Aanbiedingsbrief bij Programmabegroting 2025 - 2028

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Geachte leden van de raad,

Voor u ligt het voorstel voor de programmabegroting 2025-2028. Hierin is de door uw raad vastgestelde (geamendeerde) Kadernota verwerkt. Daarnaast is de going concern-begroting geactualiseerd, verhoogd met loon- en prijsstijgingen en is de meicirculaire erin verwerkt. 
Tevens hebben wij in het licht van de overschotten van de jaarrekeningen diverse budgetten neerwaarts bijgesteld. Ook is er een start gemaakt met een betere fasering van de investeringen. Dit heeft zijn effect op de schuldquote.

Door al deze wijzigingen is het overschot zoals dat nog verwacht werd voor de zomer als sneeuw voor de zon verdwenen. Wel denken wij met deze maatregelen een stabiele begroting te hebben neergezet voor de start van de ombuigingen/bezuinigingen die noodzakelijk zijn om ook in meerjarenperspectief een sluitende begroting te kunnen presenteren.

Na deze mutaties laat de begroting 2025 een overschot (+) zien en de jaren hierna een tekort (-/-). 
2025 : +  €         12.000 overschot
2026 : -/- €     943.000 tekort
2027 : -/- € 1.179.000 tekort
2028 : -/- € 1.131.000 tekort

De belangrijkste mutaties na vaststelling van de geamendeerde Kadernota zijn (- = negatief effect op saldo): 

Mutatie Omschrijving Bedrag
1  Prijsstijging prognose tarievenonderzoek Jeugd  -418.000
2   Correctie Voorjaarsrapportage jeugdbudget   -232.000
3 Klepper  BN
4  Verwachte kostenstijging zwembad  -75.000
5  Aframen diverse budgetten – verhoging inkomsten  401.000
6 Extra bijdrage DVO  -250.000
7 Prijsstijging Ikoop Monitoring Utrecht West  -89.000

Ad 1 Prijsstijging prognose tarievenonderzoek Jeugd
De recentste prognoses van de tarieven voor de jeugd laat een stijging zien. Hierop zijn de ramingen in de begroting aangepast.

Ad 2 Correctie Voorjaarsrapportage jeugdbudget
In de Voorjaarsrapportage was ten onrechte rekening gehouden met een daling van het jeugdbudget. Dit is in de meerjarenbegroting 2025-2028 gecorrigeerd.

Ad 3 Raming Klepper
In de Kadernota is dit onderwerp ook benoemd. Aan de hand van verwachte start en opleverdata is de exploitatie in de begroting aangepast. Voor zowel De Klepper, Stadskantoor als Cultuurhuis. De vrijvallende lasten worden toegevoegd aan de Algemene Reserve (AR). Ten laste van de AR komen de incidentele lasten die noodzakelijk zijn voor negatieve verkoop De Klepper, Verbouw Cultuurhuis en afboeken activa Stadskantoor.  Over deze laatste zaken ontvangt uw raad nog aparte voorstellen met bijbehorende dekking.

Ad 4 verwachte kostenstijging zwembad
Voor de realisatie van het nieuwe zwembad is het wachten op een uitspraak van de Raad van State. Bij een tussentijdse financiële check blijkt dat er een tekort ontstaat op de jaarlijkse gemeentelijke exploitatiebijdrage, met name door de gestegen rente. Pas later in het traject, bijvoorbeeld als offertes worden opgevraagd, worden de cijfers definitief, dus er is nog tijd om op een andere manier te proberen dit tekort te verkleinen, zodat een extra gemeentelijke bijdrage niet in deze omvang nodig is. 

Ad 5 Aframen diverse budgetten – verhoging inkomsten
Omdat Oudewater voor de zomervakantie nog een verwacht overschot had in 2025 en in Woerden de druk om te bezuinigen hoger lag, is in de zomer daar een intensief traject doorlopen om bezuinigingen te vinden. Voor Oudewater zal dit traject in het najaar 2024 - voorjaar 2025 volgen. Maar een dalend saldo dwong tot eerder ingrijpen. Vooruitlopend op het proces richting de Kadernota 2026 is de ambtelijke organisatie gevraagd om een aantal eenvoudig vast te stellen bezuinigingsopties voor te leggen. Het gaat om het aframen van budgetten die lager kunnen worden vastgesteld of op een andere manier in de begroting staan, zoals stelposten voor overgedragen taken, of energielasten die dalen. In onderstaande tabel vindt u het volledige overzicht. Het college heeft alle voorstellen overgenomen. 

