Paragraaf 6 Verbonden partijen

Wat is het doel van deze paragraaf?

Terug naar navigatie - Paragraaf 6 Verbonden partijen - Wat is het doel van deze paragraaf?

Een gemeente kan in principe zelf bepalen hoe een bepaalde taak wordt uitgevoerd. De gemeente kan er bijvoorbeeld voor kiezen de uitvoering zelf ter hand te nemen of de uitvoering te regelen (via een gemeenschappelijke regeling) met een aantal regiogemeenten gezamenlijk. Kernvragen blijven steeds of de doelstellingen van het uitvoerende orgaan nog steeds corresponderen met die van de gemeente en of de doelstellingen van de gemeente gerealiseerd worden.

Vanwege de bestuurlijke, beleidsmatige en/of financiële belangen en mogelijke risico’s is het gewenst dat in de begroting aandacht wordt besteed aan rechtspersonen, waarmee de gemeente een band heeft. Deze paragraaf geeft dan ook per verbonden partij informatie over de verbonden partijen en de bestuurlijke doelstelling die via de verbonden partij wordt gerealiseerd.

Wettelijk kader en gemeentelijk beleid

Terug naar navigatie - Paragraaf 6 Verbonden partijen - Wettelijk kader en gemeentelijk beleid

Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) geeft als definitie van een verbonden partij: “Een verbonden partij is een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft”.

Bestuurlijk belang is zeggenschap, hetzij op basis van vertegenwoordiging in het bestuur hetzij uit hoofde van stemrecht. Er is sprake van een verbonden partij als de wethouder, het raadslid of de ambtenaar van de gemeente namens de gemeente in het bestuur van de partij plaatsneemt, of namens de gemeente stemt. Bij alleen een benoemingsrecht of een voordrachtsrecht – wanneer de gemeente een bestuurder of commissaris in de organisatie mag benoemen of voordragen – is er strikt genomen geen sprake van een verbonden partij. Gemeenten maken vaak van een dergelijk recht gebruik om ervoor te zorgen dat er goede bestuurders in het bestuur van de partij terechtkomen. Ook de stichting waarin bijvoorbeeld de wethouder cultuur op persoonlijke titel als bestuurder plaatsneemt – en dus niet de gemeente vertegenwoordigt– is volgens deze definitie geen verbonden partij.

Een financieel belang is een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag dat niet verhaalbaar is indien de verbonden partij failliet gaat, of een bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt. Dit betekent dan ook dat, wanneer een verbonden partij failliet gaat, de deelnemers in deze verbonden partij, dus ook de gemeente Oudewater, voor extra kosten zullen komen te staan. Uit bovenstaande blijkt dus ook dat bij leningen en garantstellingen geen sprake is van een verbonden partij: de gemeente houdt juridisch verhaal als de partij failliet gaat. Ook bij exploitatiesubsidies is er geen sprake van een verbonden partij: het gaat om overdrachten (subsidies).

Met deze paragraaf voldoen wij aan onze wettelijke plicht (BBV) om per verbonden partij inzicht te geven in de volgende onderwerpen:

  • de beleidsvoornemens van de verbonden partij
  • de beleidslijnen met betrekking tot relevante beheersmatige aspecten
  • onze visie op de verbonden partij in relatie tot de realisatie van de doelstellingen in onze programmabegroting
  • naam en de vestigingsplaats, het openbaar belang dat op deze wijze wordt behartigd, veranderingen die zich hebben voorgedaan gedurende het begrotingsjaar, het eigen vermogen en het vreemd vermogen van de verbonden partij aan begin en einde van het begrotingsjaar, het financiële resultaat van de verbonden partij

De verbonden partijen waarin de gemeente Oudewater bestuurlijke en financiële belangen heeft, worden hierna een voor een volgens hetzelfde stramien toegelicht.

Gemeenschappelijke regelingen

Veiligheidsregio Utrecht (VRU)

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke regelingen - Veiligheidsregio Utrecht (VRU)

 

Vestigingsplaats Utrecht
Doel Het doel van deze regeling is het door de Veiligheidsregio Utrecht realiseren van een gelijkwaardig kwaliteitsniveau van de beheersing van rampen en crisis in de Utrechtse gemeenten, waaronder het (verplicht) organiseren van brandweerzorg op regionaal niveau. De gemeentelijke organisaties zijn verantwoordelijk voor een aantal crisisbeheersingsprocessen zoals: crisiscommunicatie, publieke zorg en nazorg. Geen enkele gemeentelijke organisatie is in staat om deze taken geheel op eigen kracht te vervullen. Regionale samenwerking en bundeling van ambtelijke capaciteit is absoluut noodzakelijk.
Programma 1. Bestuur, dienstverlening en veiligheid
6. Ruimtelijke ontwikkeling en wonend
Deelnemende partijen De 26 Utrechtse gemeenten: Amersfoort, Baarn, Bunnik, Bunschoten, De Bilt, De Ronde Venen, Eemnes, Houten, Leusden, Lopik, Montfoort, Nieuwegein, Oudewater, Renswoude, Rhenen, Soest, Stichtse Vecht, Utrecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Vijfheerenlanden, Woerden, Woudenberg, Wijk bij Duurstede, IJsselstein en Zeist.
 Rechtsvorm en type regeling 

Rechtsvorm: GR 

Type regeling: collegeregeling

Vooral gericht op: bestuurskracht (beleidsrijke regeling) 

Bestuurders vanuit onze gemeente Lid : burgemeester drs. D.C. de Vries
Plv. lid : wethouder B. Schomaker
Bestuurlijk belang Veiligheid houdt zich niet aan gemeentegrenzen. Bestuurlijke afspraken over prioriteiten en inzet worden op regionaal niveau gemaakt via de Veiligheidsregio Utrecht.
Gemeenschappelijk belang dat wordt behartigd Eenduidige en efficiënte inrichting van de brandweer
Eenduidige aanpak van rampen en crises
Eenduidige aanpak brandweerzorg
Financiële bijdrage

Begroting 2025 : € 707.000
Begroting 2026 : € 749.000

De bijdrage voor het basistakenpakket van de VRU staat voor 90% geraamd bij taakveld 1.1 crisisbeheersing en voor 10% bij taakveld 8.3 wonen en bouwen.

Belang van Oudewater

De Veiligheidsregio Utrecht houdt zich met o.a. de volgende werkzaamheden bezig:

  • De VRU heeft de risico’s in de regio in beeld en vastgelegd in het risicoprofiel. De informatie wordt met in- en externe partners gedeeld via:
    - regionaal risicoprofiel;
    - provinciale risicokaart;
    - brandrisicoprofiel;
    - (Gemeentelijke) Integrale Veiligheidsplannen.
  • De VRU adviseert het bevoegd gezag om onveilige situaties te voorkomen en/of te beperken, met betrekking tot:
    - ruimtelijke ordening & externe veiligheid (incl. overstromingsrisico’s);
    - bouwen;
    - brandveilig gebruik van gebouwen en bouwwerken;
    - milieu;
    - evenementen.
  • De VRU houdt risicogericht toezicht op (brand)veiligheid in bestaande bouw en bij evenementen en adviseren het bevoegd gezag over te nemen maatregelen.
  • De VRU wil met stimulerende preventie de zelfredzaamheid van burgers en bedrijven vergroten.
  • De VRU zorgt voor goed voorbereide en opgeleide brandweermensen die de beschikking hebben over voldoende materieel en materiaal voor de uitvoering van hun taak.
  • De VRU onderhoudt een aantal specialismen waaronder waterongevallen, rietkapbrandbestrijding, natuurbrandbestrijding en technische hulpverlening.
  • Op het gebied van Bevolkingszorg beheert de VRU de regionale piketten.
  • De VRU zorgt er voor dat piketfunctionarissen uitgebreid opgeleid, geoefend en getraind worden.
  • De VRU adviseert de gemeenten over de optimale inrichting van hun crisisorganisatie. 
  • De VRU volgt met het veiligheidsinformatiecentrum (VIC) de ontwikkelingen van risico’s in onze regio, die mogelijk kunnen uitgroeien tot een ramp of crisis.
  • De VRU coördineert en organiseert geneeskundige hulp aan slachtoffers bij een ramp of crisis. In de voorbereidende fase valt hieronder ook het op geneeskundig vlak adviseren bij evenementen.
  • De VRU adviseert het openbaar bestuur en organisaties die een rol hebben in geneeskundige hulpverlening over te nemen maatregelen.
  • De VRU organiseert crisisoefeningen met zorgverleners, brandweer, gemeenten en politie zodat de hulpverlening goed op elkaar aansluit.
  • De VRU stelt de wettelijke verplichte incidentbestrijdingsplannen op of actualiseert deze.
  • De VRU evalueert GRIP-incidenten conform het evaluatiebeleid van de VRU.
  • De VRU beschikt over actuele aanvals- en/of bereikbaarheidskaarten voor risicovolle en kwetsbare objecten.
  • De VRU draagt zorg voor de continuïteit van de meldkamerfunctie in aanloop naar de samenvoeging, onder meer door harmonisatie van de meldkamerprocessen.
  • De VRU voert een aantal taken op het gebied van onderhoud en exploitatie van de brandweerkazernes uit. De pakketten operationeel onderhoud, schoonmaak en ARBO & veiligheid neemt de gemeente af bij de VRU.
Financiële en inhoudelijke ontwikkelingen  Het jaar 2024 sluit met een positief resultaat voor bestemming van € 7,3 miljoen (circa 5% van de begroting). Dit incidentele resultaat wordt voor het belangrijkste deel veroorzaakt door:
  • de hogere overheadvergoeding voor de tijdelijke taken die op verzoek van het Rijk en gemeenten zijn opgepakt in de crisisnoodopvang (€ 2,3 miljoen)
  • lagere personeelskosten, onder andere door de uitwerking van de CAO 2024/2025 (€ 1,6 miljoen)
  • het langer openstaan van vacatures als gevolg van de krappe arbeidsmarkt (€ 1,2 miljoen).
Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2024 Begin boekjaar: € 28.319.000
Einde boekjaar: € 34.600.000
Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2024 Begin boekjaar: € 49.831.000
Einde boekjaar: € 55.858.000
Financieel resultaat 2024 (saldo van baten en lasten) Saldo van baten en lasten: €  8.282.000
Resultaat (na mutaties reserves): € 7.288.000
Risico’s

Het grootste risico betreft het zich voordoen van grote rampen en calamiteiten in de regio, waardoor er een financieel risico ontstaat voor het bekostigen van de bijdrage aan de gemeenschappelijke regeling VRU. 

Regionaal Historisch Centrum Rijnstreek en Lopikerwaard (RHC)

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke regelingen - Regionaal Historisch Centrum Rijnstreek en Lopikerwaard (RHC)
Vestigingsplaats Woerden
Doel Uitvoering Archiefwetgeving en het beheer van historische archieven en collecties en beschikbaarstelling ervan aan burgers en organisatie.
Op grond van de Archiefwet-1995 moeten besturen van overheden ervoor zorgdragen dat hun archieven in goede en geordende en toegankelijke staat verkeren.
Verder is het RHC belast met het wettelijk toezicht op het gemeentelijk beheer van nog niet overgebrachte archieven.
Programma 4. Cultuur, Economie, Recreatie & toerisme, Energietransitie 
Deelnemende partijen Gemeenten Bodegraven-Reeuwijk, Lopik, Montfoort, Oudewater, Woerden en IJsselstein, en het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden.
Rechtsvorm en type regeling 

Rechtsvorm: Gemeenschappelijke regeling

Type regeling: Collegeregeling        

Vooral gericht op:  Uitvoering  (beleidsarme regeling) 

Bestuurders vanuit onze gemeente Lid : wethouder drs. B.C. Lont
Plv. lid : burgemeester drs. D.C. de Vries
Bestuurlijk belang De bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de overgebrachte archieven ligt sinds 2006 bij het bestuur van de Gemeenschappelijke regeling RHC .
Gemeenschappelijk belang dat wordt behartigd Bovengenoemde taken (zie achter Doel) vloeien voort uit de Archiefwet. Deze wet verplicht overheidsinstellingen de archieven in goede, geordende en toegankelijke staat te bewaren. Daarnaast verplicht de Archiefwet overheidsinstellingen om archieven die ouder zijn dan 20 jaar en voor blijvende bewaring in aanmerking komen, toegankelijk te maken voor het publiek. Hierbij verandert de status van deze archieven in principe naar openbaar en zijn ze voor iedereen kosteloos te raadplegen.
Financiële bijdrage

Begroting 2024 :  € 60.428

Jaarrekening 2024 : € 56.869

Begroting 2026 :  € 70.833

Opbouw bijdrage 2026: 10.400 inwoners  x  € 5,2570 per inwoner = € 54.673. Daarbij komen nog de depotkosten van 464 meter x €  34,82 = € 16.160

De compensatieregeling 2018-2027 die destijds bij het akkoord over de renovatie/uitbreiding van het RHC (Stadhuis Woerden) voor tien jaar voor drie gemeenten met een eigen archiefbewaarplaats gold, is in 2023 voor het resterende deel verrekend. Per 2024 is deze dus komen te vervallen.

Door het RHC wordt btw in rekening gebracht (zit ook in de bijdrage). De deelnemers kunnen deze via het btw-compensatiefonds verhalen.  Voor 2026 bedraagt dit € 4.991.

Belang van Oudewater

Doel van het RHC is in het samenwerkingsgebied uitvoering te geven aan de Archiefwet en het vervullen van de functie van regionaal kennis- en informatiecentrum op het gebied van de lokale en regionale geschiedenis door het opbouwen en beheren van een zo breed mogelijke collectie (regionaal) historische bronnen en deze op een zo actief mogelijke wijze dienstbaar maken voor een breed publiek. Het RHC is ook toezichthouder op de gemeentelijke archieven van Oudewater.

Financiële en inhoudelijke ontwikkelingen 

De begroting voor 2026 ligt in lijn met de meerjarenraming. De begrote kosten zijn noodzakelijk voor de uitvoering van wettelijke taken. Al bij een eerdere bezuinigingsronde is de uitvoering van andere (zogeheten bovenwettelijke) werkzaamheden in het cultuur-historische veld geschrapt om zo met de bestaande personeelsformatie de kerntaken te kunnen blijven behappen. Onder nagenoeg het totale bedrag aan uitgaven in de begroting liggen overigens contractuele verplichtingen.

Een belangrijk contract is de dienstverleningsovereenkomst (DVO) met de gemeente Woerden. Eerder is al geconstateerd dat op basis hiervan precies in het ‘ravijnjaar’ 2026 een korting op de vergoeding voor de DVO vervalt. Deze gold krachtens de overeenkomst over de periode 2018-2025 vanwege het mede-gebruik van de archiefruimte door de gemeente voor semi-statisch archief. In 2026 komt de gehele, speciaal voor het RHC gebouwde archiefbewaarplaats aan het RHC, met de daarbij geldende meerkosten van ruim 30.000 euro. Dit was al voorzien in de meerjarenraming. Echter, de verkoop van het stadskantoor Oudewater annex archiefruimte aldaar én het feit dat de gemeente Woerden nog opslag zocht voor het resterende semi-statische archief,openden de deur naar een nadere afspraak met beide gemeenten. Zij brengen tegen extra betaling archief bij het RHC onder dat formeel (nog) niet overgebracht is. De extra inkomsten temperen voor het RHC als geheel genoemde financiële gevolgen van de hogere DVO-vergoeding. Voor Oudewater en Woerden stijgt de bijdrage uiteraard nu sterker.

De post salarissen is berekend naar de nu geldende salarisschalen, waarbij voor de functie van archiefinspecteureen marktoelage is ingebracht. Gelet op het huidige loonbod van de VNG voor de nieuwe cao (vanaf 1 april 2025) is er behoudend gerekend met een salarisstijging van 3% in de loop van 2025 (effectief 2,25%) en 2,1% voor 2026. De medewerkers van het RHC vallen rechtspositioneel onder de gemeente Woerden, waar momenteel een functiewaarderingsonderzoek loopt (HR21). Er is nog geen zicht op de uitkomsten daarvan. Voor de lopende contracten, waaronder de DVO met de Gemeente Woerden voor huisvesting en andere diensten, is de consumentenprijsindex over 2025 van belang. In de desbetreffende begrotingsposten is uitgegaan van een indexatie van 3,8%. De DVO Woerden berekent die gedempt door. Overige kostenposten blijven gelijk of zijn met maximaal 2% verhoogd.

Een nieuwe ontwikkeling is dat gemeenten gebruik maken van de mogelijkheid om digitale informatie uit te plaatsen, als voorstadium van de uiteindelijke overbrenging naar het e-depot. Dit kan met korting en dus relatief goedkoop, door het contract dat het RHC heeft met de leverancier van het e-depot. Kosten van uitplaatsing in het predepot drukken niet op de begroting van het RHC, immers in dat geval beheert de archiefvormer nog zelf de informatie.

In de begroting 2026 is niettemin rekening gehouden met de situatie dat het maximum van de contractkosten voor de basisvoorziening van het e-depot is bereikt. Financieel maakt het hierbij voor de licentie niet uit of er enkele deelnemers zijn aangesloten die samen 125.000 inwoners vertegenwoordigen, of dat al onze deelnemers zijn aangesloten (de staffel loopt namelijk door tot 250.000 inwoners). Inspelend op de gewijzigde planning van de deelnemers is het plan om in 2025/2026 een extra toepassing te leveren voor videotulen in het e-depot en een technische applicatie (CAD/GIS) doorgeschoven naar 2026/2027. 

De uiteindelijke bijdrage kan per deelnemer in de marge in hoogte verschillen, los van financiële mee- of tegenvallers. Dat komt doordat de kosten worden omgeslagen. Mutaties in inwonertal en archiefmeters hebben direct financiële gevolgen. Zeker de omvang van de archieven laat zich ditmaal wat lastiger inschatten, waar in 2025 meerdere archieven worden overgebracht terwijl bovendien de echte grootte van de semi-statische archieven van Woerden en Oudewater nog moet blijken. De eventuele afwijkingen in archiefmeters werken uiteraard alleen door in de verdeling van de depotkosten. In de meerjarenraming is uitgegaan van een jaarlijkse stijging van de lonen van 2% en van een consumentenprijsindex van 3% vanwege de contracten; en gelijkblijvende verhoudingen in inwonertal en archiefmeters.

Verder om rekening mee te houden, is de verwachte verhuizing van circa 79 meter archiefmeter uit de archiefruimte van het stadskantoor in Oudewater. Deze series zullen verhuist worden naar de archiefruimte in het gemeentehuis van Woerden om verder bewerkt te worden. De verhuizing zal hoogstwaarschijnlijk plaatsvinden na de zomer van 2025. Hier zullen kosten uit vloeien, maar deze zijn nu nog onbekend.

Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2024

Nihil (want het RHC werkt niet met reserveringen. Positief saldo wordt in beginsel in mindering gebracht op de bijdrage voor het volgende jaar)

Postief saldo boekjaar 2024

Het verschil van € 3.559 zal in mindering worden gebracht op de eerste termijn van de bijdrage voor 2025.

Risico's

De taken worden uitgevoerd op basis van een sobere dienstverlening: alleen de wettelijke taken.

 

Afvalverwijdering Utrecht (AVU)

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke regelingen - Afvalverwijdering Utrecht (AVU)
Vestigingsplaats Soest
Doel De AVU is een gemeenschappelijke regeling ingevolge de Wet gemeenschappelijke regelingen en is in 1984 opgericht door de Utrechtse gemeenten en de provincie Utrecht.  Namens de gemeenten voert de gemeenschappelijke regeling AVU de regie op de overslag, het transport, de bewerking en de verwerking van het door de inwoners van de provincie Utrecht aangeboden huishoudelijk afval. Ook organiseert en regisseert de AVU de papierinzameling, de glasinzameling en de inzameling van oude medicijnen en injectienaalden in de provincie Utrecht en laat de AVU jaarlijks de sorteeranalyses van het restafval per gemeente uitvoeren.
Programma Fysiek beheer openbare ruimte en Mobiliteit
Deelnemende partijen

De gemeenten Amersfoort, Baarn, Bunnik, Bunschoten, de Bilt, De Ronde Venen, Eemnes, Houten, Leusden, Lopik, Montfoort, Nieuwegein, Oudewater, Renswoude, Rhenen, Soest, Stichtse Vecht, Utrecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Woerden, Woudenberg, Wijk bij Duurstede, IJsselstein en Zeist.

Rechtsvorm en type regeling 

Rechtsvorm: Gemeenschappelijke regeling

Type regeling: collegeregeling

Vooral gericht op: uitvoering  (beleidsarme regeling)

Bestuurders vanuit onze gemeente Lid : wethouder drs. B.C. Lont
Plv. Lid : wethouder drs. W.J.P. Kok
Gemeenschappelijk belang dat wordt behartigd Namens de gemeenten voert de gemeenschappelijke regeling AVU de regie op de overslag, het transport, de bewerking en de verwerking van het door de inwoners van de provincie Utrecht aangeboden huishoudelijk afval.
Financiële bijdrage

Begroting 2024: € 314.294
Jaarrekening 2024: € 271.603
Begroting 2025: € 337.048
Begroting 2026: € 308.851

Belang van Oudewater De AVU bundelt de deskundigheid van de aangesloten gemeenten, waardoor er voor beleid en uitvoering een platform met veel (plaatselijke) kennis beschikbaar is. Door inzameling en verwerking van huishoudelijk afval gezamenlijk aan te besteden, worden dankzij grote hoeveelheden in de regel gunstige tarieven verkregen.
Financiële en inhoudelijke ontwikkelingen 

Volgens de ontwerpbegroting bedraagt de deelnemersbijdrage voor onze gemeente in 2026 €353.086. Dit is een stijging van €16.038 (of 4,8%) ten opzichte van de AVU-begroting van 2025. Toen bedroeg de deelnemersbijdrage €€ 337.048.

Deze verhoging is het gevolg van de, door indexatie, gestegen verwerkingstarieven. Ook geldt op het verbranden van restafval van Rijkswege een extra heffing per ton, de afvalstoffenbelasting. Deze stijgt jaarlijks met als doel de hoeveelheid afval die wordt verbrand terug te dringen.

In 2026 moet bovendien voor het eerst CO2-heffing worden betaald over de per ton verbrand afval uitgestoten hoeveelheid CO2. Deze heffing (ook opgelegd door de Rijksoverheid) bedraagt in 2026 enkele euro’s, maar loopt richting 2030 snel op. De beide heffingen leiden aldus tot een hoger begrotingstotaal voor 2026 in vergelijking met 2024 en 2025.

 

Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2024

Begroot eigen vermogen
Begin boekjaar: €100.000
Einde boekjaar: €100.000

Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2024

Begroot vreemd vermogen (Passiva – Eigen Vermogen)
Begin boekjaar: €14.000.000
Einde boekjaar: €14.000.000

Financieel resultaat 2024 (saldo van baten en lasten) Saldo van baten en lasten voor belasting en onttrekking: € 303.626  
Gerealiseerd resultaat: € 0
Risico's In principe kent de AVU geen risico’s. Alleen wanneer een grote contractpartner haar verplichtingen niet kan nakomen, zou een nieuwe overeenkomst meerkosten met zich mee kunnen brengen. Deze meerkosten worden dan doorberekend aan de deelnemende gemeenten.

Ferm Werk

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke regelingen - Ferm Werk
Vestigingsplaats Woerden
Doel

Ferm Werk is de uitvoeringsorganisatie van vier gemeenten op het terrein van Participatie, Werk & Inkomen. De vier deelnemende gemeenten Woerden, Montfoort, Oudewater en Bodegraven-Reeuwijk hebben alle taken van hun sociale diensten, inclusief het daarmee verbonden operationele beleid, ondergebracht bij Gemeenschappelijke Regeling Ferm Werk.
De dienstverlening die Ferm Werk verzorgt, betreft het uitvoeren van taken in het kader van: 
-    de Wet Sociale Werkvoorziening;
-    de Participatiewet;
-    de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW); 
-    de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ);
-    het Besluit Bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz2004);
-    de Wet inburgering 2021 (Wi2021).

Tot de taken van Ferm Werk behoort het op basis van genoemde regelgeving verstrekken van uitkeringen en overige inkomensondersteuning en het uitvoeren van in de regelgeving aangegeven activiteiten ter bevordering van participatie en re-integratie in het arbeidsproces.

Programma 3. Sociaal domein
Deelnemende partijen De gemeentebesturen van Oudewater, Woerden, Montfoort en Bodegraven-Reeuwijk. De deelnemende gemeenten hebben in het bestuur stemrecht naar rato van het aantal inwoners. Dit komt erop neer dat de gemeente Oudewater ongeveer 10% van de stemmen in het Algemeen Bestuur heeft. Besluiten worden genomen met twee derde meerderheid van stemmen. Zowel in het regionaal ambtelijk overleg als in het bestuur van Ferm Werk vindt afstemming tussen de vier deelnemende gemeenten plaats.
Rechtsvorm en type regeling 

Rechtsvorm: Gemeenschappelijke regeling.

Type regeling:  gemengde regeling. 

Vooral gericht op: zowel bestuurskracht (beleidsrijke regeling) als uitvoering  (beleidsarme regeling).

Bestuurders vanuit onze gemeente Leden : wethouder Walther Kok (DB & AB) en raadslid Dolf Wildeman (AB)
Plv. leden: wethouder Bernadette Schomaker (AB) en raadslid Albert Griffioen (AB)
Gemeenschappelijk belang dat wordt behartigd Zie doel.
Financiële bijdrage

Jaarrekening Ferm Werk (Gewaarmerkt):
Reguliere dienstverlening € 3.519.000,-
Aanvullende dienstverlening € 134.000.-

Totaal € 3.653.000,-  

Begroting 2026-2029 Ferm Werk: 
Reguliere dienstverlening € 3.623.000,-
Aanvullende dienstverlening € 28.000,-

Totaal € 3.651.000,-

Belang van Oudewater We streven ernaar dat zo veel mogelijk inwoners mee kunnen doen in de Oudewaterse samenleving. We streven naar een integrale werkwijze waarbij inwoners zo goed mogelijk worden ondersteund zonder last te hebben van verschillen tussen wettelijke regimes.
Financiële ontwikkelingen 

De ontwerpbegroting 2026-2029 is het vervolg op de Kaderbrief 2026 en heeft in hoofdlijnen dezelfde inhoud en indeling als de voorgaande begrotingen. Wel zijn de nieuwe verdeelsleutels (conform de GR aanpassing) voor de kostenverdeling van de kosten over de programma's en gemeenten in deze begroting aangepast. De nieuwe verdeelsleutels zijn in samenwerking met de gemeenten opgesteld. 

In de kaderbrief 2026 is de ingeslagen koers gecontinueerd. Daarom zijn in de begroting 2026-2029  geen beleidsaanpassingen opgenomen. Wel is de verhoogde taakstelling die het ministerie heeft opgelegd aan gemeenten ten aanzien van de statushouders opgenomen en zijn de bedragen geïndexeerd. Desondanks is sprake van een sterke kostenstijging. Deze kostenstijging kent een aantal oorzaken die allemaal technisch van aard zijn. Zo zijn de uitvoeringskosten geïndexeerd in verband met de CAO-stijgingen. Ook de kosten van de bijstandsuitkeringen zijn sterk gestegen, deels door een volumeontwikkeling gebaseerd op de CBP-raming en deels op basis van prijsontwikkeling. 

Een ander voorbeeld voor de kostenstijgingen betreft het budget voor trajectkosten. Dit budget stijgt van €60.000 naar €145.000. Deze verhoging komt met name door de hoge reiskosten die statushouders maken naar het regionaal ingekochte taalonderwijs. Deze kosten zijn onvermijdelijk en drukken zwaar op het beschikbare budget. In overleg met de gemeente is in de begroting van 2026 uitgegaan van een realistische inschatting van te maken kosten voor de totale doelgroep van Ferm Werk. Deze inschatting kent als vertrekpunt de realisatie van 2023. 

Inhoudelijke ontwikkelingen 

Ferm Werk staat voor een zeer uitdagende opdracht, zowel inhoudelijk als financieel. De arbeidsmarkt is krapper dan ooit en zal dit waarschijnlijk nog jaren blijven. Het mee laten doen van alle inwoners naar vermogen vergt van Ferm Werk meer dan in het verleden. Ferm Werk heeft dus een duidelijke visie, missie, strategie en doelstellingen nodig. In 2023 is Ferm Werk gestart met een groot verbeterprogramma (Visie, