Paragraaf 6 Kapitaalgoederen

Wat is het doel van deze paragraaf?

Terug naar navigatie - Wat is het doel van deze paragraaf?

Kapitaalgoederen zijn de gemeentelijke eigendommen (assets) in het fysiek domein. De paragraaf Kapitaalgoederen geeft inzicht in de beleidskaders, uit het beleid voortvloeiende financiële consequenties en de vertaling van de financiële consequenties in de begroting. Kapitaalgoederen worden onderscheiden in drie categorieën:

  1. Openbare ruimte: de openbaar toegankelijke wegen, parken en inrichting.
  2. Riolering: het stelsel voor hemelwaterafvoer, huisaansluitingen en infiltratie. Riolering is financieel een gesloten systeem dat gevoed wordt vanuit de rioolheffing.
  3. Vastgoed: gebouwen, zoals het stadhuis en de sporthal, en niet-openbare terreinen, zoals de gemeentewerf, sportvelden en de begraafplaats.

Wettelijk kader en gemeentelijk beleid

Terug naar navigatie - Wettelijk kader en gemeentelijk beleid

Per hoofdonderwerp wordt een toelichting gegeven op de belangrijkste wettelijke kaders en op het gemeentelijk vastgesteld beleid.
Op alle onderwerpen is in relatie tot de kapitaalgoederen het gemeentelijk financieel beleid van toepassing:

  • Besluit Begroten en Verantwoorden en de Nota Financiële Sturing waarin de regels zijn vastgelegd ten aanzien van de financiering van exploitatie en investeringen

Openbare ruimte

Het wettelijk kader voor de instandhouding van de openbare ruimte bestaat uit de zorgplicht om het areaal veilig te houden voor gebruik (inwoners, recreanten, passanten) en om te borgen dat beheer en onderhoud veilig kan geschieden (arbo). De belangrijkste wetgeving hier is:

  • Wegenwet (bevat eisen voor de verharding inclusief kunstwerken die deze functie vervullen)
  • Waterwet (bevat eisen voor de gemeentelijke taken Afvalwater, Regenwater en Grondwaterstand en hiertoe dient de rioolheffing)
  • Wet Milieubeheer (bevat eisen voor o.a. riolering en baggeren)
  • Woningwet, uitgewerkt in het bouwbesluit (bevat eisen voor bouwwerken geen gebouw zijnde en aansluiting van woningen op de omgeving)

Andere wetgeving zoals de Wegenverkeerswet en Wet Natuurbescherming zijn primair van toepassing bij (ver)bouw en in mindere mate bij instandhouding. De mate waarin aankomende Omgevingswet van invloed is op instandhouding is nog niet bekend.

Bovenop het wettelijk kader heeft de gemeente eigen beleid vastgesteld voor de instandhouding van de openbare ruimte:

  • Beleidsplan Wegbeheerplan 2017-2026 (17R.00368) waarin primair besloten is Beeldkwaliteit B voor de verharding te hanteren en financieel te werken met een Voorziening voor de exploitatie.
  • Beleidsplan Groenblauw 2021-2030 (D/21/006934)
  • Nota Openbare Speelruimte 2013 (raadsbesluit 3 oktober 2013) waarin primair besloten is een reductie van speelvoorzieningen door te voeren

Riolering

Het wettelijk uitgangspunt voor riolering omvat:

  • Waterwet (bevat eisen voor de gemeentelijke taken Afvalwater, Regenwater en Grondwaterstand en hiertoe dient de rioolheffing)
  • Wet Milieubeheer (bevat eisen voor o.a. riolering en baggeren)

Gemeentelijk is het volgende beleid vastgesteld:

  • Gemeentelijk WaterbeleidsPlan (GWP) 2020-2024 (19.011511)

Vastgoed

Uitgangspunt voor het onderhoud aan het gemeentelijk vastgoed is het meerjaren-onderhoudsprogramma, gebaseerd op de NEN 2767.
Het beleidsniveau wordt gekwantificeerd op basis van een conditiescore op een zespuntsschaal. Voor het gemeentelijk vastgoed wordt de conditiescore 3 gehanteerd.
Jaarlijks wordt het onderhoud opgenomen in een taakstellend jaarplan. Bij de uitvoering van onderhoud wordt rekening gehouden met gebouwen die eventueel gesloopt of verkocht kunnen worden.

