Paragraaf 2 Verbonden partijen

Wat is het doel van deze paragraaf?

Terug naar navigatie - Wat is het doel van deze paragraaf?

Een gemeente kan in principe zelf bepalen hoe een bepaalde taak wordt uitgevoerd. Bijvoorbeeld door de uitvoering zelf ter hand te nemen of de uitvoering te regelen (via een gemeenschappelijke regeling) met een aantal regiogemeenten gezamenlijk. Kernvragen blijven steeds of de doelstellingen van de gemeente gerealiseerd worden en of de doelstellingen van het uitvoerende orgaan corresponderen met die van de gemeente.

Vanwege de bestuurlijke, beleidsmatige en financiële belangen en mogelijke risico’s wordt in de jaarstukken aandacht besteed aan rechtspersonen waarmee de gemeente een band heeft. Deze paragraaf geeft informatie over elke verbonden partij, diens financiële situatie en de bestuurlijke doelstelling van de gemeente Oudewater die via de verbonden partij wordt gerealiseerd.

Wettelijk kader en gemeentelijk beleid

Terug naar navigatie - Wettelijk kader en gemeentelijk beleid

Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) geeft als definitie van een verbonden partij: "Een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft”.

Bestuurlijk belang is zeggenschap, hetzij op basis van vertegenwoordiging in het bestuur hetzij uit hoofde van stemrecht. Er is sprake van een verbonden partij als een wethouder, raadslid of ambtenaar van de gemeente namens de gemeente in het bestuur van de partij plaatsneemt, of namens de gemeente stemt. Bij alleen een benoemingsrecht of een voordrachtsrecht – de gemeente mag een bestuurder of commissaris in de organisatie benoemen of voordragen – is er strikt genomen geen sprake van een verbonden partij. Gemeenten maken vaak van een dergelijk recht gebruik om ervoor te zorgen dat er kwalitatief goede bestuurders in het bestuur van de partij terechtkomen. Ook een stichting waarin bijvoorbeeld de wethouder cultuur op persoonlijke titel als bestuurder plaatsneemt – en dus niet de gemeente vertegenwoordigt– is volgens deze definitie geen verbonden partij.

Een financieel belang is een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag dat niet verhaalbaar is indien de verbonden partij failliet gaat, of het bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt. Dit betekent dat, wanneer een verbonden partij failliet gaat, de deelnemers in deze verbonden partij, dus ook de gemeente Oudewater, voor extra kosten komen te staan. Bovenstaande betekent ook dat bij leningen en garantstellingen geen sprake is van een verbonden partij: de gemeente houdt in die gevallen juridisch verhaal als de partij failliet gaat. Ook bij exploitatiesubsidies is geen sprake van een verbonden partij: het gaat om overdrachten (subsidies).

In deze paragraaf is het begrip verbonden partijen wat ruimer opgevat dan in het BBV. Daarom zijn bijvoorbeeld ook de belangrijkste organisaties die geen rechtspersoonlijkheid hebben, opgenomen. Maar eveneens zijn opgenomen stichtingen waarin de gemeente een benoemingsrecht heeft en die zij ook een subsidie geeft, grote organisaties waar de gemeente of een bestuurder levert en of zich garant stelt enz. De reden voor deze brede invulling van de paragraaf verbonden partijen is de behoefte aan overzicht. De belangrijkste partijen aan wie de gemeente zich op een of andere manier bestuurlijk en/of financieel verbonden heeft, komen nu op één plek in de begroting en de jaarstukken bij elkaar.

Met deze paragraaf voldoen wij aan onze wettelijke plicht (Besluit Begroting en Verantwoording) om per verbonden partij inzicht te geven in de volgende onderwerpen:

  • de beleidslijnen met betrekking tot relevante beheersmatige aspecten
  • de visie van de raad op verbonden partijen in relatie tot de realisatie van de doelstellingen zoals die zijn opgenomen in de programma’s van de begroting
  • de beleidsvoornemens van  verbonden partijen
  • naam en vestigingsplaats; het openbaar belang dat op deze wijze wordt behartigd; de veranderingen die zich hebben voorgedaan gedurende het begrotingsjaar; het eigen vermogen en het vreemd vermogen van de verbonden partij aan het begin en aan het einde van het begrotingsjaar; het resultaat van de verbonden partij

Gemeenschappelijke regelingen

Veiligheidsregio Utrecht (VRU)

Terug naar navigatie - Veiligheidsregio Utrecht (VRU)
Vestigingsplaats

Utrecht

Doel Het doel van deze regeling is het door de Veiligheidsregio Utrecht realiseren van een gelijkwaardig kwaliteitsniveau van de beheersing van rampen en crises in de Utrechtse gemeenten, waaronder het (verplicht) organiseren van brandweerzorg op regionaal niveau. De gemeentelijke organisaties zijn verantwoordelijk voor een aantal crisisbeheersingsprocessen zoals: crisiscommunicatie, publieke zorg en nazorg. Geen enkele gemeentelijke organisatie is in staat om deze taken geheel op eigen kracht te vervullen. Regionale samenwerking en bundeling van ambtelijke capaciteit is absoluut noodzakelijk.
Programma 1. Bestuur, dienstverlening en veiligheid
6. Ruimtelijke ontwikkeling en wonen
Deelnemende partijen De 26 Utrechtse gemeenten: Amersfoort, Baarn, Bunnik, Bunschoten, De Bilt, De Ronde Venen, Eemnes, Houten, Leusden, Lopik, Montfoort, Nieuwegein, Oudewater, Renswoude, Rhenen, Soest, Stichtse Vecht, Utrecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Vijfheerenlanden, Woerden, Woudenberg, Wijk bij Duurstede, IJsselstein en Zeist.
Bestuurders vanuit onze gemeente Lid : burgemeester drs. D.C. de Vries
Plv. lid : wethouder drs. J.I.M. Duindam
Bestuurlijk belang Veiligheid houdt zich niet aan gemeentegrenzen. Bestuurlijke afspraken over prioriteiten en inzet worden op regionaal niveau gemaakt via de Veiligheidsregio Utrecht of het Regionaal College van de politie.
Gemeenschappelijk belang dat wordt behartigd Eenduidige en efficiënte inrichting van de brandweer
Eenduidige aanpak van rampen en crises
Eenduidige aanpak brandweerzorg
Financiële bijdrage

Begroting 2021 : € 607.000 
Rekening 2021 : € 608.000
Begroting 2022 : € 615.000 

De bijdrage aan de VRU staat voor 90% geraamd bij taakveld 1.1 crisisbeheersing en voor 10% bij taakveld 8.3 wonen en bouwen.

