De gemeente Oudewater heeft de openbare ruimte in beheer. In die ruimte vindt een groot aantal activiteiten plaats, zoals wonen, werken en recreëren. Voor die activiteiten bestaat de openbare ruimte uit een aantal kapitaalgoederen op gebied van infrastructuur (wegen, water, riolering, kunstwerken), voorzieningen (groen, verlichting, sportfaciliteiten) en gebouwen. Al deze kapitaalgoederen dienen onderhouden te worden. Gezien de duurzaamheid van de kapitaalgoederen is dat een taak die continu budgettaire middelen vergt. Doel van deze paragraaf is om daar inzicht in te geven en het kader te schetsen voor zes hoofdonderwerpen: integraal beleid openbare ruimte (o.a. wegen, groen, kunstwerken en meubilair), riolering, baggeren, sportvelden, begraafplaatsen en gebouwen.
Paragraaf 3 Onderhoud kapitaalgoederen
Wettelijk kader en gemeentelijk beleid
Terug naar navigatie - Wettelijk kader en gemeentelijk beleidBeheerplannen
Voor de meerjarige onderhoudsramingen van enige omvang wordt in Oudewater gewerkt met beleids- en beheerplannen waarin, gekoppeld aan de keuze voor een bepaald onderhoudsniveau, een meerjarenraming wordt gemaakt van de kosten. Daarin worden die kosten van onderhoud gesplitst naar:
- klein onderhoud (dekking kosten via exploitatie);
- groot onderhoud (dekking kosten via exploitatie en via voorziening);
- vervangingen / renovatie (dekking kosten via kapitaalkrediet).
Deze beheerplannen omvatten in principe een periode van 5 tot 10 jaar.
Stand van zaken uitvoering advies accountant voor betere onderbouwing reserves.
Naar aanleiding van een eerder advies van de accountant is hard aan de slag gegaan met het up to date krijgen van de beheerplannen voor de openbare ruimte. Ze bleken eerder onvoldoende werkbaar en een update was daarom gewenst. Daarom zijn de voorzieningen tijdelijk omgezet in reserves. In 2022 wordt ingezet op het compleet maken van de benodigde beheerplannen. Daarnaast wordt ingezet op het omzetten van de voorziening/reserves richting de gewenste systematiek van onderhoudsbudgetten en vervangingsinvesteringen conform het BBV.
Voorzieningen (tijdelijke reserves)
Voor het groot onderhoud bestaat de keuze tussen dekking van de kosten via de exploitatie dan wel via een te vormen voorziening. In principe geldt dat het werken met voorzieningen de uitzondering moet blijven, immers in principe behoren onderhoudsuitgaven binnen de exploitatie te worden opgevangen. Alleen als het verloop van de uitgaven over de jaren zo schommelt dat dit de financiële positie van de gemeente verstoort, kan gewerkt worden met een voorziening.
Over het algemeen zal dat alleen het geval zijn als sprake is van een beperkt aantal grotere objecten, waardoor het uitgavenniveau per jaar sterk kan variëren. Als sprake is van een groot aantal (deel)objecten kan het onderhoudsbudget normaliter daarover jaarlijks in redelijk gelijke delen worden verdeeld.
Beleid en belangrijkste projecten per hoofdonderwerp
In 2022 wordt gewerkt met de volgende beleids-/ en beheerplannen:
- Handboek Inrichting Openbare Ruimte Oudewater (HIOR);
- AVOI en het Handboek kabels & leidingen;
- Gemeentelijk WaterbeleidsPlan (GWP) 2020-2024;
- Baggerplan;
- Wegenbeheersplan 2017-2026;
- Meerjaren onderhoudsplan gemeentelijke gebouwen (MOP) 2012-2022;
- Civieltechnische Kunstwerken 2014-2023;
- Nota Openbare Speelruimte 2013;
- Masterplan Binnenstad Oudewater.
Kwaliteitsniveaus
De kwaliteitsniveaus zijn in financiële zin vertaald in de begroting (programma 2). De hierna volgende tabel geeft weer:
- Wat de benodigde budgetten zijn voor onderhoud (denk hierbij aan de benodigde posten voor dagelijks en planmatig onderhoud);
- Welke budgetten er nodig zijn om de kapitaallasten van eerdere investeringen te betalen;
- En welke investeringen er benodigd zijn voor vervanging en/of integrale reconstructie van de openbare ruimte.
Op grond van het in deze bijlage opgenomen overzicht autoriseert uw raad de kredieten.