  • Duurzaam meerjarenonderhoudsplan (DMOP) 2021-2030 

Openbare ruimte

Terug naar navigatie - Openbare ruimte

Assetmanagement, het procesmatig en planmatig beheer van de openbare ruimte omvat alle activiteiten om de fysieke assets heel en veilig te houden binnen de gestelde kaders. Assetmanagement draait om de afweging tussen kosten, prestaties en risico's. Kosten zijn de berekening van de areaalomvang en benodigde maatregelen, om te voldoen aan de vastgestelde prestaties binnen acceptabele risico's. Prestaties zijn de wettelijke en gemeentelijke beleidskaders.  Voor sturing op risico's is nog geen beleidskader gedefinieerd.

Zonder risicokader worden de benodigde middelen bepaald door de formule:

 

Er is nog niet IBOR-breed getoetst of de beschikbare middelen en organisatie aansluiten op het areaal en de kaders.
Ten aanzien van (vervangings-)investeringen worden per project separate kredieten aangevraagd.

 

De openbare ruimte bestaat in hoofdlijn uit de volgende assets:

Assettype Omvang indicatie* Kwaliteitseis
Verharding 580 duizend m2 CROW Beeldkwaliteit B
Beplanting 127 duizend m2 Zorgplicht
Bomen 8 duizend stk Zorgplicht
Bruggen en steigers 54 stk CROW Beeldkwaliteit B voor rijbaan als onderdeel van verharding
Gras 527 duizend m2 Zorgplicht
Inrichtingselementen 3 duizend stk Zorgplicht
Kademuren en damwanden 1300 m1 Zorgplicht
Lichte beschoeiingen onbekend m1 Zorgplicht
Markt- en Evenementenkasten 1 stk Zorgplicht
Openbare Verlichting houten masten 102 stk Zorgplicht
Openbare verlichting elektrakasten 23 stk Zorgplicht
Speeltoestellen 117 stk Zorgplicht
* Betreft houten masten in gemeentelijk eigendom. Overige masten en alle armaturen zijn in eigendom en beheer bij CityTec.

Openbare ruimte - inzicht in exploitatie

Terug naar navigatie - Openbare ruimte - inzicht in exploitatie

Onderstaande tabel geeft inzicht in de exploitatie die gemoeid is met de openbare ruimte.
De grootste aandachtspunten over 2021 zijn:

  1. Openbare verlichting
    Parallel aan de terugkoop van CityTec wordt in grote reconstructies verlichting reeds in eigendom van de gemeente geplaatst, in 2021 is dit gestart en in 2022 zullen de eerste hiervan opgeleverd worden.
    In 2022 zal de beheerorganisatie voor de openbare verlichting opgetuigd moeten worden.

  2. Onkruidbestrijding
    De kaders, financiën en organisatorische inbedding blijken onvoldoende op orde. Gezamenlijk met het groeizame weer en het effect dat niet meer met chemische middelen gewerkt mag worden, resulteerde in vele klachten. In 2022 zal de organisatorische inbedding en het beleid met bijbehorende financiën vormgegeven moeten worden om het gewenste resultaat met onkruidbestrijding te behalen.

