Paragraaf 2 Verbonden partijen

Wat is het doel van deze paragraaf?

Terug naar navigatie - Wat is het doel van deze paragraaf?

Een gemeente kan in principe zelf bepalen hoe een bepaalde taak wordt uitgevoerd. De gemeente kan er bijvoorbeeld voor kiezen de uitvoering zelf ter hand te nemen of de uitvoering te regelen (via een gemeenschappelijke regeling) met een aantal regiogemeenten gezamenlijk. Kernvragen blijven steeds of de doelstellingen van het uitvoerende orgaan nog steeds corresponderen met die van de gemeente en of de doelstellingen van de gemeente gerealiseerd worden.

Vanwege de bestuurlijke, beleidsmatige en/of financiële belangen en mogelijke risico’s is het gewenst dat in de begroting aandacht wordt besteed aan rechtspersonen, waarmee de gemeente een band heeft. Deze paragraaf geeft dan ook per verbonden partij informatie over de verbonden partijen en de bestuurlijke doelstelling die via de verbonden partij wordt gerealiseerd.

Wettelijk kader en gemeentelijk beleid

Terug naar navigatie - Wettelijk kader en gemeentelijk beleid

Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) geeft als (enige) definitie: “een verbonden partij is een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft”.

 

Bestuurlijk belang is zeggenschap, hetzij op basis van vertegenwoordiging in het bestuur hetzij uit hoofde van stemrecht. Er is sprake van een verbonden partij als de wethouder, het raadslid of de ambtenaar van de gemeente namens de gemeente in het bestuur van de partij plaatsneemt, of namens de gemeente stemt. Bij alleen een benoemingsrecht of een voordrachtsrecht – de gemeente mag een bestuurder of commissaris in de organisatie benoemen of voordragen – is er strikt genomen geen sprake van een verbonden partij. Gemeenten maken vaak van een dergelijk recht gebruik om ervoor te zorgen dat er kwalitatief goede bestuurders in het bestuur van de partij terechtkomen. Ook de stichting waarin bijvoorbeeld de wethouder cultuur op persoonlijke titel als bestuurder plaatsneemt – en dus niet de gemeente vertegenwoordigt– is volgens deze definitie geen verbonden partij.

 

Een financieel belang is een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag dat niet verhaalbaar is indien de verbonden partij failliet gaat, onderscheidenlijk het bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt. Dit betekent dan ook dat, wanneer een verbonden partij failliet mocht gaan, de deelnemers in deze verbonden partij, dus ook de gemeente Oudewater, voor extra kosten zullen komen te staan. Uit bovenstaande blijkt dus ook dat bij leningen en garantstellingen geen sprake is van een verbonden partij: de gemeente houdt juridisch verhaal als de partij failliet gaat. Ook bij exploitatiesubsidies is er geen sprake van een verbonden partij: het gaat om overdrachten (subsidies).

 

In deze paragraaf is het begrip verbonden partijen echter wat ruimer opgevat dan in het BBV. Daarom zijn bijvoorbeeld ook de belangrijkste organisaties die geen rechtspersoonlijkheid hebben, opgenomen. Maar eveneens zijn opgenomen stichtingen waarin de gemeente een benoemingsrecht heeft en die zij ook een subsidie geeft, grote organisaties waar de gemeente of een bestuurder levert en of zich garant stelt enz. De reden voor deze “brede” invulling van de paragraaf verbonden partijen is de behoefte aan overzicht. De belangrijkste partijen aan wie de gemeente zich op een of andere manier bestuurlijk en/of financieel verbonden heeft komen nu op één plek in de begroting en rekening bij elkaar.

 

Gemeenschappelijke regelingen
In deze paragraaf is per gemeenschappelijke regeling een format ingevuld. De reden hiervoor is dat landelijk, maar ook in Oudewater, meer inzicht wordt verlangd in de verbonden partijen waardoor het inzicht en de “grip” vergroot kan worden. Ook is van een aantal grotere stichtingen waarbij de gemeente financieel is betrokken een afzonderlijke format opgenomen.

Verbonden partijen

Terug naar navigatie - Verbonden partijen

De gemeente Oudewater heeft bestuurlijke en financiële belangen in verschillende verbonden partijen. De onderstaande partijen worden per categorie toegelicht:

Gemeenschappelijke regelingen

• Veiligheidsregio Utrecht (VRU)
• Regionaal Historisch Centrum Rijnstreek en Lopikerwaard (RHC)
• Afvalverwijdering Utrecht (AVU)
• Ferm Werk
• Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst regio Utrecht (GGDrU)
• Omgevingsdienst Regio Utrecht (ODRU)

Vennootschappen en coöperaties

• Bank Nederlandse Gemeenten (BNG)
• Vitens

Stichtingen en verenigingen

• MooiSticht
• Stichting Onderwijs Primair (SOP)
• Stichting Urgentieverlening West-Utrecht
• Bezit certificaten van aandelen Stichting Administratiekantoor Dataland in de BV Dataland

Gemeenschappelijke regelingen

Veilighiedsregio Utrecht (VRU)

Terug naar navigatie - Veilighiedsregio Utrecht (VRU)
Doel

Dit betreft een verplichte gemeenschappelijke regeling vanuit de Wet Veiligheidsregio’s. Het doel van deze regeling is het door de Veiligheidsregio Utrecht realiseren van een gelijkwaardig kwaliteitsniveau van de beheersing van rampen en crisis in de Utrechtse gemeenten. De gemeentelijke organisaties zijn verantwoordelijk voor een aantal crisisbeheersingsprocessen zoals: opvang en verzorging bij evacuatie, voorlichting en nazorg. Geen enkele gemeentelijke organisatie is in staat om deze taken geheel op eigen kracht te vervullen. Regionale samenwerking en bundeling van ambtelijke capaciteit is absoluut noodzakelijk.


Veiligheid houdt zich niet aan gemeentegrenzen. Bestuurlijke afspraken over prioriteiten en inzet worden op regionaal niveau gemaakt via de Veiligheidsregio Utrecht of het Regionaal College van de politie.