Belang van Oudewater

De Veiligheidsregio Utrecht houdt zich met o.a. de volgende werkzaamheden bezig:

  • De VRU heeft de risico’s in de regio in beeld en vastgelegd in het risicoprofiel. De informatie wordt met in- en externe partners gedeeld via:
    - regionaal risicoprofiel;
    - provinciale risicokaart;
    - brandrisicoprofiel;
    - (Gemeentelijke) Integrale Veiligheidsplannen.
  • De VRU adviseert het bevoegd gezag om onveilige situaties te voorkomen en/of te beperken, met betrekking tot:
    - ruimtelijke ordening & externe veiligheid (incl. overstromingsrisico’s);
    - bouwen;
    - brandveilig gebruik van gebouwen en bouwwerken;
    - milieu;
    - evenementen.
  • De VRU houdt risicogericht toezicht op (brand)veiligheid in bestaande bouw en bij evenementen en adviseren het bevoegd gezag over te nemen maatregelen.
  • De VRU wil met stimulerende preventie de zelfredzaamheid van burgers en bedrijven vergroten.
  • De VRU zorgt voor goed voorbereide en opgeleide brandweermensen die de beschikking hebben over voldoende materieel en materiaal voor de uitvoering van hun taak.
  • De VRU onderhoudt een aantal specialismen waaronder waterongevallen, rietkapbrandbestrijding, natuurbrandbestrijding en technische hulpverlening.
  • Op het gebied van Bevolkingszorg beheert de VRU de regionale piketten.
  • De VRU zorgt er voor dat piketfunctionarissen uitgebreid opgeleid, geoefend en getraind worden . Hoe dit uitgevoerd wordt, is vastgelegd in het Beleidsplan Opleiden, Trainen en Oefenen (OTO).
  • De VRU adviseert de gemeenten over de optimale inrichting van hun crisisorganisatie. Voor de lokale functionarissen verzorgt de VRU ook het totale opleiding, training en oefentraject.
  • De VRU volgt met het veiligheidsinformatiecentrum (VIC) de ontwikkelingen van risico’s in onze regio, die mogelijk kunnen uitgroeien tot een ramp of crisis.
  • De VRU coördineert en organiseert geneeskundige hulp aan slachtoffers bij een ramp of crisis. In de voorbereidende fase valt hieronder ook het op geneeskundig vlak adviseren bij evenementen.
  • De VRU adviseert het openbaar bestuur en organisaties die een rol hebben in geneeskundige hulpverlening over te nemen maatregelen.
  • De VRU organiseert crisisoefeningen met zorgverleners, brandweer, gemeenten en politie zodat de hulpverlening goed op elkaar aansluit.
  • De VRU stelt de wettelijke verplichte incidentbestrijdingsplannen op of actualiseert deze.
  • De VRU evalueert GRIP-incidenten conform het evaluatiebeleid van de VRU.
  • De VRU beschikt over actuele aanvals- en/of bereikbaarheidskaarten voor risicovolle en kwetsbare objecten.
  • De VRU draagt zorg voor de continuïteit van de meldkamerfunctie in aanloop naar de samenvoeging, onder meer door harmonisatie van de meldkamerprocessen.
  • De VRU gaat verder met het verder terugdringen van de nodeloze meldingen via de brandmeldinstallatie. De VRU zet in op een combinatie van voorlichting, toezicht & handhaving en verificatie van de melding.
  • Op het gebied van organisatieontwikkeling zal de VRU zich onder andere bezig houden met het ontwikkelen van accountmanagement, harmonisatie rechtspositie en loketgericht werken

De VRU voert een aantal taken op het gebied van onderhoud en exploitatie van de brandweerkazernes uit. De pakketten operationeel onderhoud, schoonmaak en Arbo & veiligheid neemt de gemeente af bij de VRU.

Financiële en inhoudelijke ontwikkelingen 2021 n.v.t.
Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2021 Begin boekjaar: € 17.732.000
Einde boekjaar: € 23.237.000
Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2021 Begin boekjaar: € 30.900.000
Einde boekjaar: € 45.777.000
Financieel resultaat 2021 (saldo van baten en lasten) Saldo van baten en lasten: € 5.505.000
Resultaat (na mutaties reserves): €3.102.000
Risico’s Het grootste risico betreft het zich voordoen van grote rampen en calamiteiten in een regiogemeente, waardoor er een financieel risico ontstaat voor het bekostigen van de bijdrage aan de gemeenschappelijke regeling VRU.

Regionaal Historisch Centrum Rijnstreek en Lopikerwaard (RHC)

Terug naar navigatie - Regionaal Historisch Centrum Rijnstreek en Lopikerwaard (RHC)
Vestingsplaats Woerden
Doel Uitvoering Archiefwetgeving en het beheer van historische archieven en collecties en beschikbaarstelling ervan aan burgers en organisatie.
Op grond van de Archiefwet 1995 moeten besturen van overheden ervoor zorgdragen dat hun archieven in goede en geordende en toegankelijke staat verkeren. Verder is het RHC belast met het wettelijk toezicht op het gemeentelijk beheer van nog niet overgebrachte archieven.
Programma  
Deelnemende partijen Gemeenten Bodegraven-Reeuwijk, Lopik, Montfoort, Oudewater, Woerden en IJsselstein en het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden te Houten.
Bestuurders vanuit onze gemeente Lid : burgemeester drs. D.C. de Vries
Plv. lid : wethouder drs. B.C. Lont
Bestuurlijk belang De bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de overgebrachte archieven ligt sinds 2006 bij het bestuur van de Gemeenschappelijke regeling RHC .
Gemeenschappelijk belang dat wordt behartigd Bovengenoemde taken (zie achter Doel) vloeien voort uit de Archiefwet. Deze wet verplicht overheidsinstellingen de archieven in goede, geordende en toegankelijke staat te bewaren. Daarnaast verplicht de Archiefwet overheidsinstellingen om archieven die ouder zijn dan 20 jaar en voor blijvende bewaring in aanmerking komen, toegankelijk te maken voor het publiek. Hierbij verandert de status van deze archieven in principe naar openbaar en zijn ze voor iedereen kosteloos te raadplegen.

Financiële bijdrage
en financiën

 

Begroting 2021: € 46.912 (incl. btw)

Rekening 2021: € 39.404 (incl. btw)

Begroting 2022: € 48.822 (incl. btw)

Belang van Oudewater

Doel van het RHC is in het samenwerkingsgebied uitvoering te geven aan de Archiefwet en het vervullen van de functie van regionaal kennis- en informatiecentrum op het gebied van de lokale en regionale geschiedenis door het opbouwen en beheren van een zo breed mogelijke collectie aan (regionaal) historische bronnen en deze op een zo actief mogelijke wijze dienstbaar maken voor een breed publiek.

Financiële en inhoudelijke ontwikkelingen 2021

Vanuit de Archiefwet richt het RHC zich op het beheer van het statisch archief en de uitvoering van de inspectietaak. Het fungeert voor de gemeente als historisch informatiecentrum. De niet-wettelijke taken van het RHC werden afgebouwd.

Het vergroten van de digitale toegankelijkheid van de archieven en collecties is een belangrijk speerpunt voor de komende jaren. Het RHC zal ook de vorming van een regionaal E-depot de komende tijd verder oppakken.

Via de RHC-website is het mogelijk om sommige archiefbescheiden digitaal te raadplegen. Archieven en bronnen die zijn ontsloten worden zoveel mogelijk op de website voor publiek beschikbaar gesteld. Natuurlijk blijft het mogelijk de studiezaal te bezoeken om onderzoek te doen of (bouw)dossiers in te zien.
De overbrengingstermijn voor Archiefbescheiden naar het RHC staat momenteel volgens de Archiefwet op 20 jaar. Er is een traject gestart om deze termijn terug te brengen naar 10 jaar. Verkorting van de overbrengingstermijn van 20 jaar naar 10 jaar zal een behoorlijke invloed op de werkzaamheden bij het RHC. Deze verkorting van de overbrengingstermijn zal waarschijnlijk in 2022 worden geëffectueerd.

Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2021

Nihil

Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2021

n.v.t.

Risico's

De taken worden uitgevoerd op basis van een sobere dienstverlening: alleen de wettelijke taken worden uitgevoerd.