  3. Voorzieningen wegen en civiele kunstwerken
    Vanwege de bevindingen van de accountant zijn de voorzieningen omgezet naar reserves. Voor reserves geldt geen plicht voor beheersplannen. Er is (nog) geen financiële beleidskeuze gemaakt of het wenselijk is de voorzieningen weer in het leven te roepen en hoe dit met bevoegdheden georganiseerd moet worden. Vanuit de verschillende beheerdisciplines wordt in de meerjarenplannen wel gekeken of/hoe de gealloceerde reserves te benutten in de uitvoering.
Samenvatting 2021 Begroot Exploitatie Werkelijke Exploitatie Begroot Investeringen Werkelijke Investeringen
A) IBOR 1-Verhardingen 1.021.217 1.034.821 7.512.784 3.476.415
1-Straatreiniging 0 2.061 0 0
1-Gladheidbestrijding 132.070 129.950 100.000 2.734
2-Groenvoorziening 297.111 255.882 316.142 279.741
2-Onkruidbestrijding 48.919 49.815 0 0
2-Speelvoorzieningen 25.501 23.435 0 0
3-Straatmeubilair 16.098 13.628 0 0
3-Verlichting 328.637 323.011 0 0
4-Beschoeiingen/kademuren 0 0 2.244.100 1.655.894
5-Civiele kunstwerken 260.000 337.829 1.378.005 924.363
Subtotaal 2.129.553 2.170.432 11.551.031 6.339.147
B) Riolering 1.225.983 1.199.583 3.950.044 2.164.827
C) Baggeren 148.182 148.124 0 0
Totaal 3.503.718 3.518.139 15.501.075 8.503.974
C) Baggeren 176.378 177.639 0 0
Totaal 3.828.278 3.843.902 15.501.075 8.503.974

Openbare ruimte - inzicht in investeringen

Terug naar navigatie - Openbare ruimte - inzicht in investeringen

Investeringen worden per project aangevraagd bij de Raad, de begroting voorziet niet in structurele investeringen of investeringsruimte voor de openbare ruimte. 
Projecten doorlopen de fasen voorbereiding en uitvoering. Voor grote nieuwe investeringen wordt in het vervolg gestart met een Planstudie, om aan de voorkant een realistischere projectraming aan de Raad voor te kunnen leggen. 

Project Projectfase Begroting Jaarrekening Toelichting
Renovatie Hoenkoopsebrug Voorbereiding     Uit diverse onderzoeken blijkt dat de benodigde ingrepen een grotere investering vraagt dat opgenomen in de begroting. Dit wordt in 2022 verder uitgwerkt en voorgelegd aan de Raad.
Vervanging brug en kademuur Tappersheul Afgerond     Project is in 2021 afgerond.
Renovatie Vrouwenbrug Uitvoering     Uitvoering is eind 2021 gestart en wordt naar verwachting in Q2 2022 afgerond.
Groot onderhoud J.J. Vierbergenweg Afgerond     Project is in 2021 afgerond.
Reconstructie Brede Dijk Voorbereiding      
Masterplan Binnenstad - Lange Burchwal        
Masterplan Binnenstad Gasplein        
Masterplan Binnenstad Markt e.o.        

 

 

Investering verharding (wegen) Begroting Jaarrekening
Krediet Masterplan Bovengronds 2019 74.943 74.863
Krediet Masterplan Bovengronds 2020 1.089.858 1.004.048
Krediet Masterplan Bovengronds 2021 1.193.795 513.949
Krediet Masterplan Bruggen/Kademuren 2021 100.000 99.409
Krediet Reconstructie Brede Dijk 2020 54.188 54.629
Krediet Reconstructie Brede Dijk 2021 5.000.000 164.833
Doorlopende verplichtingen naar 2022 - 1.564.684
TOTAAL € 7.512.784 € 3.476.415

Riolering

Terug naar navigatie - Riolering

In financieel opzicht is het uitgangspunt een kostendekkende exploitatie via de tarieven. Wanneer sprake is van een incidentele verstoring (pieken of dalen) wordt een en ander geëgaliseerd door een bijdrage uit of storting in de voorziening Riolering. Hiermee wordt gezorgd voor kostendekkend waterbeheer vanuit de rioolheffing voor de lange termijn.