Bestuurlijk belang / betrokkenen De Veiligheidsregio bestaat uit een samenwerking tussen de brandweer, de politie, de Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR), de gemeenschappelijke meldkamer Utrecht (GMU) en 26 Utrechtse gemeenten.
Bestuurder vanuit onze gemeente Lid : burgemeester mr. drs. P. Verhoeve
Plv. lid : wethouder drs. J.I.M Duindam
Financieel  
Bijdrage

Begroting 2020: € 578.000
Begroting 2019: € 578.000

Dit is inclusief de bijdrage voor de Meldkamer Ambulancezorg (MKA)

Eigen vermogen -
Vreemd vermogen -
Financiële ontwikkeling In 2020 hebben zich geen significante financiële effecten voorgedaan. De hoogte van de algemene bijdragen is bepaald volgens de criteria van het gemeentefonds.
Inhoudelijke ontwikkeling

De Veiligheidsregio Utrecht houdt zich met ingang van 2020 met onder meer de volgende werkzaamheden bezig:
• De VRU heeft de risico’s in de regio in beeld en vastgelegd in het risicoprofiel. De informatie wordt met in- en externe partners gedeeld via:

- regionaal risicoprofiel;
- provinciale risicokaart;
- brandrisicoprofiel;
- (Gemeentelijke) Integrale Veiligheidsplannen.

• De VRU adviseert het bevoegd gezag om onveilige situaties te voorkomen en/of te beperken, met betrekking tot:

- ruimtelijke ordening & externe veiligheid (incl. overstromingsrisico’s);
- bouwen;
- brandveilig gebruik van gebouwen en bouwwerken;
- milieu;
- evenementen.

• De VRU houdt risicogericht toezicht op (brand)veiligheid in bestaande bouw en bij evenementen en adviseren het bevoegd gezag over te nemen maatregelen.
• De VRU wil met stimulerende preventie de zelfredzaamheid van burgers en bedrijven vergroten.
• De VRU zorgt voor goed voorbereide en opgeleide brandweermensen die de beschikking hebben over voldoende materieel en materiaal voor de uitvoering van hun taak.
• De VRU onderhoudt een aantal specialismen waaronder waterongevallen, rietkapbrandbestrijding, natuurbrandbestrijding en technische hulpverlening.
• Op het gebied van Bevolkingszorg beheert de VRU de regionale piketten.
• De VRU zorgt er voor dat piketfunctionarissen uitgebreid opgeleid, geoefend en getraind worden . Hoe dit uitgevoerd wordt, is vastgelegd in het Beleidsplan Opleiden, Trainen en Oefenen (OTO).
• De VRU adviseert de gemeenten over de optimale inrichting van hun crisisorganisatie. Voor de lokale functionarissen verzorgt de VRU ook het totale opleiding, training en oefentraject.
• De VRU volgt met het veiligheidsinformatiecentrum (VIC) de ontwikkelingen van risico’s in onze regio, die mogelijk kunnen uitgroeien tot een ramp of crisis.
• De VRU coördineert en organiseert geneeskundige hulp aan slachtoffers bij een ramp of crisis. In de voorbereidende fase valt hieronder ook het op geneeskundig vlak adviseren bij evenementen.
• De VRU adviseert het openbaar bestuur en organisaties die een rol hebben in geneeskundige hulpverlening over te nemen maatregelen.
• De VRU organiseert crisisoefeningen met zorgverleners, brandweer, gemeenten en politie zodat de hulpverlening goed op elkaar aansluit.
• De VRU stelt de wettelijke verplichte incidentbestrijdingsplannen op of actualiseert deze.
• De VRU evalueert GRIP-incidenten conform het evaluatiebeleid van de VRU.
• De VRU beschikt over actuele aanvals- en/of bereikbaarheidskaarten voor risicovolle en kwetsbare objecten.
• De VRU draagt zorgt voor de continuïteit van de meldkamerfunctie in aanloop naar de samenvoeging, onder meer door harmonisatie van de meldkamerprocessen.
• De VRU gaat verder met het verder terugdringen van de nodeloze meldingen via de brandmeldinstallatie. De VRU zet in op een combinatie van voorlichting, toezicht & handhaving en verificatie van de melding.
• Op het gebied van organisatieontwikkeling zal de VRU zich onder andere bezig houden met het ontwikkelen van accountmanagement, harmonisatie rechtspositie en loketgericht werken.
De VRU voert een aantal taken op het gebied van onderhoud en exploitatie van de brandweerkazernes uit. De pakketten operationeel onderhoud, schoonmaak en ARBO & veiligheid neemt de gemeente af bij de VRU.

Risico's  

Regionaal Historisch Centrum Rijnstreek en Lopikerwaard (RHC)

Terug naar navigatie - Regionaal Historisch Centrum Rijnstreek en Lopikerwaard (RHC)
Doel Uitvoering Archiefwetgeving en het beheer van historische archieven en collecties en beschikbaarstelling ervan aan burgers en organisatie. Op grond van de Archiefwet-1995 moeten besturen van overheden ervoor zorgdragen dat hun archieven in goede en geordende en toegankelijke staat verkeren. Op grond van diezelfde wet dienen overheidsarchieven van 20 jaar en ouder worden overgebracht naar het statisch archief (in Oudewater het RHC). Hierbij veranderd de status van deze archieven in principe naar openbaar en zijn ze voor iedereen kosteloos te raadplegen. Ook is het RHC belast met het wettelijk toezicht op het gemeentelijk beheer van nog niet overgebrachte archieven. In het kader van de Wet revitalisering generiek toezicht is een groot deel van de inspectietaak van de provincie (toezicht op de zorg) enige jaren geleden overgedragen aan het RHC.
Bestuurlijk belang / betrokkenen Gemeenten Bodegraven-Reeuwijk, Lopik, Montfoort, Oudewater, Woerden en IJsselstein en het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden te Houten.
Bestuurder vanuit onze gemeente Lid : burgemeester mr. drs. P. Verhoeve
Plv.lid : wethouder drs. B.C. Lont
Financieel  
Bijdrage

Inwonerbijdrage: is gebaseerd op het inwoneraantal (salarissen en overige kantoorkosten) en beheerde aantal m archief (depotkosten).

Aantal m van Woerden bedraagt 233 m.
Bijdrage per inwoner € 3,6079 en bijdrage per m € 27,79.