Afvalverwijdering Utrecht (AVU)

Terug naar navigatie - Afvalverwijdering Utrecht (AVU)
Vestigingsplaats Utrecht
Doel De AVU is een gemeenschappelijke regeling ingevolge de Wet gemeenschappelijke regelingen en is in 1984 opgericht door de Utrechtse gemeenten en de provincie Utrecht. Deze gemeenschappelijke regeling heeft als doel een efficiënte en uit oogpunt van milieuhygiëne verantwoorde wijze van overslag, transport en verwerking van huishoudelijke en andere categorieën van afvalstoffen (geen bedrijfsafval) voor de deelnemende gemeenten te organiseren.
Namens de gemeenten voert de gemeenschappelijke regeling AVU de regie op de overslag, het transport, de bewerking en de verwerking van het door de inwoners van de provincie Utrecht aangeboden huishoudelijk afval. Ook organiseert en regisseert de AVU de papierinzameling, de glasinzameling en de inzameling van oude medicijnen en injectienaalden (i.s.m. de Apothekersvereniging AVNM) in de provincie Utrecht en laat de AVU jaarlijks de sorteeranalyses van het restafval per gemeente uitvoeren.
Programma 2. Fysiek beheer openbare ruimte en vervoer
Deelnemende partijen

Alle gemeenten binnen de provincie Utrecht met uitzondering van de gemeente Vijfheerenlanden (in 2021 uitgetreden uit de gemeenschappelijke regeling): 
de gemeenten Amersfoort, Baarn, Bunnik, Bunschoten, de Bilt, De Ronde Venen, Eemnes, Houten, Leusden, Lopik, Montfoort, Nieuwegein, Oudewater, Renswoude, Rhenen, Soest, Stichtse Vecht, Utrecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Woerden, Woudenberg, Wijk bij Duurstede, IJsselstein en Zeist.

Bestuurders vanuit onze gemeente Lid : wethouder drs. B.C. Lont
Plv. Lid : wethouder drs. W.J.P. Kok
Gemeenschappelijk belang dat wordt behartigd Namens de gemeenten voert de gemeenschappelijke regeling AVU de regie op de overslag, het transport, de bewerking en de verwerking van het door de inwoners van de provincie Utrecht aangeboden huishoudelijk afval. Ook organiseert en regisseert de AVU de papierinzameling, de glasinzameling en de inzameling van oude medicijnen en injectienaalden (i.s.m. de Apothekersvereniging AVNM) in de provincie Utrecht en laat de AVU jaarlijks de sorteeranalyses van het restafval per gemeente uitvoeren.
Financiële bijdrage

Begroting 2021: € 354.078
Gerealiseerd 2021: € 288.162
Begroting 2022: € 306.842

(zie grootboeknummers 6730.0012/6730.0013/6730.0014)

Belang van Oudewater De AVU bundelt de deskundigheid van de aangesloten gemeenten, waardoor er voor beleid en uitvoering een platform met veel (plaatselijke) kennis beschikbaar is. Door inzameling en verwerking van huishoudelijk afval gezamenlijk aan te besteden, worden dankzij grote hoeveelheden in de regel gunstige tarieven verkregen.
Financiële en inhoudelijke ontwikkelingen 2021

Doordat de bestaande contracten van de AVU voor het verwerken van restafval en GFT 31 december 2020 afliepen, heeft de AVU deze werkzaamheden opnieuw aanbesteed. Het gebrek aan concurrentie in de markt en onzekerheid over de afzet van deelstromen, maatregelen rond CO2-besparingen en PFAS hebben geleid tot hogere verwerkingstarieven voor deze afvalstromen in de komende jaren.
Per 1 april 2020 zijn alle AVU-gemeenten overgestapt naar de nieuwe Ketenovereenkomst Verpakkingen 2020-2029. Deze nieuwe Ketenovereenkomst vervangt vanaf 2022 de huidige Raamovereenkomst Verpakkingen 2012-2022. Hierdoor zijn de AVU-gemeenten vanaf 1 april 2020 m.b.t PMD alleen nog verantwoordelijk voor het inzamelen en niet meer voor de post-collection (= overslag en transport, sorteren en vermarkten). Hierdoor zijn de kosten voor het verwerken en post-collection voor PMD in de AVU-begroting van 2021 vervallen.
De uittreding van de gemeente Vijfheerenlanden uit de GR leidt - voor zover dit momenteel kan worden overzien - niet tot financieel of ander nadeel van de andere deelnemende gemeenten.

Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2021 Begin boekjaar: € 250.201
Einde boekjaar: € 250.335
Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2021 Begin boekjaar: € 23.539.865 
Einde boekjaar:  € 20.555.110 
Financieel resultaat 2021 (saldo van baten en lasten) Saldo van baten en lasten voor belasting en onttrekking: € 104.811
Gerealiseerd resultaat: € 106.099
Risico's In principe kent de AVU geen risico’s. Alleen wanneer een grote contractpartner haar verplichtingen niet kan nakomen zou een nieuwe overeenkomst meerkosten met zich mee kunnen brengen. Deze meerkosten worden dan doorberekend aan de deelnemende gemeenten.

Ferm Werk

Terug naar navigatie - Ferm Werk
Vestigingsplaats Woerden
Doel

Ferm Werk is de uitvoeringsorganisatie van vier gemeenten op het terrein van Participatie, Werk & Inkomen. De vier deelnemende gemeenten hebben alle taken van hun sociale diensten, inclusief het daarmee verbonden operationele beleid, ondergebracht bij Ferm Werk.

De dienstverlening die Ferm Werk verzorgt, betreft het uitvoeren van taken in het kader van de Participatiewet, waarin de volgende voormalige wetten zijn opgenomen: Wet Werk en Bijstand, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen. Daarnaast geeft Ferm Werk uitvoering aan de Wet Sociale Werkvoorziening en het Besluit Bijstandsverlening Zelfstandigen.

Tot de taken van Ferm Werk behoort het op basis van genoemde regelgeving verstrekken van uitkeringen en overige inkomensondersteuning en het uitvoeren van in de regelgeving aangegeven activiteiten ter bevordering van participatie en re-integratie in het arbeidsproces.

Programma 3. Sociaal domein
Deelnemende partijen De gemeenten Oudewater, Woerden, Montfoort en Bodegraven-Reeuwijk. De deelnemende gemeenten hebben in het bestuur stemrecht naar rato van het aantal inwoners. Dit komt erop neer dat de gemeente Oudewater ongeveer 10% van de stemmen in het Algemeen Bestuur heeft. Besluiten worden genomen met 2/3 meerderheid van stemmen.
Bestuurders vanuit onze gemeente Leden : wethouder drs. J.I.M. Duindam (DB) en raadslid K. de Bruijn (AB)
Plaatsvervangende leden: wethouder drs. W.J.P. Kok en raadslid mw. E. van Wijk
Gemeenschappelijk belang dat wordt behartigd Zie doel.
Financiële bijdrage

Reguliere dienstverlening:
Begroting 2021: € 845.492 (incl. rijksbijdrage € 1.569.921)
Werkelijk 2021: € 827.157 (incl. (*) rijksbijdrage € 1.747.678)
Herziene begroting 2022: € 900.406 (incl. rijksbijdrage € 1.768.594)

(*) Werkelijke rijksbijdrage 2021 is incl. incidentele ontvangst voor TONK (€ 19.878) en middelen 3e steunpakket corona t.b.v. uitvoeringskosten (€ 10.363). 