Exploitatie Riolering Begroting Jaarrekening
Jaarrekening werken 1.225.983 1.199.583
TOTAAL € 1.225.983 € 1.199.583
Investeringen Riolering Begroting Jaarrekening
Krediet Masterplan Ondergronds 2019 99.805 96.534
Krediet Masterplan Ondergronds 2020 907.722 682.708
Krediet Masterplan Ondergronds 2021 912.530 536.711
Krediet Vervanging riool Brede Dijk 2021 1.000.000 36.016
Krediet Drukriolering 2020 454.987 82.251
Krediet Drukriolering 2021 500.000 4.497
Krediet Drainage en persleidingen 2021 35.000 -
Krediet Vrijvervalriolering 2021 40.000 31.481
Doorlopende verplichtingen naar 2022 - 694.629
TOTAAL € 3.950.044 € 2.164.827

Vastgoed

Terug naar navigatie - Vastgoed

Gebouwen
Uitgangspunt voor het onderhoud aan het gemeentelijk vastgoed is het geactualiseerde meerjarenonderhoudsplan, gebaseerd op de NEN 2767. Met ingang van 2021 is het meerjarenonderhoudsplan ten behoeve van het gemeentelijk vastgoed voor de periode 2021-2030 volledig geactualiseerd en omgezet naar een duurzaam meerjarenonderhoudsplan (DMOP). Door middel van het inzetten van het DMOP wordt inzichtelijk gemaakt welke duurzame keuzes gemaakt kunnen worden bij regulier vervangingsonderhoud op natuurlijke vervangingsmomenten. Voorbeelden van duurzame keuzes bij regulier vervangingsonderhoud zijn duurzaam materiaal gebruik, duurzame vervanging van componenten of onderdelen van installaties en het aanbrengen van isolatie bij de vervanging van dakbedekking.
Extra investeringen die nodig zijn om gebouwen energieneutraal te maken of om het energielabel met stappen te verbeteren zijn niet in het DMOP opgenomen. Dergelijke maatregelen vragen om een aparte besluitvorming van de gemeenteraad.

Het beleidsniveau voor de uitvoering van het plan is conditiescore 3 (wat overeenkomt met cijfer van ongeveer 6,5 op een schaal van 10). De actuele gemiddelde jaarlijks benodigde middelen voor uitvoering van het onderhoud bedragen plusminus € 270K. Bij de berekening van de benodigde jaarlijkse middelen is uitgegaan van het afstoten van een diverse vastgoedobjecten, om in meerjarenperspectief een sluitende onderhoudsbegroting te realiseren. De jaarlijkse begrotingslast voor uitvoering van het meerjarenonderhoudsplan blijft gelijk bij het afstoten van vastgoed en bedraagt plusminus € 157K. In december 2021 is het meerjarenonderhoudsplan voor het gemeentelijk vastgoed vastgesteld door de gemeenteraad en is de bestemmingsreserve omgezet naar onderhoudsvoorziening voor het groot onderhoud. Hiermee is voldaan aan de aanbeveling van de accountant. 

Het beleid is er verder op gericht om gemeentelijke gebouwen die vanwege hun functie niet noodzakelijk eigendom dienen te zijn van de gemeente, indien mogelijk te verkopen. Voorbeelden hiervan zijn de verkoop van het pand Kapellestraat 2 in 2008, de berging bij het sportpark Markveld in 2011 en het Verenigingsgebouw aan de Kapellestraat in 2013. Per 1-1-2022 wordt het kinderactiviteitencentrum Tjonkie overgedragen aan Stichting Tjonkie.
Daarnaast is steeds geprobeerd het meerjarenonderhoudsplan (MOP) goedkoper uit te voeren, door het voeren van scherpe onderhandelingen met uitvoerders en door daar waar dit verwantwoord blijkt, werkzaamheden nog enigszins uit te stellen.
Daarnaast zijn sommige gebouwen in de praktijk slechts in zeer geringe mate onderhouden, omdat als gevolg van latere besluitvorming de verwachting ontstond dat deze gesloopt of verkocht zouden worden.