Rekening 2018: € 38.990
Begroting 2019: € 41.807
Begroting 2020: € 46.085

Eigen vermogen -
Vreemd vermogen -
Financiële ontwikkeling In het voorjaar 2019 heeft het RHC naar intrek genomen in de gerenoveerde en deels nieuw huisvesting in het gemeentehuis van Woerden. Daar beschikt het RHC over een plaatsingsruimte voor ruim 7 kilometer archief. De kosten voor de deelnemers zijn i.v.m. de gerenoveerde (en grotere) huisvesting iets hoger geworden. Deelnemers met een eigen archiefbewaarplaats worden gedurende 10 jaar daarvoor gecompenseerd. De kosten hiervoor worden over de overige deelnemers verdeeld.
Vanaf 2018 wordt door het RHC de BTW in rekening worden gebracht (ook in de bijdrage). De deelnemers kunnen deze via het BTW-compensatiefonds verhalen.
Inhoudelijke ontwikkeling Vanuit de Archiefwet richt het RHC zich op het beheer van het statisch archief en de uitvoering van de inspectietaak. Het fungeert voor de gemeente als historisch informatiecentrum. De niet-wettelijke taken van het RHC werden afgebouwd.
Het vergroten van de digitale toegankelijkheid van de archieven en collecties is een belangrijk speerpunt voor de komende jaren. Het RHC zal ook de vorming van een regionaal E-depot of aansluiting op een landelijk e-depot de komende tijd oppakken. Via de RHC-website is het mogelijk om sommige archiefbescheiden digitaal te raadplegen. Archieven en bronnen die zijn ontsloten worden zoveel mogelijk op de website voor publiek beschikbaar gesteld. Natuurlijk blijft het mogelijk de studiezaal te bezoeken om onderzoek te doen of (bouw)dossiers in te zien.
De overbrengingstermijn naar het RHC staat momenteel volgens de Archiefwet op 20 jaar.
Er is een traject gestart om deze termijn terug te brengen naar 10 jaar. In de eerste helft van 2019 zou er een wetsvoorstel worden gelanceerd m.b.t. openbare raadpleging. Verkorting van de overbrengingstermijn van 20 jaar naar 10 jaar zal een behoorlijke invloed hebben op de werkzaamheden bij het RHC.
Deze verkorting van de overbrengingstermijn zal in 2019 nog niet worden geeffectueerd.
Risico's nvt

Afvalverwijdering Utrecht (AVU)

Terug naar navigatie - Afvalverwijdering Utrecht (AVU)
Doel De AVU is een gemeenschappelijke regeling ingevolge de Wet gemeenschappelijke regelingen en is in 1984 opgericht door de Utrechtse gemeenten en de provincie Utrecht. Deze gemeenschappelijke regeling heeft als doel een efficiënte en uit oogpunt van milieuhygiëne verantwoorde wijze van overslag, transport en verwerking van huishoudelijke en andere categorieën van afvalstoffen (geen bedrijfsafval) voor de deelnemende gemeenten te organiseren.
Namens de gemeenten voert de gemeenschappelijke regeling AVU de regie op de overslag, het transport, de bewerking en de verwerking van het door de inwoners van de provincie Utrecht aangeboden huishoudelijk afval. Ook organiseert en regisseert de AVU de papier-, glas- en PMD-inzameling en het inzamelen van oude medicijnen en injectienaalden (i.s.m. de Apothekersvereniging AVNM) in de provincie Utrecht en laat de AVU jaarlijks de sorteeranalyses van het restafval per gemeente uitvoeren.
Bestuurlijk belang / betrokkenen De 26 gemeenten binnen de provincie Utrecht. Per 1 januari 2014 is de provincie uit de regeling getreden. Gezien het feit dat de provincie geen afval leverde en ook geen bijdrage betaalde, heeft dit geen financiële consequenties. De toezichthoudende taak verschuift hierdoor van het Rijk naar de provincie.
Bestuurder vanuit onze gemeente Lid : wethouder drs. B.C. Lont
Plv. Lid : wethouder drs. W.J.P. Kok
Financieel  
Bijdrage Begroting 2020: € 288.355
Begroting 2019: € 248.228 (na herziening € 273.474)
Jaarrekening 2018: € 242.721
Eigen vermogen -
Vreemd vermogen -
Financiële ontwikkeling

Ten opzichte van de begroting voor 2018 valt de jaarrekening 2018 ca. € 13.000 hoger uit. Deze stijging wordt veroorzaakt doordat er in 2018 73 ton meer verpakkingsmateriaal (PMD) opgehaald is dan begroot waardoor de verwerkingskosten hoger uitvallen.
Tegenover de toegenomen kosten voor de sortering en de verwerking van het verpakkingsafval staan inkomsten welke door Nedvang aan de gemeenten worden uitbetaald. Deze betaling loopt buiten de AVU om en is zodoende niet in deze begroting verwerkt.

Op Prinsjesdag 2018 werd bekend dat de Rijksoverheid de Afvalstoffenbelasting per 1 januari 2019 verhoogt naar € 31,39/ton. In de begroting van de AVU van 2019 was rekening gehouden met een verhoging naar € 20/ton. Door deze hogere Afvalstoffenbelasting stijgt de begroting 2019 van de AVU met 3,1 miljoen euro. Om liquiditeitsproblemen bij de AVU, als gevolg van deze verhoging te voorkomen, was het noodzakelijk de begroting 2019 te herzien.

De overslag, het transport en de verwerking van het restafval, het grof huishoudelijk restafval en het gft-afval afkomstig uit de AVU-gemeenten zijn tot eind 2020 contractueel vastgelegd. De AVU is in 2017 gestart met de voorbereiding met een aanbesteding voor nieuwe contracten vanaf 2021. Gelet op de huidige marktsituatie moet rekening gehouden worden met een stijging van de kosten. In de begroting 2020 is hiermede nog geen rekening gehouden.

Inhoudelijke ontwikkeling

In de afgelopen jaren hebben de AVU, ROVA en Circulus-Berkel positieve ervaringen opgedaan op het PBD-dossier binnen de zogeheten “Combinatie-Oost samenwerking” Door deze positieve ervaring willen AVU, ROVA en Circulus-Berkel meer gaan samenwerken bij de ontwikkeling en vergaren van kennis en bij het vermarkten van ingezamelde afvalstoffen. Daarnaast willen deze partijen samenwerken met het voeren van een gemeenschappelijke strategie op gezamenlijk vast te stellen dossiers. Dit heeft geleid tot de opzet van CirkelWaarde.
Het AB heeft eind 2018 ingestemd met deze samenwerking die na drie jaar zal worden geëvalueerd.

Om te voldoen aan de gewijzigde Wet gemeenschappelijke regelingen heeft de Afvalverwijdering Utrecht (AVU) is de tekst van de Gemeenschappelijk regeling AVU aangepast. De gewijzigde tekst is 12 december 2018 in het Algemeen bestuur goedgekeurd. De (gewijzigde) gemeenschappelijke regeling is per 1 januari 2019 geëffectueerd.

Risico's In principe kent de AVU geen risico’s. Alleen wanneer een grote contractpartner haar verplichtingen niet na kan komen zou een nieuwe overeenkomst meerkosten met zich mee kunnen brengen. Deze meerkosten worden dan wel weer doorberekend aan de deelnemende gemeenten.