Aanvullende dienstverlening:
Begroting 2021: € 112.610
Werkelijk 2021: € 107.094
Herziene begroting 2022: € 115.000

Belang van Oudewater We streven ernaar dat zo veel mogelijk inwoners mee kunnen doen in de Oudewaterse samenleving. We streven naar een integrale werkwijze waarbij inwoners zo goed mogelijk worden ondersteund zonder last te hebben van verschillen tussen wettelijke regimes.
Financiële ontwikkelingen 2021

De financiële ontwikkeling in 2021 werd gekenmerkt door een hoge mate van onzekerheid, de coronacrisis zorgde voor een nieuwe realiteit. Als gevolg van de coronacrisis is het bestand fors omhoog gedaan. De begroting 2021 was opgesteld voordat de coronacrisis uitbrak, waardoor er in werkelijkheid circa 19% meer uitkeringen zijn verstrekt dan begroot. Daarnaast is sprake van een toename van de kosten voor bijzondere bijstand. Dit wordt veroorzaakt door een algemene stijging van het aantal klanten, toename vestiging statushouders waardoor inrichtingskosten en overbruggingsuitkeringen gestegen zijn en er is meer beroep gedaan op een tegemoetkoming voor kinderopvang met sociaal-medische indicatie.

 Vanuit het Rijk zijn de steunpakketten Tijdelijke overbruggingsregeling voor zelfstandige ondernemers (Tozo) en Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK)  beschikbaar gesteld. De ontvangen bijdrage Tozo over 2021 is hoger dan het aantal werkelijke verstrekkingen, het overschot moet teruggestort worden aan het Rijk. De TONK-regeling is een uitbreiding van de bijzondere bijstand en valt hierdoor onder de Participatiewet. Het overschot vanuit deze regeling hoeft niet terug naar het Rijk en is daarmee dus vrij besteedbaar.

Het onderdeel begeleide participatie (SW-bedrijf) laat een voordeel zien. De gerealiseerde Netto Toegevoegde Waarde (NTW), ook wel de verdiensten vanuit het SW-bedrijf, zijn een stuk hoger uitgevallen dan begroot. De medewerkers van Ferm Werk hebben succesvol weten te anticiperen op verschuivingen van werk, het omgaan met covid-proof werkplaatsen en herplaatsen van medewerkers. Daarnaast is de rijksbijdrage voor de Wsw-doelgroep omhoog bijgesteld. 

Het voordeel op arbeidsparticipatie wordt veroorzaakt doordat het Rijk vanwegede coronacrisis extra middelen voor arbeidsparticipatie beschikbaar heeft gesteld. Daarnaast heeft Ferm Werk zijn dienstverlening op arbeidsparticipatie aangepast en is het voordeel hoger dan begroot. 

Bovenstaande leidt ten opzichte van de oorspronkelijke begroting 2021 tot een voordeel van in totaal € 23.851.

Inhoudelijke ontwikkelingen 2021

Ferm Werk bestaat sinds 1 januari 2014. Op die datum zijn de sociale diensten van vier gemeenten samengegaan met het WSW-bedrijf. Sinds de oprichting heeft Ferm Werk zich steeds meer ontwikkeld als partner binnen het sociaal domein. Ferm Werk speelt ook een belangrijke rol in de opvang van vergunninghouders en hun integratie in de samenleving. Daarbij zijn toeleiding naar aanvullend onderwijs en toeleiding naar werk belangrijke elementen. Tegelijkertijd wordt, ook in het kader van het regionale werkbedrijf, de werkgeversdienstverlening versterkt. Ferm Werk wordt door het bedrijfsleven steeds meer gezien als partner bij het vervullen van vacatures en het beperken van de werkloosheid in de regio. 

In 2021 is gestart met de uitwerking van de bestuursopdrachten. De gezamenlijke impact hiervan is groot en leidt tot structurele veranderingen van Ferm Werk als GR. De juridische structuur is vereenvoudigd waardoor er met ingang van 1 januari 2022 sprake is van één juridische entiteit. Ook is hard gewerkt aan de gewijzigde begroting 2022, die beter inzicht biedt in de kosten van de uitvoering, en zijn de programma’s herschreven. De gewijzigde begroting 2022 is echter nog niet in evenwicht met de financiële wensen van de gemeenten. Daarom gaat Ferm Werk samen met de deelnemende gemeenten in 2022 aan de slag met de notitie ‘efficiency en effectiviteit’. Deze nota biedt de gemeenten extra inzicht en kennis in de organisatie om het proces van gezamenlijke kaderstelling te ondersteunen. Daarnaast dient het als inzicht voor verdere mogelijkheden tot bezuinigingen.

 In 2022 zal de lijn waarin met Ferm Werk de samenwerking wordt gezocht binnen het brede sociaal domein worden voortgezet. Voor Oudewater is het van belang dat Ferm Werk zich verder ontwikkelt tot een partner binnen het brede sociale domein en dat de relatie met en de dienstverlening aan het bedrijfsleven verder wordt versterkt. Het gaat daarbij met name over de invulling van de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor participatie van cliënten met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Maar ook om het samen optrekken ten behoeve van een meer integrale dienstverlening aan cliënten van Ferm Werk die tevens klant zijn van andere partijen in het sociaal domein, zoals bijvoorbeeld schuldhulpverlening, jeugdzorg of justitie.

Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2021 Begin boekjaar € 74.603
Einde boekjaar € 74.603
Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2021 Begin boekjaar € 13.321.665
Einde boekjaar €   7.281.191
Financieel resultaat 2021 (saldo van baten en lasten) € 0
Risico's De inkomensregelingen die Ferm Werk uitvoert zijn open einde-regelingen. De begroting gaat uit van verwachtingen van het aantal mensen dat bijstand of inkomensondersteuning aanvraagt, en van een bepaald aantal cliënten dat gebruik gaat maken van een garantiebaan of nieuw beschut werk. Ook ten aanzien van de hoogte van de BUIG-uitkering is een inschatting gemaakt. In de werkelijkheid kan dit alles mee- of tegenvallen. Het risico daarvoor berust volledig bij de deelnemende gemeenten. 

Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst regio Utrecht (GGDrU)

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst regio Utrecht (GGDrU)

 

Vestigingsplaats Utrecht
Doel Het in stand houden van een dienst van gemeenten ter uitvoering van de taken bij of krachtens de Wet publieke gezondheid opgedragen aan de colleges op het gebied van de publieke gezondheid.
Programma 3. Sociaal domein
Deelnemende partijen Alle 26 gemeenten van de provincie Utrecht houden de gemeenschappelijke regeling in stand.
Bestuurders vanuit onze gemeente Lid : wethouder drs. W.J.P. Kok
Plv. lid : wethouder drs. J.I.M. Duindam
Gemeenschappelijk belang dat wordt behartigd

De GGDrU levert een bijdrage aan het bevorderen van een gezonde bevolking door middel van onderzoek, advies en ondersteuning. Infectieziektenbestrijding is een belangrijke taak van de GGDrU; het belang is door de corona-uitbraak in 2020 nog duidelijker geworden. 

De JGZ heeft een belangrijke signalerende functie als het gaat om de ontwikkeling van onze jeugd. Een andere belangrijke taak van de GGDrU is het verzamelen van epidemiologische gegevens waarmee de gemeenten hun beleid kunnen richten.