Begroting 2022 | Onderhoud | Kapitaallasten | Vervanging/ reconstructie | Totaal 2022 | |
A) IBOR | 1-Verhardingen | 809.000 | 191.000 | 50.000 | 1.050.000 |
1-Gladheidbestrijding | 70.000 | 11000 | 0 | 81.000 | |
2-Groenvoorziening | 288.000 | 19.000 | 200.000 | 507.000 | |
2-Onkruidbestrijding | 50.000 | 0 | 0 | 50.000 | |
2-Speelvoorzieningen | 10.000 | 14.000 | 13.000 | 37.000 | |
3-Straatmeubilair | 16.000 | 0 | 0 | 16.000 | |
3-Elektrakasten | 0 | 5.000 | 0 | 5.000 | |
3-Verlichting | 438.000 | 0 | 0 | 438.000 | |
4-Beschoeiingen/kademuren | 0 | 159.000 | 1.700.000 | 1.859.000 | |
5-Civiele kunstwerken | 173.000 | 110.000 | 350.000 | 633.000 | |
Subtotaal | € | 1.854.000 | 509.000 | 2.313.000 | 4.676.000 |
B) | Riolering | 1.261.000 | 99.000 | 3.535.000 | 4.895.000 |
C) | Baggeren | 151.000 | 0 | 0 | 151.000 |
D) | Sportvelden | 90.000 | 40.000 | 0 | 130.000 |
Totaal | € | 3.356.000 | 648.000 | 5.848.000 | 9.852.000 |
Overzicht hoeveelheden IBOR en verbeelding van kwaliteitsniveaus
Terug naar navigatie - Overzicht hoeveelheden IBOR en verbeelding van kwaliteitsniveausAreaal | Hoeveelheid | Areaal | Hoeveelheid | |
Wegen (l) | 73 km | Hagen | 2.700 m2 | |
Verkeersborden | 1.177 st | Gras | 475.600 m2 | |
Civiele kunstwerken | 45 st | Water | 352.400 m2 | |
Lichtpunten (eigendom) | 186 st | Beplanting | 76.000 m2 | |
Dragers/palen | 698 st | Wegen (opp) | 577.700 m2 |
Binnenstad | Woongebieden | Bedrijventerreinen | Buitengebied | |
Percentage areaal dat moet voldoen aan niveau | >= 80% | >= 80% | >= 80% | >= 80% |
1. Verharding | B | C | C | C |
2. Groen en speelvoorzieningen | B | C | C | C |
3. Openbare Verlichting | B | C | C | C |
3b. Meubilair | B | C | C | C |
4. Beschoeiing en kademuren | B | C | C | C |
5. Civiele kunstwerken | B | C | C | C |
Riolering | B | B | B | B |
Baggeren | B | B | B | B |
A | Mooi en comfortabel |
B | Functioneel |
C | Onrustig beeld, discomfort of enige vorm van hinder; alleen mogelijk als voldaan wordt aan wettelijke eisen, veiligheid en functionaliteit |
D | Kapitaalvernietiging, uitlokking van vernieling, functieverlies, mogelijke juridische aansprakelijkstelling of sociale onveiligheid |
De belangrijkste aandachtspunten
Terug naar navigatie - De belangrijkste aandachtspuntenAd a: IBOR
1. Verharding (wegen), straatreiniging (inspectie om het jaar) en gladheidsbestrijding
Voor het wegenonderhoud wordt het benodigde onderhoud bepaald op basis van de laatste inspectiegegevens en het wegenbeheersplan (2017-2026). Hierin zijn de doelstellingen vanuit het IBOR vertaald in concrete maatregelen. Gedurende de looptijd van het beheerplan wordt waar mogelijk de aanwezige achterstand op het onderhoud van de verhardingen weggewerkt en wordt proactief ingezet op het voorkomen van achterstallig onderhoud in de toekomst. Het wegenareaal wordt op kwaliteitsniveau C onderhouden.
Het wegonderhoud wordt zo goed mogelijk afgestemd op het onderhoud van de rest van de openbare ruimte (groen, civiele kunstwerken, beschoeiingen en riolering).
2. Groen en speelvoorzieningen (jaarlijks)
Ook voor het onderhoud van het groen en de speelvoorzieningen gelden de beleidskaders vanuit het IBOR.
Groen: Daarnaast zijn het concept Groenblauwe Omgevingsplan en de planning groenrenovaties de basis waarop het onderhoud wordt uitgevoerd. Het groen wordt onderhouden op kwaliteitsniveau B/C. De praktijk heeft laten zien dat we dit onderhoudsniveau niet voldoende halen. In 2022 zal aan uw raad een voorstel worden voorgelegd hoe dit kan worden ingevuld.
Speelplaatsen: Het regulier onderhoud van de speelplaatsen vindt plaats conform de doelstellingen vanuit IBOR en op basis van de Nota Openbare Speelruimte uit 2013.
Onkruidbestrijding: Reeds meerdere jaren is het gebruik van chemische middelen op verharding niet meer toegestaan. Binnen de gemeente Oudewater is gekozen voor het borstelen en af en toe branden van de verharding. Deze methode is minder effectief gebleken dan gewenst, waardoor het beoogde onderhoudsniveau niet overal binnen de gemeente wordt gehaald. Net als bij het groen zal in 2022 aan uw raad een voorstel worden voorgelegd hoe dit kan worden ingevuld.
3. Overig meubilair en verlichting (vijfjaarlijks)
Het overige meubilair wordt onderhouden conform de doelstellingen vanuit IBOR, geldende richtlijnen en het vervangingsplan Meubilair. Bij vervanging wordt wanneer mogelijk gekozen voor een circulaire invulling.
4. Beschoeiingen/kademuren (vijfjaarlijks)
Onderhoud en vervanging worden ingepland op basis van inspectie en de kwaliteitsdoelstellingen vanuit IBOR.
5. Civiele kunstwerken (vijfjaarlijks)
Civiele kunstwerken (bruggen, tunnels, steigers e.d.) worden beheerd op kwaliteitsniveau B en deels op C. De kwaliteit wordt gebaseerd op basis van inspecties en het beheerplan kunstwerken.
Ad B: Riolering
Het beheer, onderhoud en vervangingen van de riolering vindt in 2022 plaats op basis van het in 2019 door de gemeenteraad vastgestelde Gemeentelijk WaterbeleidsPlan (GWP) 2020-2024. Dit is een strategisch beleidsplan waarin de invulling van het gemeentelijk waterbeheer staat beschreven. Het belangrijkste en kostbaarste middel voor het gemeentelijk waterbeheer zijn de riolering en bijbehorende voorzieningen. In het GWP zijn de aanwezige voorzieningen, beheer (onderhoud) en vervanging van de voorzieningen, de verbetermaatregelen en een overzicht van de financiële gevolgen opgenomen. Prioriteit heeft hierbij het wegwerken van de aanwezige wateroverlast.
Ad C: Baggeren
Het baggeronderhoud in 2022 vindt plaats op basis van het vastgestelde baggerplan en gemaakte afspraken met het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden.
Gemeentelijk Vastgoed
Uitgangspunt voor het onderhoud aan het gemeentelijk vastgoed is het meerjarenonderhoudsplan, gebaseerd op de NEN 2767. Het beleidsniveau voor de uitvoering is conditiescore 3 (wat overeenkomt met cijfer van ongeveer 6,5 op een schaal van 10). De actuele gemiddelde jaarlijks benodigde middelen voor uitvoering van het onderhoud bedragen plusminus € 280K. Bij de berekening van de benodigde jaarlijkse middelen is uitgegaan van het afstoten van een diverse vastgoedobjecten, om in meerjarenperspectief een sluitende onderhoudsbegroting te realiseren. De jaarlijkse begrotingslast voor uitvoering van het meerjarenonderhoudsplan blijft gelijk bij het afstoten van vastgoed en bedraagt plusminus € 162K.
Het beleid is erop gericht om gemeentelijke gebouwen die vanwege hun functie niet noodzakelijk eigendom dienen te zijn van de gemeente, indien mogelijk te verkopen. Voorbeelden hiervan zijn de verkoop van het pand Kapellestraat 2 in 2008, de berging bij het sportpark Markveld in 2011 en het Verenigingsgebouw aan de Kapellestraat in 2013. In 2022 wordt het kinderactiviteitencentrum Tjonkie overgedragen aan Stichting Tjonkie.
Daarnaast is steeds geprobeerd het meerjarenonderhoudsplan (MOP) goedkoper uit te voeren, door het voeren van scherpe onderhandelingen met uitvoerders en door, waar dit verantwoord blijkt, werkzaamheden nog enigszins uit te stellen.
Daarnaast zijn sommige gebouwen in de praktijk slechts in zeer geringe mate onderhouden, omdat als gevolg van latere besluitvorming de verwachting ontstond dat deze gesloopt of verkocht zouden worden.
Met ingang van 2021 is het meerjarenonderhoudsplan voor het gemeentelijk vastgoed volledig geactualiseerd en omgezet naar een duurzaam meerjarenonderhoudsplan (DMOP). Door middel van het inzetten van het DMOP wordt inzichtelijk gemaakt welke duurzame keuzes gemaakt kunnen worden bij regulier vervangingsonderhoud op natuurlijke vervangingsmomenten. Voorbeelden van duurzame keuzes bij regulier vervangingsonderhoud zijn gebruik van duurzaam materiaal, duurzame vervanging van componenten of onderdelen van installaties en het aanbrengen van isolatie bij de vervanging van dakbedekking.
Extra investeringen die nodig zijn om gebouwen energieneutraal te maken of om het energielabel met stappen te verbeteren, zijn niet in het DMOP opgenomen. Dergelijke maatregelen vragen om aparte besluitvorming van de gemeenteraad.