Ferm Werk

Terug naar navigatie - Ferm Werk
Doel

Ferm Werk is de uitvoeringsorganisatie van vier gemeenten op het terrein van Participatie, Werk & Inkomen. De vier deelnemende gemeenten hebben alle taken van hun sociale diensten ondergebracht bij Ferm Werk inclusief het daarmee verbonden operationele beleid.

 

De dienstverlening die Ferm Werk verzorgt betreft het uitvoering geven aan taken in het kader van de Participatiewet waarin zijn opgenomen de volgende voormalige wetten: Wet Werk en Bijstand, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen. Daarnaast geeft Ferm Werk uitvoering aan de Wet Sociale Werkvoorziening en het Besluit Bijstandsverlening Zelfstandigen.
Tot de taken van Ferm Werk behoort het op basis van genoemde regelgeving verstrekken van uitkeringen en overige inkomensondersteuning en het uitvoering geven aan in de regelgeving aangegeven activiteiten ter bevordering van participatie en re-integratie in het arbeidsproces.

Bestuurlijk belang / betrokkenen De gemeentebesturen van Oudewater, Woerden, Montfoort en Bodegraven-Reeuwijk. De deelnemende gemeenten hebben in het bestuur stemrecht naar rato van het aantal inwoners. Dit komt er op neer dat de gemeente Oudewater ongeveer 10% van de stemmen in het Algemeen Bestuur heeft. Besluiten worden genomen met 2/3 meerderheid van stemmen.
Bestuurder vanuit onze gemeente Lid : wethouder drs. J.I.M. Duindam (DB) en raadslid K. de Bruijn (AB)
Plv. lid : wethouder drs. W.J.P. Kok
Financieel  
Bijdrage Begroting 2020: € 2.430.650
Begroting 2019: € 2.497.532
Rekening 2018: € 2.527.196
Eigen vermogen Ultimo 2017: € 74.603
Vreemd vermogen Ultimo 2017: € 6.467.291
Financiële ontwikkeling Het is van belang onderscheid te maken tussen grote geldstroom en kleine geldstroom. De zogenoemde grote geldstroom betreft uitgaven aan uitkeringen etc. die voor een groot gedeelte worden gedekt door rijksbijdragen (het BUIG-budget). Gedurende het jaar treden verschuivingen op als gevolg van een van de begroting afwijkende bestandsgrootte, een wijziging in de rijksbijdrage en een wijziging in andere inkomsten.
Wat betreft de uitvoeringskosten is Ferm Werk er in geslaagd deze binnen de perken te houden ondanks het grotere bestand en het feit dat het bestand steeds meer bestaat uit inwoners met een moeilijk te overbruggen afstand tot de arbeidsmarkt.
Inhoudelijke ontwikkeling

Ferm Werk bestaat sinds 1 januari 2014. Op die datum zijn de sociale diensten van vier gemeenten samengegaan met het WSW-bedrijf. Sinds de oprichting heeft Ferm Werk zich steeds meer ontwikkeld als partner binnen het sociaal domein. Naast de oorspronkelijke taken als het versterken van uitkeringen en het uitvoeren van de WSW, is Ferm Werk steeds intensiever betrokken bij activiteiten op het snijvlak van thema´s binnen het sociaal domein zoals arbeidsmatige dagbesteding.

 

Een steeds groter deel van de inwoners met een bijstandsuitkering heeft een moeilijk te overbruggen afstand tot betaald werk. Zij zijn moeilijk rechtstreeks te bemiddelen naar een betaalde baan. Deze ontwikkeling heeft inmiddels geleid tot het besef dat het inzetten van andere instrumenten en het ontwikkelen van daarbij passende expertise bij Ferm Werk noodzakelijk is. Daarnaast wordt steeds intensiever samengewerkt tussen Ferm Werk en de rest van het sociaal domein, waardoor de schotten tussen WMO-voorzieningen en jeugd en voorzieningen Participatiewet minder hard worden.

 

Ook speelt Ferm Werk een belangrijke rol in de opvang van vergunninghouders en hun integratie in de samenleving. Daarbij zijn toeleiding naar aanvullend onderwijs en toeleiding naar werk belangrijke elementen. Tegelijkertijd wordt, ook in het kader van het regionale werkbedrijf, de werkgeversdienstverlening verstrekt. Ferm Werk wordt ook door het bedrijfsleven meer en meer gezien als een partner bij het vervullen van vacatures en het beperken van de werkloosheid in de regio.

Risico's De regelingen die FermWerk uitvoert zijn open einde-regelingen. De begroting gaat uit van verwachtingen van het aantal mensen dat bijstand of inkomensondersteuning aanvraagt. En van een bepaald aantal cliënten dat gebruik gaat maken van een garantiebaan of nieuw beschut werk. Ook ten aanzien van de hoogte van de BUIG-uitkering is een inschatting gemaakt. In de werkelijkheid kan dit alles mee of tegen vallen. Het risico daarvoor berust volledig bij de deelnemende gemeenten.

Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst regio Utrecht (GGDrU)

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst regio Utrecht (GGDrU)
Doel Het in stand houden van een dienst van gemeenten ter uitvoering van de taken bij of krachtens de Wet publieke gezondheid (Wpg) opgedragen aan de colleges op het gebied van de publieke gezondheid.
Bestuurlijk belang / betrokkenen Gemeenten zijn wettelijk verplicht een gezondheidsdienst in stand te houden.
Alle 26 gemeenten van de provincie Utrecht houden de dienst in stand door een gemeenschappelijke regeling.
Met ingang van 2014 is er 1 regeling voor zowel de stad Utrecht als de overige gemeenten. Vanaf 2014 is de naam ‘GGD regio Utrecht’ (GGDrU). De GGDrU voert ook de jeugdgezondheidszorg uit voor alle gemeenten van de provincie met uitzondering van de stad Utrecht die een eigen dienst voor JGZ heeft en Vianen die in een gemeentelijke herindeling is.
Bestuurder vanuit onze gemeente Lid : wethouder drs. W.J.P. Kok
Plv. lid : wethouder drs. J.I.M. Duindam
Financieel  
Bijdrage Rekening 2018: € 330.781,-
Begroting 2020: € 375.778,-
Basistaken € 66.434,-
Intensivering basistaken € 1.744,-
Basistaken-plus € 251.178,-
Maatwerk € 56.403,-
Eigen vermogen Ultimo 2018: € 3.517.266,-
Vreemd vermogen Ultimo 2018: € 10.276.158,-
Financiële ontwikkeling

De financiering van de JGZ is ontschot (vanaf 2018 wordt de JGZ gefinancierd voor de leeftijd van 0-19 jaar, de knip bij 4 jaar is verdwenen) en collectief gefinancierd (de bijdrage voor JGZ is voor alle gemeenten gelijk getrokken. De bijdragen wordt bepaald op basis van kindaantallen, niet meer op basis van aantal inwoners). De JGZ 0-4 jaar is verschoven van maatwerk naar basistaken-plus. Er is hierdoor in de zorg voor jeugd van 0-18 jaar lijn en continuïteit aangebracht.