Financiële bijdrage

Begroting 2021 totale bijdrage en vergoedingen: € 401.984 (na begrotingswijziging 2021)

Jaarrekening 2021: € 394.570

Begroting 2022 totale bijdrage en vergoedingen: € 407.111
(zie grootboeknummers 6710.0010/6710.0011/6120.0012/6430.0019)

Belang van Oudewater Onderdeel uitmaken van de verbonden partij GGDrU levert Oudewater voordelen op het gebied van (financiële) risicospreiding, bestuurlijke kracht en effectiviteit, kennis en expertise en efficiency dankzij samenwerking met andere gemeenten én GGDrU zelf.
Financiële ontwikkelingen 2021

Omdat de organisatie van de GGDrU niet robuust genoeg was, worden verbeteringen doorgevoerd. Voor de dekking van de daarmee gemoeide kosten is een Ombuigingsplan (2018-2021) opgesteld en momenteel nog in uitvoering. Door vertraging in de oplevering van het nieuwe Digitaal Dossier JGZ, het GGiD, met daarmee samenhangende financiële tegenvaller, is het Ombuigingsplan verlengd tot 2024. 

Uit extern onderzoek is gebleken dat ombuigingen voldoende financiën kunnen opleveren voor de intensivering van de ondersteunende organisatie van de GGD. Niet zeker is of alle ombuigingen (tijdig) gerealiseerd kunnen worden (zie verder bij risico’s). Verhoging van de inwonerbijdrage, anders dan op basis van indexering of uitvoer van extra taken in opdracht van de gemeente,  is tot nu toe niet nodig geweest.

De begrotingswijziging 2021 vertaalde zich in een wijziging van de inwoner- en kindbijdragen ten opzichte van de ontwerpbegroting 2021. Deze wijziging wordt verklaard door de effecten van de wijzigingen in sociale verzekeringspremies en pensioenpremies, en door de toepassing van de loonvoet sector overheid in verband met het ontbreken van een cao per 1 januari 2021. Daarnaast gold specifiek voor de kindbijdrage een ophoging door het toevoegen van de financiering van de meningokokken ACWY-vaccinatie (MenACWY). Het Rijk heeft de ACWY-middelen toegevoegd aan het Gemeentefonds.

Inhoudelijke ontwikkelingen 2021

In de begroting van 2021 is vastgehouden aan 5 maatschappelijke effecten die vertaald zijn naar resultaten. Dit zijn:

1. Inwoners wonen, leven, gaan naar school en werken in een veilige omgeving waar aandacht is voor gezondheid en elkaar.
2. Een gezonde en veilige start voor elk kind.
3. Iedereen kan zich ontwikkelen en ontplooien.
4. Iedereen kan meedoen.
5. Bedreigingen van de publieke gezondheid worden bestreden.

Deze maatschappelijke effecten zijn de leidraad voor de ambities voor 2021. Naast inhoudelijke ambities is er ruim aandacht voor het verbeteren van de dienstverlening en het verder op orde brengen van de organisatie. Per ambitie (veiliger leefomgeving, minder kwetsbare inwoners, gezondere en weerbaarder kinderen en scholen, een goede start voor ieder kind en het voorkomen van gezondheidsproblemen en- risico’s) zijn de beoogde resultaten, de acties en de kosten vastgelegd.

Hiernaast heeft de GGDrU sinds eind februari 2020 vanuit haar wettelijke taak (Wet publieke gezondheid) op het gebied van infectieziektebestrijding een grote rol in de bestrijding van het COVID-19 virus. In 2020 bestonden de taken vooral uit testen en bron- en contactonderzoek. In 2021 kwam daar de hele vaccinatiecampagne bij. Alle activiteiten die voortvloeiden uit de pandemiebestrijding heeft GGDrU ondergebracht in een aparte organisatie, het Coronabedrijf. In het Coronabedrijf werkten op de piek zo’n 7.500 mensen. 

In 2021 is meer en meer duidelijk geworden welke impact het coronavirus op onze samenleving heeft gehad en wat dit betekent voor preventie in de toekomst. Inwoners met een lage sociaal-economische status (SES) of een migratieachtergrond lopen een groter risico op een besmetting met het virus, zijn vaker ernstig ziek en overlijden vaker aan het virus. Ook de maatregelen om het virus in te dammen, zoals de lockdowns, hadden een grotere negatieve impact op deze groep (denk aan werk, inkomen, onderwijs en opvoeding, en toegang tot de zorg) met een slechtere gezondheid als gevolg. Het werken aan verkleinen van deze verschillen is daarmee nog urgenter geworden. Dat vergroot het belang van de publieke gezondheid in het algemeen en preventie in het bijzonder.

Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2021

Begin boekjaar: € 5.142.740
Einde boekjaar: € 4.112.693

Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2021

Begin boekjaar: € 35.524.368
Einde boekjaar: € 49.257.955

Financieel resultaat 2021 (saldo van baten en lasten)

Saldo van baten en lasten: € 997.000
Resultaat (na mutaties reserves): € 565.000

Risico's

De deelnemende gemeenten aan de Gemeenschappelijke Regeling GGDrU staan garant voor de betaling van rente en aflossing van de door de GGD aangegane geldlening en rekening-courant overeenkomsten. De garantstelling geschiedt naar verhouding van de inwonertallen op 1 januari van het jaar waarin de garantieverplichting tot stand is gekomen.

Twee keer per jaar vindt de integrale risicoinventarisatie plaats binnen de GGDrU. Deze maakt deel uit van de reguliere P&C-cyclus. De actualisatie wordt weergegeven in een risicokaart.

In de jaarrekening van 2021 zijn drie categorieën risico’s onderscheiden: interne bedrijfsvoering, de samenwerking in de gemeenschappelijke regeling en externe ontwikkelingen. Per productgroep zijn daarin de risico’s beschreven, van actiepunten voorzien en van het bedrag dat nodig is als weerstandsvermogen. Op basis van de risico-inventarisatie bedraagt de benodigde weerstandscapaciteit € 1.128.000 (in 2020 € 1.000.000). De beschikbare weerstandscapaciteit is per 31 dec 2021 € 2.592.203. Daarmee is de verhouding (beschikbaar/nodig) 2,298. Hiermee zijn de genoemde risico’s financieel ruim afdoende afgedekt. Uit het laatste bestuurlijk gedeelde Ombuigingenplan blijkt echter dat de Algemene Reserve naar verwachting de komende jaren zal teruglopen naar een saldo van circa € 850.000 wat in de buurt komt van het minimumniveau van de benodigde weerstandscapaciteit op basis van de huidige risicoinventarisatie.

Op de risicokaart is af te lezen dat er een aantal risico’s is met midden tot hoge kans en impact:
1. Interne bedrijfsvoering:
- te weinig gekwalificeerd (medisch) personeel: het is lastig om personeel te vinden;
- fluctuatie kindaantallen: vanaf 2018 financiering JGZ op basis van kindaantallen. Aantal kinderen neemt af;
- asielzoekers JGZ: aanbesteding JGZ dienstverlening bij asielzoekers;
- reizigersvaccinatie: de vraag fluctueert (structurele lasten bij fluctuatie opbrengsten)
- GGiD (= digitaal kinddossier): de implementatie is vertraagd. Betreft de bouw van een nieuw digitaal
dossier met twee andere GGD-en. Tests
geven aan dat software nog niet uitgerold
kan worden.Incidenteel hogere kosten in zowel bouwfase als licentiekosten bestaande software (verlengen van gebruik). Tevens later moment van realiseren ombuigingen

2. Samenwerking in de GR:
- maatwerk: aansluiten op behoefte gemeenten, afname vraag maatwerk door gemeenten en ook financiële positie gemeenten kan aanleiding zijn maatwerk te stoppen;
- ombuigingen: duren langer dan voorzien, mede als gevolg van vertraging GGiD;

3. Externe ontwikkelingen:
- risicoinventarisatie & -evaluatie gebouwen: arbobeleid is wettelijk verplicht en nog niet alle benodigde RI&E's zijn uitgevoerd.

Corona
De coronacrisis heeft grote impact op het werk van de GGDrU en heeft ook financiële gevolgen. Het Rijk heeft toegezegd om gemaakte meerkosten te compenseren.

 

Omgevingsdienst Regio Utrecht (ODRU)

Terug naar navigatie - Omgevingsdienst Regio Utrecht (ODRU)
Vestigingsplaats Provinciehuis Utrecht
Doel

De Omgevingsdienst Regio Utrecht ondersteunt en adviseert de gemeente Oudewater bij het uitvoeren van milieutaken en het ontwikkelen van beleid voor milieu en duurzaamheid. De ODRU levert een bijdrage aan het realiseren van een veilige, gezonde en duurzame leefomgeving en het versterken van de bestaande milieukwaliteit door inwoners, bedrijven en overheden te stimuleren tot milieuvriendelijk handelen en gedrag.

Voor de uitvoering van de milieutaken is de programmabegroting van de gemeente leidend. Binnen dit financiële kader wordt jaarlijks een Uitvoeringsprogramma (UVP) opgesteld. Dit zijn de kaders waarbinnen de Omgevingsdienst haar taken uitvoert.

Programma 4. Cultuur, economie en milieu
Deelnemende partijen De gemeentebesturen van Bunnik, De Bilt, Montfoort, Oudewater, Renswoude, Rhenen, De Ronde Venen, Stichtse Vecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Vijfheerenlanden, Woerden, Wijk bij Duurstede, IJsselstein en Zeist.
Bestuurders uit onze gemeente Lid : wethouder B. Lont
Plv. lid : wethouder W. Kok
Gemeenschappelijk belang dat wordt behartigd Een gezonde, veilige en duurzame leefomgeving (in het kader van milieu)
Financiële bijdrage

Conform de gemeenschappelijke regeling dragen de 15 deelnemende gemeenten gezamenlijk het risico voor de Omgevingsdienst.

Begroting 2021: € 485.085
Werkelijk 2021: € 482.505
Begroting 2022: € 435.451

(zie grootboeknummer 67400010)

Financiële en Ontwikkelingen 2021

De voorbereiding op de komst van de Omgevingswet per 1 januari 2023 heeft grote impact op de werkzaamheden van de ODRU.  De ODRU heeft de inschatting gemaakt dat de komst van de Omgevingswet extra werkzaamheden met zich meebrengt. Deels betreft dit nieuwe bodemtaken waar budget vanuit het Rijk tegenover staat. De hoogte van dit budget is nog niet bekend. Deels betreft het anders werken. Onder de uitvoering van de Omgevingswet zal duidelijk worden welke inspanning van de ODRU nodig is om de werkzaamheden uit te voeren en welke structurele kosten dit met zich mee zal brengen.

Daarnaast wordt steeds duidelijker dat de implementatie van de Omgevingswet extra inspanning vraagt.  De wetgeving verandert en deze wijzigingen moeten worden doorgevoerd. Waar dit echt nodig is, gebeurt dit vóór de inwerkingtreding. De overige wijzigingen worden daarna doorgevoerd. 

Inhoudelijke ontwikkelingen 2021 Een belangrijke ontwikkeling in het samenspel tussen ODRU en gemeente is de komst van de Omgevingswet.
Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2021

Begin boekjaar: € 1.157.790

Einde boekjaar: € 1.707.560

Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2021 Begin boekjaar: € 7.863.561
Einde boekjaar: € 3.334.328
Solvabiliteitsratio: 33,87 % (hoe hoger, hoe groter de weerbaarheid)
Financieel resultaat 2021 (saldo van baten en lasten) Saldo van baten en lasten € 691.871
Geraamd resultaat (na mutaties reserves) € 173.500
Risico's

Op een deel van het eigen vermogen van de ODRU rusten diverse bestemmingen zodat het weerstandsvermogen van de ODRU zich beperkt tot de algemene of egalisatiereserve.
In het Algemeen Bestuur van de ODRU van 19 december 2019 is besproken af te stappen van de ratio van 1,5 en te gaan werken met een bandbreedte. In de risiconotitie 2019/2020 is daarom besloten uit te gaan van waarderingscijfer C dat uitgaat van een voldoende weerstandsvermogen met een bandbreedte van 1,0 tot 1,4.

Eind 2021 komt de ratio van het weerstandsvermogen uit op 0.87. Dit ligt onder de ratio van 1,0-1,4, wat betekent dat de risico's niet gedekt kunnen worden vanuit het weerstandsvermogen. Door het Algemeen Bestuur is op 7 april 2022 is besloten om het weerstandvermogen aan te vullen vanuit het resultaat opdat weer wordt voldaan aan het minimale vereiste van ratio 1,0.

Als de Algemene Reserve boven deze bandbreedte uitkomt, wordt het meerdere teruggegeven aan de eigenaar-gemeenten. Het niveau van het benodigde weerstandsvermogen wordt ieder jaar vastgesteld in  de notitie Weerstandsvermogen en Risicomanagement.

 

Vennootschappen en coöperaties

Bank Nederlandse Gemeenten (BNG)

Terug naar navigatie - Bank Nederlandse Gemeenten (BNG)
Vestigingsplaats Den Haag
Openbaar belang De BNG is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang (zoals volkshuisvesting, gezondheidszorg, onderwijs, cultuur en openbaar nut). Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. De strategie van de bank is gericht op het behouden van substantiële marktaandelen in het Nederlands maatschappelijk domein en het handhaven van een excellente kredietwaardigheid (Triple A). Daarnaast streeft zij naar een redelijk rendement voor haar aandeelhouders. De BNG biedt financiële diensten op maat, zoals kredietverlening, betalingsverkeer, advisering en elektronisch bankieren. Daarnaast neemt zij deel aan projecten in de vorm van publiek-private samenwerking.
Doel BNG Bank is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. De bank draagt duurzaam bij aan het laag houden van de kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. Alleen overheden, namelijk het Rijk (50%), gemeenten, waterschappen en provincie mogen aandeelhouder zijn van de BNG. Hierdoor kan toezicht gehouden worden op optimale belangenbehartiging voor deze overheden.
Programma 7. Algemene inkomsten
Deelnemende partijen De gemeente Oudewater heeft geen zetel in het bestuur en de raad van commissarissen van de BNG. De gemeente heeft als aandeelhouder wel stemrecht in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. 
Bestuurders vanuit onze gemeente Geen deelname in het bestuur. Wel zeggenschap door het bezit van aandelen.
Gemeenschappelijk belang dat wordt behartigd Zie doel.
Financiële bijdrage (ontvangst dividend)

De bank is een structuurvennootschap. De Staat is houder van de helft van de aandelen, de andere helft is in handen van gemeenten, provincies en een waterschap.
De gemeente Oudewater bezit 27.612 aandelen (= 0,225% van het totaal aantal aandelen). Jaarlijks ontvangt de gemeente dividend naar rato van het aantal aandelen.

Baten (dividenduitkering):

Begroting 2021: € 49.978

Rekening 2021: € 49.978

Begroting 2022: € 35.067
(zie grootboeknummer 6050.0011)

Belang van Oudewater Eventuele kortlopende en langlopende leningen aangaan en deposito’s uitzetten. Daarnaast heeft de gemeente aandelen van de bank in bezit, waarop jaarlijks dividend wordt ontvangen.
Financiële ontwikkelingen 2021 De positieve ontwikkeling van de leverage ratio is aanleiding voor de BNG om de pay-out ratio voor het dividend te verhogen van 50% naar 60%.
Inhoudelijke ontwikkelingen 2021 BNG wil de positie van expert in financiering van publieke voorzieningen in de komende jaren verder versterken. De strategie is gericht op het inspelen op de (veranderende) behoeften van de klant door het volgen van het overheidsbeleid en het bieden van maatwerkoplossingen voor de financiering van duurzame investeringen.
Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2021 Begin boekjaar: € 5.097 miljoen
Einde boekjaar: € 5.062 miljoen
Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2021 Begin boekjaar: € 155.262 miljoen
Einde boekjaar: € 143.995 miljoen
Financieel resultaat 2021 (saldo van baten en lasten)

Nettowinst na belastingen van € 236 miljoen (vorig jaar € 221 miljoen).

Na aftrek van de uitkering voor dividend aan verschaffers van hybride kapitaal is een bedrag van € 127 miljoen over 2021 beschikbaar voor aandeelhouders.

De belangrijkste oorzaken van de stijging  van de nettowinst ten opzichte van 2020  is dat de BNG in 2021 op financiële transacties  een hoger resultaat heeft geboekt van € 100 miljoen. Daar staat tegenover een daling van € 70 miljoen van het renteresultaat. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door een onnodige eenmalige fout. 

Risico's

De naar risico gewogen solvabiliteitsratio’s zijn ten opzichte van ultimo 2019 stabiel gebleven op een hoog niveau; de Common Equity Tier 1-ratio en de Tier-1 ratio kwamen eind 2021 uit op 32% respectievelijk 38%. Dit is een lichte daling van 1%.

Vitens

Terug naar navigatie - Vitens
Vestigingsplaats Utrecht
Openbaar belang

De kernactiviteiten zijn winning, productie en levering van (drink)water aan particulieren en bedrijven.

Vitens is een publiek bedrijf. De aandeelhouders van Vitens – gemeenten en provincies – ondersteunen de maatschappelijke doelstellingen van Vitens, met (mede)verantwoordelijkheid voor gezondheid (door veilig en betrouwbaar drinkwater) en een duurzame samenleving met zorg voor de bescherming van natuur en milieu.
Voor de aandeelhouders wil Vitens een financieel krachtig bedrijf zijn en een marktconform dividend uitkeren bij een gezonde solvabiliteit.

Doel Vitens NV is een publiek (drink)waterbedrijf, waaronder begrepen de winning, productie, transport, verkoop en distributie van water, alsmede het verrichten van alles wat met de publieke watervoorziening verband houdt of daaraan bevorderlijk kan zijn. De aandelen van de NV zijn (in)direct in handen van provinciale en gemeentelijke overheden. Hierdoor kan toezicht gehouden worden op optimale belangenbehartiging voor deze overheden.
Programma 4. Cultuur, economie en milieu (nutsbedrijven 6.050.010)
Deelnemende partijen De gemeente Oudewater is aandeelhouder en heeft daarmee stemrecht. De gemeente heeft 9.199 aandelen (0,159% van het totaal aantal aandelen) in haar bezit.
Betrokken zijn diverse gemeenten en provincies.
Bestuurders vanuit onze gemeente Geen deelname in het bestuur. Wel zeggenschap door het bezit van aandelen.
Gemeenschappelijk belang dat wordt behartigd Zie doel.
Financiële bijdrage (ontvangst dividend)

Baten (dividenduitkering):
Begroting 2021 € 0

Rekening 2021: € 0

Begroting 2022 € 0 

(zie grootboeknummer 6050.0010/11)

Het dividend wordt gerelateerd aan het nettoresultaat. Het bedrag aan dividend dat wordt uitgekeerd bedraagt minimaal 40% en maximaal 75% van het nettoresultaat. Relevant hierbij is de benodigde toevoeging aan de reserves om de continuïteit van de onderneming te waarborgen (t.b.v. investeringen in vaste activa of het versterken van de solvabiliteit.

Belang van Oudewater

Een goede drinkwatervoorziening tegen een betaalbare prijs voor de inwoners van Oudewater. Daarnaast het belang als aandeelhouder.

Vitens streeft naar zo laag mogelijke drinkwatertarieven, onder voorwaarde dat aan de continuïteitsdoelstelling wordt voldaan. Uitgangspunt hierbij is een bedrijfsresultaat (EBIT) dat jaarlijks wordt begroot op het niveau van het vastgestelde maximaal toegestane WACC-percentage (Weighted Average Cost of Capital) minus de bepaalde afslag, die varieert tussen de 0-0,5%.

Financiële ontwikkelingen 2021

Dividendverwachtingen 2020–2022
Voor de komende jaren is de verwachting dat Vitens geen dividend zal uitkeren als gevolg van de lage WACC =Weighted Average Cost of Capital (voor 2020 en 2021: 2,75%) en het hoge investeringsniveau voor de komende jaren. Hierdoor kan Vitens niet voldoen aan de continuïteitsdoelstelling zoals opgenomen in het Financieel beleid.

In relatie tot deze ontwikkelingen onderneemt Vitens de navolgende acties die met aandeelhouders zijn afgestemd:

  • Vitens is, in samenwerking met de koepelorganisatie Vewin, een lobby gestart bij het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat om te komen tot aanpassingen op de WACC-systematiek die meer in lijn liggen met de toekomstige ontwikkelingen in de drinkwatersector, waaronder een stijgend structureel niveau aan investeringen en dito financieringsbehoefte;
  • Onderzoek uitvoeren door een onafhankelijke instantie naar de methodiek die ten grondslag ligt aan de hoogte van het meerjarige investeringsplan (IP) zoals is goedgekeurd door de AvA in het najaar van 2019 (als onderdeel van het meerjarenplan 2020-2022);
  • Driejaarlijkse evaluatie/ herijking van het Financieel Beleid van Vitens zoals is vastgesteld in de AvA van juni 2019.
Inhoudelijke ontwikkelingen 2021

 

Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2021

Begin boekjaar: € 533.200.000
Einde boekjaar: € 557.100.000

Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2021

Begin boekjaar: € 1.293.000.000
Einde boekjaar: € 1.340.100.000

Financieel resultaat 2021 (saldo van baten en lasten)

Bedrijfsresultaat: € 52.100.000 (2019: € 41.400.000)

Resultaat na belasting: € 23.900.000 (2019: € 11.100.000)

 

Risico's

Hoogte investeringen om beschikbaarheid van voldoende drinkwater te kunnen blijven garanderen .

Stichtingen en verenigingen

Stichting Urgentieverlening West-Utrecht

Terug naar navigatie - Stichting Urgentieverlening West-Utrecht

 

Vestigingsplaats Woerden
Doel Het verlenen van urgentieverklaringen voor een sociale huurwoning aan woningzoekenden uit de regio West Utrecht.
De verklaringen worden afgegeven door de stichting op basis van de Huisvestingsverordening Regio Utrecht 2019, gemeente Oudewater. Deze is vastgesteld door de gemeenteraad. Er is geen eigen visie van de stichting voor de realisatie van de doelstellingen uit de programma's van de begroting. De stichting en de urgentiecommissie van de stichting voeren  de huisvestingsverordening uit bij mandaatbesluit van de deelnemende gemeenten.
Programma 6. Ruimtelijke ontwikkeling en wonen
Deelnemende partijen De gemeenten De Ronde Venen, Lopik, Montfoort, Oudewater, Stichtse Vecht en Woerden.
Bestuurders vanuit onze gemeente Lid : wethouder drs. J.I.M. Duindam
Plv. lid : wethouder drs. W.J.P. Kok
Gemeenschappelijk belang dat wordt behartigd Zie doel.
Financiële bijdrage

Begroting 2021: € 3.500
Rekening 2021:  € 3.500
Begroting 2022: € 4.550

Belang van Oudewater Woningzoekenden voorzien van een urgentieverklaring voor sociale huurwoningen.
Financiële ontwikkelingen 2021 n.v.t.
Inhoudelijke ontwikkelingen 2021 Vanuit de betrokken gemeenten is er een urgentiecommissie die urgentieaanvragen behandelt. Het Vierde Huis (extern) bereidt de besluiten van de Stichting Urgentieverlening West Utrecht voor. Voor het maken van extra medisch advies worden extra bedragen in rekening gebracht. De gemeente betaalt € 100 aan de aanvragers als de urgentie wordt verleend. De aanvrager betaalt € 150 leges aan de stichting.
Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2021

Begin boekjaar:  € 23.947
Einde boekjaar:  € 35.805

Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2021 Begin boekjaar: €    3.617
Einde boekjaar: €  11.581
Financieel resultaat 2021 (saldo van baten en lasten) - € 15.814
Risico's Bij een grote toename van urgentieaanvragen zal het budget niet kostendekkend zijn. Gezien de inrichting van het voortraject, waarbij een intake plaatsvindt, is dit risico beperkt.

Overige verbonden partijen

U10

Terug naar navigatie - U10
Doel Doel van de samenwerking is om te komen tot een regionale aanpak van de regionale uitdagingen op het gebied van woningbouw, mobiliteit, economie, energietransitie, groen en landschap en gezond leven, waarbij de lijn van het verdicht verstedelijken rondom knooppunten is vastgelegd in de Ruimtelijk Economische Koers die door de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten is vastgesteld. In de stedelijke regio rond Utrecht speelt zich het merendeel van het economisch, maatschappelijk en fysieke verkeer af. De samenwerking richt zich niet alleen op overheden, maar wil deze ook verbinden met het bedrijfsleven en kennisinstellingen (‘triple helix’). Hiermee wil de samenwerking bereiken dat de regio Utrecht in de toekomst een aantrekkelijke vestigingsplaats voor inwoners en bedrijven blijft en er gezond kan worden geleefd in een stedelijke regio.
Programma 1. Bestuur, dienstverlening en veiligheid
Deelnemende partijen

De gemeentebesturen van Bunnik, De Bilt, Houten, IJsselstein, Nieuwegein, Stichtse Vecht, Utrecht, Utrechtse Heuvelrug, Vijfheerenlanden, Wijk bij Duurstede, Woerden, Zeist, Montfoort, De Ronde Venen en Oudewater zijn lid van de U10. De gemeente Lopik is aspirantlid. Het betreft een flexibele netwerksamenwerking waarbij de gemeenten niet allemaal even intensief deelnemen op alle thema’s.

Bestuurders uit onze gemeente

De U10 kent geen dagelijks of algemeen bestuur. Het betreft een ‘lichte’ samenwerking op basis van een bestuursconvenant. Leden van het college nemen op basis van hun portefeuille deel aan de regionale bestuurstafels.

Momenteel is de bestuurlijke deelname als volgt:

Wethouder Duindam: bestuurlijk trekker tafel ‘Groen en Landschap’; ‘Economische positionering’; ‘Gezonde woon- en leefomgeving’;
Wethouder Kok: deelnemer tafels ‘Duurzame bereikbaarheid’ en ‘Gezonde en inclusieve regio’;
Wethouder Lont: deelnemer tafel ‘Klimaatneutrale regio’;
Burgemeester De Vries: aangesloten bij het Bestuurlijk Coördinatie Overleg.

Gemeenschappelijk belang dat wordt behartigd

De U10 is een netwerksamenwerking in ontwikkeling. Dit geldt zowel voor de manier van samenwerken (flexibel, doelverkennend, samen met andere partners) als voor de inhoud. In de bestuurstafels worden steeds nieuwe actuele thema’s geagendeerd. Iedere keer wordt daarin gekeken met wie het wordt opgepakt en op welke manier.

De U10 ontwikkelt zich in 2022 naar een samenwerking die op basis van een breed gedragen perspectief en programma (Integraal Ruimtelijk Perspectief en Programma) gemeenschappelijk de verstedelijkingsvraagstukken van de regio Utrecht aanpakt. De strategie van de U10 is hierbij om van de regio Utrecht een ontmoetingsplaats te maken voor gezond leven in een stedelijke regio.

Financiële bijdrage

Begroting 2021: € 10.318

Rekening 2021: € 7.605

Begroting 2022: € 14.449

De jaarlijkse bijdrage is een vaste deelnemersbijdrage van € 1,10 per inwoner voor het samenwerkingsconvenant en een bijdrage van € 0,30 per inwoner voor het U10 mobiliteitsconvenant. Dit wordt besteed aan personele kosten van een klein procesteam en een werkbudget voor onderzoeken, bijeenkomsten, communicatie etc. Deze bijdrage wordt jaarlijks geïndexeerd op basis van een mixpercentage van 70% loonindex en 30% prijsindex.

Belang van Oudewater

Oudewater is onlosmakelijk onderdeel van de regio Utrecht, als het gaat om wonen, verplaatsen, werken en leven. Daarom is het in het belang van Oudewater om in regionaal verband te werken aan een gezonde, slimme en groene regio. Dat gebeurt aan de volgende bestuurstafels in het bestuurlijk netwerk U10:

  • Gezonde woon- en leefomgeving
  • Economische positionering
  • Klimaatneutrale regio
  • Duurzame bereikbaarheid
  • Gezonde en inclusieve regio
  • Groen en Landschap

Daarnaast wordt in de U10 samengewerkt voor het Integraal Ruimtelijk Perspectief en Programma (IRP) en is de U10 betrokken bij het opstellen van de Regionale Energiestrategie (RES) U16.

Financiële ontwikkelingen 2021

Naast een deelnemersbijdrage voor het samenwerkingsconvenant en een bijdrage voor het mobiliteitsconvenant heeft Oudewater in 2021 incidentele financiële bijdragen geleverd voor:

  • Integraal Ruimtelijk Perspectief (IRP) € 4.273;
  • Regionale Energiestrategie (RES) € 2.561.
Inhoudelijke ontwikkelingen 2021 In 2021 zijn de gemeenten Oudewater, De Ronde Venen en Montfoort toegetreden tot het samenwerkingsverband U10.
Risico's

De netwerksamenwerking drijft op de inzet van de deelnemers en de urgentie van de onderwerpen. Als de deelnemers zich niet inzetten (bijvoorbeeld omdat ze het belang er niet van inzien) is het rendement nihil.