/ herijking van het Financieel Beleid van Vitens zoals is vastgesteld in de AvA van juni 2019.

Inhoudelijke ontwikkeling  
Risico's Het risico is in de paragraaf weerstandsvermogen op nihil bepaald.

Stichtingen en verenigingen

Stichting Onderwijs Primair (SOP)

Terug naar navigatie - Stichting Onderwijs Primair (SOP)
Doel De Stichting is per 1 augustus 2003 opgericht en heeft ten doel het in stand houden van scholen voor openbaar onderwijs in de gemeenten Krimpenerwaard, Montfoort en Oudewater. Op de scholen van de stichting staan in totaal 2.608 leerlingen ingeschreven; hiervan gaan er 104 naar de twee schoollocaties in Hekendorp en Oudewater: 4% van het totaal. Ruim 80 procent van het aantal leerlingen volgt het onderwijs in Krimpenerwaard.
Bestuurlijk belang / betrokkenen De gemeenten Krimpenerwaard, Montfoort en Oudewater.
Bestuurder vanuit onze gemeente Geen. De stichting heeft een zelfstandig bestuur (college van bestuur en een raad van toezicht). De leden van de raad van toezicht worden benoemd door de gemeenteraden. Het openbaar basisonderwijs is bestuurlijk op afstand geplaatst.
Financieel De gemeente heeft geen direct financieel belang in de stichting. Rijksvergoedingen worden door de stichting zelf ontvangen en zij doet ook haar eigen uitgaven. De raad van toezicht keurt de door het college van bestuur opgestelde begroting en de jaarrekening goed. De gemeenteraden worden in staat gesteld hun zienswijze over de financiële stukken binnen een bepaalde termijn kenbaar te maken.
Bijdrage Begroting 2020 : € 0
Rekening 2020 : € 0
Begroting 2021 : € 0
Eigen vermogen € 3.180.085
Vreemd vermogen € 219.005
Financiële ontwikkeling De stichting is financieel gezond. Er zijn specifiek zorgen voor Oudewater. In overleg met de Raad van Toezicht is in 2019 afgesproken voor de scholen in de gemeente Oudewater een uitzondering te maken ten aanzien van het positieve schoolresultaat (met andere woorden: voor elke school zijn de inkomsten en uitgaven minimaal gelijk.) Het resultaat van de scholen in Oudewater, waar in 2018 gestart is met het voltijds hoogbegaafdenonderwijs, veroorzaakt meerjarig een negatief stichtingsresultaat. Zonder bijsturing is het resultaat structureel fors negatief. In de begroting 2021 is dan ook opnieuw een besparingsopgave opgenomen. Gesteld is dat de begroting vanaf schooljaar 2023/2024 sluitend moet zijn. Er zullen scenario’s worden ontwikkeld ten behoeve van duurzaam openbaar onderwijs in Oudewater en Hekendorp.
Inhoudelijke ontwikkeling Het stichtingsbestuur is bezig met een strategische heroriëntatie en professionalisering op het terrein van organisatieontwikkelingen, het personeelsbeleid en de kwaliteit van het onderwijs.
Risico's De gemeente is wettelijk verantwoordelijk voor het aanbieden van openbaar onderwijs in de gemeente. Het risico bestaat dat als de stichting dreigt om te vallen, de gemeenten financieel moeten bijspringen om het openbaar basisonderwijs in stand te houden. De gemeente heeft geen (grond)wettelijke taak om eventuele tekorten bij een stichting voor openbaar onderwijs aan te vullen.

Stichting Urgentieverlening West-Utrecht

Terug naar navigatie - Stichting Urgentieverlening West-Utrecht
Doel

Het verlenen van urgentieverklaringen voor een sociale huurwoning aan woningzoekenden uit de regio West-Utrecht.

De verklaringen worden afgegeven door de stichting op basis van de Huisvestingsverordening Regio Utrecht 2019, gemeente Oudewater. Deze is vastgesteld door de gemeenteraad. Er is geen eigen visie van de stichting voor de realisatie van de doelstellingen uit de programma's van de begroting. De stichting voert de huisvestingsverordening gedeeltelijk uit bij mandaatbesluit van de deelnemende gemeenten.

Bestuurlijk belang / betrokkenen De gemeenten De Ronde Venen, Lopik, Montfoort, Stichtse Vecht, Woerden en Oudewater.
Bestuurder vanuit onze gemeente Lid : wethouder drs. J.I.M. Duindam
Plaatsvervangend lid : wethouder drs. W.J.P. Kok
Financieel  
Bijdrage

Begroting 2020: € 4.100
Rekening 2020: € 2.653
Begroting 2021: € 4.100

Eigen vermogen € 35.805
Vreemd vermogen  
Financiële ontwikkeling De in de loop van de jaren opgebouwde reserve bij de SUWU wordt langzaam afgebouwd als het aantal urgentie-aanvragen dit toelaat. Op 31 december 2020 was de reserve € 19.992.
Inhoudelijke ontwikkeling Vanuit de betrokken gemeenten is er een urgentiecommissie die urgentieaanvragen behandelt. Het Vierde Huis bereidt de besluiten van de Stichting Urgentieverlening West -Utrecht voor. Voor extra medisch advies wordt een extra bedrag in rekening gebracht.
Risico's Bij een grote toename van urgentieaanvragen zal het budget niet kostendekkend zijn. Gezien de inrichting van het voortraject waarbij een intake plaatsvindt, is dit risico beperkt.

Bezit certificaten van aandelen Stichting Administratiekantoor Dataland in de BV Dataland

Terug naar navigatie - Bezit certificaten van aandelen Stichting Administratiekantoor Dataland in de BV Dataland
Doel De Stichting Administratiekantoor Dataland BV heeft tot doel om aandelen in het kapitaal van de besloten vennootschap Dataland te houden. Daartoe heeft de stichting certificaten uitgegeven van de door haar gehouden aandelen. De missie van Dataland BV is het breed toegankelijk en beschikbaar maken van vastgoed en van hiermee gerelateerde gegevens uit het informatiedomein van gemeenten voor overheid, burgers en bedrijfsleven. Daartoe wordt een actieve bijdrage verleend aan de realisatie en het gebruik van het Stelsel van Authentieke Registraties.
Bestuurlijk belang / betrokkenen Alle Nederlandse gemeenten.
Bestuurder vanuit onze gemeente n.v.t.
Financieel De gemeente is lid van BV Dataland en heeft dus geen aandelen.
Bijdrage Begroting 2020: € 0
Rekening 2020: €0
Begroting 2021: €0 Dataland bestaat niet meer
Eigen vermogen  
Vreemd vermogen  
Financiële ontwikkeling Dataland is bezig zijn werkzaamheden over te dragen aan het Kadaster en wordt in 2022 opgeheven.
Inhoudelijke ontwikkeling In 2020 is in het kader van de overdracht al de verwerkersovereenkomst getekend voor de levering van de WOZ-gegevens door de gemeente aan het Kadaster. Het Kadaster gaat zorg dragen voor levering aan externe partijen zoals de veiligheidsregio’s en omgevingsdiensten.
Risico's Het risico is in de paragraaf weerstandsvermogen op nihil bepaald.