 

De kosten voor het Rijksvaccinatieprogramma gaan verschuiven. De GGDrU ontvangt niet langer de vergoeding via het RIVM. Voortaan betalen de gemeenten de kosten aan de GGDrU. Gemeenten ontvangen de kosten daarvoor via het Gemeentefonds.

 

Omdat de organisatie van de GGDrU niet robuust genoeg was is een verbeterplan gemaakt en in uitvoering. De benodigde middelen worden via het Ombuigingsplan (2018-2021) gevonden. Uit extern onderzoek is gebleken dat ombuigingen voldoende financiën kunnen opleveren voor de intensivering van de ondersteunende organisatie van de GGD. Niet zeker is of alle ombuigingen (tijdig) gerealiseerd kunnen worden (zie verder bij risico’s). Verhoging van de inwonersbijdrage is voor 2020 niet voorzien.

Inhoudelijke ontwikkeling

In de begroting van 2019 zijn 5 maatschappelijke effecten benoemd en vertaald naar resultaten. Dit zijn:

1 Inwoners wonen, leven, gaan naar school en werken in een veilige omgeving waar aandacht is voor gezondheid en elkaar.
2 Een gezonde en veilige start voor elk kind.
3 Iedereen kan zich ontwikkelen en ontplooien.
4 Iedereen kan meedoen.
5 Bedreigingen van de publieke gezondheid worden bestreden.

Deze maatschappelijke effecten zijn de leidraad voor de ambities voor 2019. Naast inhoudelijke ambities is er ruim aandacht voor het verbeteren van de dienstverlening en het verder op orde brengen van de organisatie.

 

Per ambitie (veiliger leefomgeving, minder kwetsbare inwoners, gezondere en weerbaarder kinderen en scholen, een goede start voor ieder kind en het voorkomen van gezondheidsproblemen en –risico’s) zijn de beoogde resultaten, de acties en de kosten vastgelegd.

Risico's

De deelnemende gemeenten staan garant voor de betaling van rente en aflossing van de door de GGD aangedane geldlening en rekening-courant overeenkomsten. De garantstelling geschiedt naar verhouding van de inwonertallen op 1 januari van het jaar waarin de garantieverplichting tot stand is gekomen.

 

Er is een integrale risico-inventarisatie uitgevoerd binnen de GGD. Vanuit de kwaliteitsmonitoring heeft tevens een operationele risico-inventarisatie plaatsgevonden. In de begroting 2019 zijn 3 risicogroepen onderscheiden: interne bedrijfsvoering, de samenwerking in de gemeenschappelijke regeling en externe ontwikkelingen. Per productgroep zijn de risico’s beschreven en van actiepunten voorzien. De risico’s zijn in euro’s gekwantificeerd en vastgesteld in het benodigd weerstandsvermogen. De beschikbare weerstandscapaciteit (€ 1.273.349,- ) ligt hoger dan de benodigde weerstandscapaciteit (€ 587.000,-).

 

Op de risicokaart is af te lezen dat

- fluctuatie kindaantallen een lage kans heeft om te gebeuren met een lage impact
- langdurige calamiteiten (asielzoekers, ICT omgeving, voldoen aan AVG) een lage kans heeft met een midden categorie impact
- de vraag naar reizigersvaccinaties, de RI&E gebouwen, tekort aan personeel, maatwerkproducten en Europees aanbesteden een kans hebben in de   middencategorie en tevens een middencategorie impact
- er is een kleine kans op het stoppen van subsidie, de impact zou hoog zijn
- er is een kans in de middencategorie dat ombuigingen een risico vormen en de impact zou hoog zijn
- het GGiD heeft een hoge kans op risico en de impact zou hoog zijn.

 

Om het ombuigingsplan (ten behoeve van de versterking van de GGD organisatie) te realiseren is een bedrag van ruim 1,3 miljoen nodig. Dekking daarvoor is gevonden, echter daarbij is het risico dat ombuigingen niet tijdig gerealiseerd kunnen worden. Het ombuigingsplan wordt bij elke bestuursrapportage tegen het licht gehouden. Bij tegenvallers die niet gedekt kunnen worden door incidentele meevallers of een beroep op reserves bestaat de kans dat de inwonerbijdrage wordt verhoogd. Dat is tot en met 2018 nog niet nodig geweest. Of er een verhoging van de bijdrage in 2019 komt is nog niet duidelijk. In de begroting zit geen rek meer.

 

In 2018 is een nieuw Digitaal Dossier Jeugdgezondheidszorg (DDJGZ) aanbesteed, samen met 2 andere GGD’en die net als de GGDrU werken met een softwareprogramma dat niet langer wordt ondersteund en dus moet worden vervangen. Het nieuwe DDJGZ heeft de naam GGDiD gekregen. De aanbesteding past binnen de daarvoor in de begroting gereserveerde middelen. Begin 2019 is gebleken dat er een vertraging is opgetreden doordat het GGiD nog niet aan de gestelde eisen voldeed. Deze vertraging heeft gevolgen voor de planning en de kosten. Nog niet duidelijk is wat dit gaat betekenen voor de bijdrage van de gemeenten.

Omgevingsdienst Regio Utrecht (ODRU)

Terug naar navigatie - Omgevingsdienst Regio Utrecht (ODRU)
Doel De Omgevingsdienst Regio Utrecht ondersteunt en adviseert de gemeente Oudewater bij het uitvoeren van milieutaken en het ontwikkelen van beleid voor milieu en duurzaamheid.
De ODRU levert een bijdrage aan het realiseren van een veilige, gezonde en duurzame leefomgeving en het versterken van de bestaande milieukwaliteit door inwoners, bedrijven en overheden te stimuleren tot milieuvriendelijk handelen en gedrag. Voor de uitvoering van de milieutaken is de programmabegroting van de gemeente leidend. Binnen dit financiële kader wordt jaarlijks een Uitvoeringsprogramma (UVP) opgesteld. Dit zijn de kaders waarbinnen de Omgevingsdienst haar taken uitvoert.
Bestuurlijk belang / betrokkenen De gemeentebesturen van Bunnik, De Bilt, Montfoort, Oudewater, Renswoude, Rhenen,
De Ronde Venen, Stichtse Vecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Vijfheerenlanden, Woerden, Wijk bij Duurstede, IJsselstein en Zeist.
Bestuurder vanuit onze gemeente Lid : wethouder B. Lont
Plv. lid : wethouder W. Kok
Financieel

 

Bijdrage

Conform de gemeenschappelijke regeling dragen de 15 deelnemende gemeenten gezamenlijk het risico voor de Omgevingsdienst.