Omschrijving     Bedrag
Afschaffen structureel bedrag per inwoner 13.000
Opheffen niet gebruikte stelposten 98.000
Verkiezingen 50.000
Gladheidsbestrijding 20.000
Energie en stelpost openbare verlichting 200.000
Verwachte hogere incidentele inkomsten Precario 20.000
Totaal 401.000

Ad 6 extra bijdrage DVO 
Het rapport van vdL over de evaluatie van de DVO laat vanuit verschillende invalshoeken een aanzienlijke financiële scheefheid zien in de bijdrage van Oudewater aan de ambtelijke organisatie. Woerden heeft gevraagd, gezien deze scheefheid en hun bezuinigingsopgave voor 2025, om vooruitlopend op een definitieve afspraak over de (vrijwel zeker hogere) bijdrage vanaf 2026 een extra bijdrage te doen in 2025. Het college vindt deze vraag reëel en stelt voor 250k extra beschikbaar te stellen als aanloop daar naar toe. 

Ad 7 Inkoop Monitoring Utrecht West
Op basis van recente prognoses is de verwachting dat de kosten in 2025 van Inkoop Monitoring Utrecht West met € 89.000 stijgen.

Zoals hierdoor al aangegeven sluit de begroting het eerste jaar en de jaren daarna niet. Dit past redelijk  in de lijn die bij de Kadernota en de RIB over de meicirculaire zijn geschetst. De verschillen die er zij worden voornamelijk veroorzaakt door de rentekosten die zijn geraamd voor de investeringen die de komende jaren zijn ingepland en een flink aantal mutaties binnen het Sociaal Domein. Verder zijn de investeringen gefaseerd opgenomen, omdat in de praktijk bij het opstellen van de jaarrekening het niveau van de uitvoering van de investeringen niet wordt gehaald. Hierdoor schuiven de lasten naar achteren in de meerjarenbegroting. Als laatste zijn de diverse mutaties na het vaststellen van de Kadernota hiervoor kort toegelicht.

Financiële begroting 2025 - 2028

Terug naar navigatie - Financiële begroting 2025 - 2028

Deze begroting is gebaseerd op de (geamendeerde) Kadernota 2025 die door de raad op 11 juli jl. is vastgesteld. Daarnaast zijn de financiële effecten van de meicirculaire 2024 verwerkt. Ten opzichte van de Kadernota zijn dit de belangrijkste onderwerpen die financieel doorvertaald zijn:
•    Indexering van kosten met 2,2% en subsidies 3,5%;
•    Indexering van de OZB en overige lokale heffingen met 3,5%, met zo nodig aanvullende bijstelling op basis van het uitgangspunt van kostendekkendheid en vastgestelde plannen;
•    De meicirculaire 2024;
•    De raming van de rente om geldleningen aan te trekken en investeringen te kunnen financieren;
•    Correcties en actualisatie van de cijfers binnen het Sociaal Domein.
Na vaststelling van de Kadernota 2025 zijn er nog diverse mutaties geweest. Deze zijn in de inleiding toegelicht.


Verder zijn zoals bekend vanaf 2022 de ambities van Oudewater in de Programmabegroting verwerkt. Hiernaast zijn ook de grote projecten in de openbare ruimte financieel in de begroting vertaald. Ook zitten er een tweetal Grexen nog in de "pijplijn". Statenland en Kerkwetering leiden tot deze grondexploitaties waarin de gemaakte kosten worden gedekt en met name noodzakelijke woningbouw wordt gerealiseerd. Het gaat dus allemaal om ontwikkelingen en investeringen die zijn/worden opgepakt en de komende jaren de nodige capaciteit zullen vragen.

Na de verkiezingen van maart 2022 heeft de gemeenteraad het 'Hoofdlijnenakkoord 2022-2026' vastgesteld. Vervolgens is een collegewerkprogramma (CWP) opgesteld en is op een rij gezet wat dit concreet betekent. De maatschappelijke effecten en te bereiken resultaten zijn gekoppeld aan concrete inspanningen, gepland over verschillende jaren en daar waar mogelijk financieel vertaald en verwerkt in de begroting. Naar aanleiding van discussies in raad en auditcommissie hebben wij in de Programmabegroting 2025-2026  programma 1 kritisch onder de loep genomen. Geconstateerd was dat de doelenboom niet concreet is, inspanningen sluiten niet (altijd) aan bij de resultaten en maatschappelijke effecten. Resultaten en inspanningen zijn niet smart geformuleerd. Wij hebben getracht voor programma 1 een verbeterslag te maken.

Algemene uitkering

Op basis van de meicirculaire 2024 is de algemene uitkering uit het Gemeentefonds berekend voor de jaren 2025 tot en met 2028.  Via een raadsinformatiebrief bent u hierover geïnformeerd (D/24/146970).

