Paragraaf 5 Financiering

Wettelijk kader en gemeentelijk beleid

Terug naar navigatie - Wettelijk kader en gemeentelijk beleid

In 2001 is de wet Financiering decentrale overheden (wet Fido) in werking getreden. Volgens het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) is de gemeente verplicht om een zogenoemde treasuryparagraaf op te nemen in de begroting en de jaarrekening. Ook zijn de decentrale overheden verplicht een treasurystatuut op te stellen. De meest recente versie van ons treasurystatuut is door het college vastgesteld op 4 november 2014. Treasury wordt gedefinieerd als: het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. Het treasurystatuut heeft als doel om sturing te geven aan de treasuryfunctie en binnen de wettelijke kaders de financiële risico’s te beperken.

Schatkistbankieren

Op 15 december 2013 is de Wet financiering decentrale overheden (wet Fido) van kracht geworden, met als uitvloeisel de Regeling schatkistbankieren decentrale overheden, die inhoudt dat alle decentrale overheden (provincies, gemeenten, waterschappen en gemeenschappelijke regelingen in de vorm van een openbaar lichaam) verplicht zijn om hun overtollige middelen aan te houden bij de schatkist van het Rijk. Daarbij geldt wel een drempelbedrag. De hoogte van het drempelbedrag is afhankelijk van de financiële omvang van een decentrale overheid, afgemeten aan de omvang van de begroting (dezelfde maatstaf wordt gebruikt voor de berekening van de kasgeldlimiet). De drempel is nu gelijk aan 0,75% van het begrotingstotaal indien het begrotingstotaal lager is dan € 500 miljoen. Het minimumbedrag van deze drempel is vastgesteld op € 250.000, wat betekent dat een decentrale overheid altijd gemiddeld € 250.000 buiten de schatkist mag houden. Vanaf 1 juli 2021 hoeven gemeenten overigens minder overtollige middelen bij het Rijk aan te houden. De drempel voor het verplicht schatkistbankieren wordt verhoogd van 0,75 naar 2 procent van het begrotingstotaal, met een minimum van € 1 miljoen.

Het drempelbedrag voor de gemeente Oudewater bedraagt € 250.000 in 2020. In 2020 zijn er diverse bedragen geboekt van de rekening courant naar de schatkistrekening. De grootste boeking kwam voort uit de ontvangst van de btw uit het btw-compensatiefonds. Het saldo van het schatkistbankieren was per 31-12-2020 € 509.031.

Berekening benutting drempelbedrag schatkistbankieren (bedragen x € 1000)

  Kwartaal 1 Kwartaal 2 Kwartaal 3 Kwartaal 4
Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen 163 158 176 139
Ruimte onder het drempelbedrag 87 92 74 111
Overschrijding van het drempelbedrag - - - -

 

Financieringspositie
Het geïnvesteerd vermogen, dat zijn de boekwaarden van alle geactiveerde investeringen, bedraagt per 1-1-2020: € 14,6 miljoen en per 31-12-2021: € 23,7 miljoen.

Het schuldrestant van de aangetrokken langlopende geldleningen bedraagt per 1-1-2020: € 8,6 miljoen en per 31-12-2020: € 14,4 miljoen.

De stand van de eigen reserves en voorzieningen is op 1-1-2020: € 9,3 miljoen en op 31-12-2020: € 9,2 miljoen. 


Risicobeheer
Er wordt gestreefd naar het beheersen van risico’s. Onder risico’s wordt verstaan renterisico’s, kredietrisico’s, liquiditeitsrisico’s, koersrisico’s en valutarisico’s.

Koers- en valutarisico’s spelen in Oudewater geen enkele rol. Transacties in vreemde valuta doen zich niet voor en de gemeente Oudewater neemt alleen deel in het aandelenvermogen van twee (semi)overheidsgerichte instellingen, namelijk Bank Nederlandse Gemeenten en Vitens.
Dit aandelenbezit is echter niet gebaseerd op winstoogmerk c.q. speculatieve doeleinden. Het risico van deze aandelen vinden wij te verwaarlozen. De aandelen worden gewaardeerd tegen de historische kostprijs.

Van Vitens is voor het jaar 2020 geen dividend uitgekeerd. De BNG heeft een gedeeltelijke dividenduitkering gedaan. Achtergrond hiervan is de significante schok die de coronapandemie de economie toebrengt en de rol die voor banken is voorzien om de effecten zoveel als mogelijk te mitigeren.

Onderstaande tabel geeft weer de boekwaarde van de aandelen en het ontvangen dividend in 2020:

Omschrijving Boekwaarde 1-1-2020 Dividenduitkering
Aandelen BNG € 69.038,- € 11.873
Aandelen Vitens € 2.496,- € 0
Totaal € 71.534,- € 11.873

 

De risico’s die voortvloeien uit een mogelijke waardedaling van de vorderingspositie ten gevolge van het (niet) tijdig na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij (kredietrisico) wordt in het treasurystatuut geregeld conform de eisen gesteld in de Wet Fido.
Uit voorgaande blijkt dat de kredietrisico’s die de gemeente Oudewater loopt over haar treasuryactiviteiten gering zijn.

De te beheersen renterisico’s op grond van de Wet Fido uiten zich concreet in de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. Beide instrumenten beogen de renterisico’s te begrenzen die verbonden zijn aan de korte en lange schuld.

Kasgeldlimiet
Voor de financiering van activiteiten doen gemeenten een beroep op de kapitaalmarkt, voor zover financiering uit eigen middelen niet mogelijk is. In de Wet Fido zijn de kaders gesteld voor een verantwoorde inrichting en uitvoering van de financieringsfunctie van de decentrale overheden.

De kasgeldlimiet is het maximumbedrag waarvoor kortlopende middelen mogen worden aangetrokken op de geldmarkt. Dit maximum bedraagt 8,5% van het begrotingstotaal van € 24,6 miljoen na wijziging met een minimum van € 300.000 (art. 3 lid 2 Wet Fido).

Met ingang van 2009 is het provinciaal toezicht ingebed in het reguliere begrotingstoezicht. De informatie over de kasgeldlimiet en de renterisiconorm wordt opgenomen in de bij de begroting en het jaarverslag behorende financieringsparagraaf.

Voor overschrijding van de kasgeldlimiet bestaat een meldplicht. Voor Oudewater is de kasgeldlimiet € 2,1 miljoen. Indien voor het derde achtereenvolgende kwartaal de kasgeldlimiet wordt overschreden, moet de gemeente dit aan de toezichthouder melden. Daarbij dient te worden aangegeven wanneer weer aan deze limiet wordt voldaan. Zolang niet aan dit wettelijk criterium wordt voldaan moeten de gegevens over de vlottende schuld weer elk kwartaal naar de toezichthouder worden gestuurd.

In 2020 zijn onderstaande kasgeldleningen aangetrokken:

Bedrag Periode Rentepercentage Geldgever
1.000.000 14-01-2020 t/m 14-10-2020 -/-0,25% BNG
1.000.000 04-02-2020 t/m 01-07-2020 -/- 0,30% BNG
1.000.000 03-03-2020 t/m 01-07-2020 -/- 0,30% BNG
1.000.000 01-07-2020 t/m 02-07-2020 0,20% BNG
2.000.000 01-07-2020 t/m 30-06-2021 -/-0,20% BNG

 

Bij het aantrekken van kasgeldleningen in 2020 heeft de gemeente Oudewater een rentevergoeding ontvangen i.p.v. betaald met uitzondering van de daggeldlening van 1 juli 2020. Hiervoor moest een rentepercentage van 0,2 worden betaald.

Renterisiconorm
Het renterisico op de vaste schuld is de mate waarin het saldo van de rentelasten verandert door wijzigingen in het rentepercentage op leningen en uitzettingen met een oorspronkelijke rentetypische looptijd van een jaar of langer. Om dit risico te beperken schrijft de wet voor dat herfinanciering jaarlijks maximaal 20% van het begrotingstotaal mag bedragen.

De renterisiconorm stelt dus een kader voor een zodanige opbouw van de leningenportefeuille van de gemeente, dat het renterisico door renteaanpassing en herfinanciering zo veel mogelijk wordt voorkomen. Hierdoor kan in enig jaar niet een onevenredig groot deel van leningenportefeuille worden geherfinancierd, zodat het renterisico op de vaste schuld over de jaren gespreid wordt.
Het percentage van de risiconorm wordt genomen van het begrotingstotaal. Daaronder wordt verstaan het totaal van de lasten op de begroting. De renterisiconorm geldt niet voor gemeenten met een vaste schuld die lager is dan het begrotingstotaal. Zij behoeven zich niet aan de 20%-norm te houden. Daarmee krijgen die gemeenten de vrijheid om de spreidingsduur van de financiering naar eigen inzicht aan te passen. Deze situatie is voor de gemeente Oudewater van toepassing.

Indien eventueel wordt afgeweken van de renterisiconorm kan ontheffing worden verleend. Als bij afwijkingen de toezichthouder wordt geïnformeerd en ontheffing wordt verkregen handelt de gemeente rechtmatig. Zoals gezegd is deze situatie niet van toepassing op de gemeente Oudewater.

Renteresultaat 2020

Omschrijving Werkelijk
Rente langlopende geldleningen € 144.917
Rente kortlopende geldleningen - € 6.144
Ontvangen rente geldleningen € 0
Saldo € 138.773

 

Langlopende geldleningen

In onderstaand overzicht wordt het verloop weergegeven van het saldo van de langlopende geldleningen met gemiddeld rentepercentage.

Datum Saldo langlopende geldleningen
1-1-2013 6.000.000
1-1-2014 5.800.000
1-1-2015 5.600.000
1-1-2016 5.400.000
1-1-2017 5.200.000
1-1-2018 5.000.000
1-1-2019 4.800.000
1-1-2020 8.600.000

 

In 2020 is er één langlopende geldlening aangetrokken van € 7.000.000 tegen 0,207% rente met een looptijd van 25 jaar lineair.

Grote uitgaven zijn gedaan in het kader van:
- Masterplan Binnenstad
- Herstel oevers Lange Linschoten

In onderstaand overzicht worden de mutaties in de leningenportefeuille aangegeven voor 2020:

Stand per 1 januari 2020 8.600.000
Bij: opgenomen geldlening 2020  7.000.000
Af: aflossingen in 2020 -/-  1.200.000
Stand per 31 december 2020  14.400.000

 

Het genoemde bedrag aan aflossingen betreft de reguliere aflossingen. Er zijn geen geldleningen met een mogelijkheid tot vervroegde aflossing.

Rente
Rentelasten worden volledig toegerekend aan de diverse programma’s op basis van de boekwaarde van de investeringen.

Verwachting voor 2021 en 2022
De financieringskosten (en eventueel) opbrengsten voor een gemeente hangen af van de rentetarieven op de geld- en kapitaalmarkt. Het al dan niet aantrekken van langlopende geldleningen is afhankelijk van ontwikkelingen op het gebied van grondexploitatiegebieden en (grote) investeringen.

De rente lijkt zich op zowel de geld- als kapitaalmarkt op een laag peil te stabiliseren, hoewel de ontwikkeling van rentetarieven altijd een bepaalde mate van onzekerheid kent. Deze onzekerheid wordt versterkt door het coronavirus.

Met ingang van 1 juli 2021 gaat de BNG negatieve creditrente hanteren voor bedragen vanaf € 500.000.