Begroting 2018: € 357.983
Begroting 2019: € 372.129
Begroting 2020: € 411.052 (excl. nieuwe onvermijdelijke milieuontwikkelingen voor 2020 ev waarover nog een besluit genomen moet worden).

Eigen vermogen -
Vreemd vermogen -
Financiële ontwikkeling  
Inhoudelijke ontwikkeling Een belangrijke ontwikkeling in het samenspel tussen ODRU en gemeente is de komst van de Omgevingswet.
Risico's

Op een deel van het eigen vermogen van de ODRU rusten diverse bestemmingen zodat het weerstandsvermogen van de ODRU zich beperkt tot de algemene of egalisatiereserve. De omvang van het weerstandsvermogen is gebaseerd op een percentage van de omzet (maximaal 10%). Inmiddels zijn de risico’s in kaart gebracht en is op basis hiervan een berekening gemaakt van de benodigde omvang van het weerstandsvermogen. Op grond van deze berekeningen is het noodzakelijk om het weerstandsvermogen te verhogen.

 

Gestreefd wordt naar een ratio weerstandsvermogen van 1,5. Dat wil zeggen dat alle risico’s voor 1,5 maal gedekt kunnen worden vanuit het weerstandsvermogen, welke opgebouwd wordt vanuit eventuele positieve jaarrekeningresultaten. Zodra de Algemene Reserve het gewenste niveau heeft bereikt wordt het meerdere teruggegeven aan de eigenaar-gemeenten.
Het niveau van het benodigde weerstandsvermogen wordt ieder jaar bepaald bij de jaarrekening.

Welstand en Monumenten Midden Nederland (WMMN)

Terug naar navigatie - Welstand en Monumenten Midden Nederland (WMMN)
Doel Dit openbaar lichaam heeft tot taak de deelnemende gemeenten van advies te dienen inzake de instandhouding en bevordering van het bouwkundig schoon, de welstandszorg, het landschap- en stedenschoon, waaronder de monumentenzorg, alsmede de zorg voor de ruimtelijke kwaliteit in zijn algemeenheid.
Bestuurlijk belang / betrokkenen De gemeenten: Baarn, Bunnik, Bunschoten, De Bilt, De Ronde Venen, Eemnes, Houten, Leusden, Lopik, Montfoort, Nieuwegein, Oudewater, Renswoude, Rhenen, Stichtse Vecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Woudenberg, Wijk bij Duurstede, IJsselstein en Zeist.
Bestuurder vanuit onze gemeente Wethouder drs. J.I.M. Duindam
Financieel  
Bijdrage Er wordt een bijdrage per advies betaald gebaseerd op de tarieventabel van Welstand en Monumenten Midden Nederland. De aan de gemeente in rekening gebrachte bijdragen worden via de leges doorberekend aan de aanvragers van de vergunning.
Begroting 2019: € 17.500
Rekening 2018: € 10.305
Eigen vermogen  
Vreemd vermogen  
Financiële ontwikkeling

In geval van een lager aantal ingediende plannen dan begroot heeft dit direct gevolgen voor de inkomsten en de financiële positie van WMMN. Beperkte tekorten kunnen uit de aanwezige reserve worden opgevangen.
De economische ontwikkelingen worden nauwlettend gevold en indien er tussentijds maatregelen noodzakelijk blijken zal de WMMN hier tijdig over informeren.

Achterblijvende inkomsten als gevolg van een lager aantal te beoordelen plannen als gevolg van een economische recessie of uittredende deelnemers in het kader van deregulering.

Inhoudelijke ontwikkeling  
Risico's  

Vennootschappen en coöperaties

N.V. Bank Nederlandse Gemeenten (BNG)

Terug naar navigatie - N.V. Bank Nederlandse Gemeenten (BNG)
Openbaar belang De BNG is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. De strategie van de bank is gericht op het behouden van substantiële marktaandelen in het Nederlands maatschappelijk domein en het handhaven van een excellente kredietwaardigheid (Triple A). Daarnaast streeft zij naar een redelijk rendement voor haar aandeelhouders. De BNG biedt financiële diensten op maat, zoals kredietverlening, betalingsverkeer, advisering en elektronisch bankieren. Daarnaast neemt zij deel aan projecten in de vorm van publiek-private samenwerking.
Doel Eventuele kortlopende en langlopende leningen aangaan en deposito’s uitzetten.
Daarnaast heeft de gemeente afgelopen jaren aandelen van de bank in haar bezit. Op deze aandelen wordt jaarlijks dividend ontvangen.
Bestuurlijk belang / betrokkenen De gemeente Oudewater heeft geen zetel in het bestuur en de raad van commissarissen van de BNG. De gemeente heeft als aandeelhouder wel stemrecht in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Overheden en instellingen op het gebied van volkshuisvesting, gezondheidszorg, onderwijs, cultuur en openbaar nut (publieke sector).
Bestuurder vanuit onze gemeente Geen deelname in het bestuur. Wel zeggenschap door het bezit van aandelen.
Financieel De bank is een structuurvennootschap. De Staat is houder van de helft van de aandelen, de andere helft is in handen van gemeenten, provincies en een waterschap. De gemeente Oudewater bezit 27.612 aandelen x € 2,50.
Bijdrage Begroting 2019: € 33.962
Rekening 2018: € 69.858
Begroting 2020: € 75.000
Kerngegevens
KERNGEGEVENS BNG 31-12-2018 2017 2016
In miljoenen euro’s      
Balanstotaal 137.509 140.025 154.000
Kredieten 85.034 86.008 87.576
Solvabiliteit (Tier 1 – ratio 2) 38% 32% 27%
Eigen vermogen t.g.v. aandeelhouders 4.257 4.220 3.753
Dividend per aandeel (in euro’s) 2,85 2,53 1,64
Payout ratio 50% 37,5% 25%
Nettowinst voor aandeelhouders 318 375 365
Eigen vermogen  
Vreemd vermogen  
Financiële ontwikkeling De positieve ontwikkeling van de leverage ratio is aanleiding voor de BNG bank om de pay-out ratio te verhogen van 37,5% naar 50%.
Na aftrek van de uitkering voor dividend aan verschaffers van hybride kapitaal is een bedrag van 318 miljoen euro in 2018 beschikbaar voor aandeelhouders.
Daarvan is 50% oftewel 159 miljoen euro uitbetaald als dividend (2,85 euro per aandeel). Het restant is toegevoegd aan de reserves.
Inhoudelijke ontwikkeling De BNG Bank verwacht in 2019 toenemende investeringen door woning corporaties in nieuwe woningen en een toename van duurzaamheidsinvesteringen , zoals die in hernieuwbare energie. Deze ontwikkelingen zullen de kredietvraag van onze klanten positief beïnvloeden. Het resultaat zal naar verwachting uitkomen binnen een bandbreedte van 410-450 miljoen euro. Gegeven de afhankelijkheid van marktomstandigheden is een betrouwbare prognose over het resultaat fin.transacties niet te geven. Dus ook geen uitspraak over de nettowinst 2019
Risico's Leverage ratio:
De naar risico gewogen solvabiliteit van BNG Bank is in 2018 verder toegenomen. De Tier 1-ratio van de bank steeg tot 38% per eind 2018.
De leverage ratio van de bank is toegenomen van 3,5% tot 3,8%.

Vitens

Terug naar navigatie - Vitens
Openbaar belang De kernactiviteiten zijn winning, productie en levering van (drink)water aan particulieren en bedrijven. Vitens is in 2002 ontstaan door fusie van de drinkwaterbedrijven Nuon Water, Waterbedrijf Gelderland en Waterleiding Maatschappij Overijssel. In 2006 is Vitens verder gefuseerd met Hydron Flevoland en Hydron Midden-Nederland. Vitens is een publiek bedrijf.
De aandelen van de NV zijn (in)direct in handen van provinciale en gemeentelijke overheden.
Doel De visie over Vitens in relatie tot de realisatie van de doelstelling zoals die is opgenomen in programma 7 van de begroting betreft een financieel belang. De gemeente heeft Vitens als verbonden partij opgenomen om zo bij te dragen aan een duurzaam goede, evenwichtige financiële positie van de gemeente.
Bestuurlijk belang / betrokkenen De gemeente Oudewater is aandeelhouder en heeft daarmee stemrecht. De gemeente heeft 9.199 aandelen in haar bezit.
Betrokken zijn diverse gemeenten en provincies.
Bestuurder vanuit onze gemeente Geen deelname in het bestuur. Wel zeggenschap door het bezit van aandelen.
Financieel  
Bijdrage Rekening 2018: € 30.357
Begroting 2019: € 22.720
Begroting 2020: € 8.003
Eigen vermogen Per 31-12-2018: € 533,0 miljoen
Vreemd vermogen Per 31-12-2018: € 1.233,5 miljoen
Solvabiliteit

Per 31-12-2018: 30,0%

Netto winst

2018: € 13 miljoen

Financiële ontwikkeling

Het dividend wordt gerelateerd aan het nettoresultaat. Het bedrag aan dividend dat wordt uitgekeerd bedraagt minimaal 40% en maximaal 75% van het nettoresultaat. Relevant hierbij is de benodigde toevoeging aan de reserves om de continuïteit van de onderneming te waarborgen (t.b.v. investeringen in vaste activa of het versterken van de solvabiliteit.
De solvabiliteit (eigen vermogen) komt per 31 december 2018 uit op 30,2% en ligt daarmee boven de doelstelling van 30% zoals geformuleerd in het financieel beleid.

Het dividend over het boekjaar 2017 (uitbetaald in 2018) bedraagt €3,22 per aandeel.

Voor het boekjaar 2018 (uitbetaald in 2019) en 2019 (uitbetaald in 2020) bedraagt het verwachte dividend per aandeel € 0,90. Dit lagere dividend wordt veroorzaakt door de verwachte daling van de WACC (van 4,2 naar 3,4%) en het teveel behaalde resultaat in 2017 dat moet worden teruggegeven aan de klanten door middel van en tariefverlaging.

Inhoudelijke ontwikkeling  
Risico's Het risico is in de paragraaf weerstandsvermogen op nihil bepaald.

Stichtingen en verenigingen

MOOI STICHT

Terug naar navigatie - MOOI STICHT
Doel/missie

Mooi Sticht onderscheidt zich bij uitstek door haar deskundigheid en onafhankelijkheid. Met haar advies draagt MooiSticht bij aan de gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde van Midden Nederland.

Haar missie is daartoe als volgt:
Onafhankelijkheid en deskundig advies op bouwkundig en cultuur-historisch vlak ten behoeve van de instandhouding en bevordering van de ruimtelijke kwaliteit.

Beleid

Onder ruimtelijke kwaliteit verstaan wij bouwkundig schoon, welstandszorg, het landschaps- en stedenschoon en monumentenzorg en erfgoed. Hierbij richt de Stichting zich op allereerst inwoners en gebruikers van het gebied Midden Nederland en daarmee ook op de initiatiefnemer van een plan (en diens architect). Daarnaast is MooiSticht er voor gemeenten. In onze dienstverlening staan de mensen centraal. In de huidige maatschappij vinden wij het belangrijk om onszelf meedenkend op te stellen. Onze werkwijze is daartoe als volgt te kenmerken: meedenkend, flexibel en proactief. Wij werken integraal en hebben verschillende disciplines in huis : architecten, stedenbouwkundigen, landschappers, archeologen en erfgoeddeskundigen.

De raad van de gemeente Oudewater heeft in haar vergadering van 8 december 2016 besloten tot het instellen van een Commissie Ruimtelijke Kwaliteit, die bevoegd is om het college van B&W te adviseren met betrekking tot omgevingsvergunningaanvragen. (loopt via de MooiSticht)

De overeenkomst met MooiSticht geldt voor 3 jaar en wordt, na deze termijn stilzwijgend telkens met een jaar verlengd. In werking treding 1 januari 2017.

Bestuurlijk belang / betrokkenen Rayon Noord-West : De Ronde Venen en Stichtse Vecht.
Rayon Noord-Oost : Baarn, Bunschoten, De Bilt en Zeist.
Rayon BEL : Blaricum, Eemnes en Laren
Rayon Zuid-West : IJsselstein, Lopik, Montfoort, Nieuwegein en Oudewater.
Rayon Zuid-Oost : Bunnik, Renswoude, Rhenen, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Wijk bij Duurstede en Woudenberg.
Overige gemeenten : Leusden.
Bestuurder vanuit onze gemeente Wethouder drs. J.I.M. Duindam
Financieel De adviestarieven van MooiSticht wordt jaarlijks door MooiSticht vastgesteld. Tariefswijziging treedt in per de eerste januari nadat de gewijzigde tarieven zijn vastgesteld. Eventuele tariefswijziging zal minimaal 3 maanden van tevoren worden medegedeeld aan de gemeente. De aan de gemeente in rekening gebrachte bijdragen worden via de leges doorberekend aan de aanvragers van de vergunning.
Bijdrage Begroting 2019: € 17.710,-
Begroting 2020: € 17.710,-
Eigen vermogen  
Vreemd vermogen  
Financiële ontwikkeling  
Inhoudelijke ontwikkeling  
Risico's  

Stichting Onderwijs Primair (SOP)

Terug naar navigatie - Stichting Onderwijs Primair (SOP)
Doel De Stichting is per 1 augustus 2003 opgericht en heeft ten doel het instandhouden van de scholen voor openbaar onderwijs. De stichting heeft achttien onderwijslocaties waar in totaal 2.772 leerlingen basisonderwijs volgen. In Montfoort en Oudewater heeft de stichting in beide gemeenten twee locaties, in Krimpenerwaard veertien. In Oudewater zitten 113 kinderen op de scholen van de stichting (5% van het totaal), in Montfoort 360 (13%) en in Krimpenerwaard 2.299 (82%.)
Bestuurlijk belang / betrokkenen De gemeenten Krimpenerwaard, Montfoort en Oudewater.
Bestuurder vanuit onze gemeente Geen. De Stichting is een zelfstandig bestuur (college van bestuur en een raad van toezicht). De leden van de raad van toezicht worden benoemd door de gemeenteraden.
Financieel De gemeente heeft geen direct financieel belang in de stichting. Rijksvergoedingen worden door de stichting zelf ontvangen en zij doe ook haar eigen uitgaven. De raad van toezicht keuren de door het college van bestuur opgestelde begroting en de jaarrekening goed. Jaarlijks biedt het college van bestuur de jaarrekening en begroting ter goedkeuring aan de gemeenteraden. De gemeenteraden krijgen de begroting en het jaarverslag van de stichting en wordt in staat gesteld hun zienswijze binnen een bepaalde termijn kenbaar te maken in een gesprek met het college van bestuur.
Bijdrage  
Eigen vermogen  
Vreemd vermogen  
Financiële ontwikkeling Ondanks de negatieve resultaten vanaf 2017 is de stichting financieel gezond. De meerjarenbegroting gaat vanaf 2020 uit van een jaarlijks overschot. De financiële informatie in het bestuursverslag van 2018 geeft vertrouwen in de toekomst.
Inhoudelijke ontwikkeling Het stichtingsbestuur is bezig met een strategische heroriëntatie en professionalisering op het terrein van organisatieontwikkelingen, het personeelsbeleid en de kwaliteit van het onderwijs. Met ingang van 1 januari 2019 is er een vaste bestuurder in dienst gekomen bij de stichting, dit moet bijdragen aan een positiever resultaat in de toekomst. Medio 2019 is een volledig nieuwe raad van toezicht benoemd.
Risico's De gemeente is wettelijk verantwoordelijk voor het aanbieden van openbaar onderwijs in de gemeente. Het risico bestaat dat als stichting (dreigt) om te vallen, de gemeenten financieel moeten bijspringen om het openbaar basisonderwijs in stand te houden. De gemeente heeft geen (grond)wettelijke taak eventuele tekorten bij een stichting voor openbaar onderwijs aan te vullen.

Stichting Urgentieverlening West-Utrecht

Terug naar navigatie - Stichting Urgentieverlening West-Utrecht
Doel

Het verlenen van urgentieverklaringen voor een sociale huurwoning aan woningzoekenden uit de regio West Utrecht.

 

De verklaringen worden afgegeven door de stichting op basis van de Huisvestingsverordening Regio Utrecht 2019, gemeente Oudewater. Deze is vastgesteld door de gemeenteraad. Er is geen eigen visie van de stichting voor de realisatie van de doelstellingen uit de programma's van de begroting. De stichting voert de huisvestingsverordening gedeeltelijk uit bij mandaatbesluit van de deelnemende gemeenten.

Bestuurlijk belang / betrokkenen De gemeenten De Ronde Venen, Lopik, Montfoort, Oudewater, Stichtse Vecht en Woerden.
Bestuurder vanuit onze gemeente Lid : wethouder drs. J.I.M. Duindam
Plv. lid : wethouder drs. W.J.P. Kok
Financieel  
Bijdrage Begroting 2020: € 4.100
Begroting 2019: € 4.000
Begroting 2018: € 4.000
Eigen vermogen  
Vreemd vermogen  
Financiële ontwikkeling  
Inhoudelijke ontwikkeling Vanuit de betrokken gemeenten is er een urgentiecommissie die urgentieaanvragen behandelt. Het Vierde Huis bereidt de besluiten van de Stichting Urgentieverlening West Utrecht voor. Voor extra medisch advies, wordt een extra bedrag in rekening gebracht.
Risico's Bij een grote toename van urgentieaanvragen, zal het budget niet kostendekkend zijn. Gezien de inrichting van het voortraject waarbij een intake plaatsvindt, is dit risico beperkt.

Bezit certificaten van aandelen Stichting Administratiekantoor Dataland in de BV Dataland

Terug naar navigatie - Bezit certificaten van aandelen Stichting Administratiekantoor Dataland in de BV Dataland
Doel De Stichting Administratiekantoor Dataland BV heeft tot doel om aandelen in het kapitaal van de besloten vennootschap Dataland te houden. Daartoe heeft de stichting certificaten uitgegeven van de door haar gehouden aandelen. De missie van Dataland BV is het breed toegankelijk en beschikbaar maken van vastgoed – en hiermee gerelateerde gegevens uit het informatiedomein van gemeenten voor overheid, burgers en bedrijfsleven. Daartoe wordt een actieve bijdrage verleend aan de realisatie en het gebruik van het Stelsel van Authentieke Registraties.
Bestuurlijk belang / betrokkenen Alle Nederlandse gemeenten.
Bestuurder vanuit onze gemeente  
Financieel De gemeente is lid van BV Dataland en heeft dus geen aandelen.
Bijdrage  
Eigen vermogen  
Vreemd vermogen  
Financiële ontwikkeling  
Inhoudelijke ontwikkeling In oktober 2006 is door Dataland het convenant “De toegankelijkheid gestroomlijnd” gesloten met het Kadaster waardoor de afnemers van beide partijen toegang krijgen tot gecombineerde overheidsinformatie, afkomstig van de informatiedomeinen van het Kadaster en de gemeenten.
Risico's Het risico is in de paragraaf weerstandsvermogen op nihil bepaald.