Ratio weerstandsvermogen, schuldquote en solvabiliteitsratio

De ratio weerstandsvermogen bij vaststelling van de jaarrekening 2023 was 1,3. 
Door toevoeging van het saldo van de jaarrekening 2023 aan de Algemene Reserve (AR) en weer verminderd wordt met de restant subsidie aan SBZO (is overheveling van 2023 naar 2024) wordt het 
weerstandsvermogen 1,4. Als het saldo van de voorjaarsrapportage uiteindelijk bij de jaarrekening 2024 aan de AR wordt toegevoegd stijgt deze naar 1,7. In meerjarenperspectief loopt de ratio weerstandsvermogen op naar 2,1. 

Wanneer de netto schuld groter is dan 130% van de inkomsten is er volgens de VNG sprake van een erg hoge schuld. In de nu voorliggende begroting loopt de schuldquote op tot 142% in 2028. Hierbij is het effect van een betere fasering van uitvoering en opleveringen van de investeringen al zichtbaar.

Ook de solvabiliteitsratio is in het meerjarenperspectief 13%. Er is sprake van risico als dit percentage onder de 20 is.
De details en uitgebreide toelichtingen op de in deze alinea genoemde ratio's zijn opgenomen in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing. 

Zowel het weerstandvermogen, de schuldquote en de solvabiliteitsratio geven een positiever beeld dan in het verleden. Dit is het gevolg van een gewijzigde rekensystematiek. Voorheen werd bij de berekeningen rekening gehouden met de begrotingstekorten die er in meerjarenperspectief waren. Dit geeft een onjuist beeld, omdat de begroting tegen die tijd van vaststelling sluitend moeten worden aangeboden en vastgesteld. Maatregelen om te komen tot een sluitende begroting worden aan uw raad voorgelegd.

Lokale lastendruk

Terug naar navigatie - Lokale lastendruk
2025 2025 2024 2024
1-persoons- huishouden meerpersoons- huishouden 1-persoons- huishouden meerpersoons- huishouden
1 OZB 522 522 501 501
2 Rioolheffing 409 409 382 382
3 Afvalstoffenheffing (2025)* 293 343 287 336
Totaal € 1.224 € 1.274 € 1.170 € 1.219
* Betreft een inschatting van de hoogte van de afvastoffenheffing op basis van het verwachte aantal aanbiedingen. Daarbij is uitgegaan van gemiddeld 4 aanbiedingen voor een éénpersoonshuishouden en 11 voor een meerpersoonshuishouden.

1. OZB
De OZB is geïndexeerd met 3,5%.

2. Rioolheffing
De stijging van de rioolheffing is in zijn totaliteit 7,2%. Hiervan is 2,2% indexering en 5% op basis van het waterbeleidsplan. Met deze indexering is de rioolheffing kostendekkend.

3. Afvalstoffenheffing
De stijging van de afvalstoffenheffing is in zijn totaliteit 2,2% (indexering). Met deze indexering is de afvalstoffenheffing kostendekkend.

Conclusies, risico's en voorstellen

Terug naar navigatie - Conclusies, risico's en voorstellen

a.    Conclusies
De programmabegroting 2025-2028 is voor het jaar 2025 sluitend, voor de jaren hierna niet.

b.    Aandachtspunten begroting
De begroting geeft vanaf 2026 een fors tekort te zien. Er moeten maatregelen worden genomen om ook de begroting in meerjarenperspectief sluitend te krijgen. In de Kadernota 2025 hebben wij al aangegeven langs welke wegen wij dit willen aanpakken. In de Kadernota 2026 worden de keuzes ter besluitvorming aan uw raad voorgelegd.
  
c.    Risico’s
Naast alle uitdagingen waar we voor staan om de begrotingen van 2026 sluitend te krijgen zijn er nog een aantal risico’s te benoemen die nog niet in de Programmabegroting 2025-2028 zijn opgenomen. Dit betreft de volgende onderwerpen:

Uitvoering motie M-068: "Onderzoek raadsvergaderingen uitzenden met beeld en geluid 
Door de gemeenteraad is de motie M-068 aangenomen. Op dit moment loopt het onderzoek naar het mogelijk maken van raadsvergaderingen die worden voorzien van beeld en geluid (inrichting raadszaal). De kosten hiervan zijn op dit moment nog niet bekend (PM). 

Portfoliomanagement 
In het belang van de organisatie wordt portfoliomanagement geïmplementeerd om grip te krijgen op de huidige grote projecten. Deze functie is niet in te vullen binnen de huidige formatie en bestaat ook nog niet. De effecten voor Oudewater zijn nog niet bekend (PM).

d.    Voorstellen
1. De Programmabegroting 2025, inclusief mutaties in de reserves, vast te stellen;
2. De investeringsbudgetten uit de jaarschijf 2025 van de investeringsplanning vast te stellen;
3. De meerjarenraming 2026-2028 te aanvaarden als leidraad voor het te voeren beleid in de jaren 2026, 2027 en 2028.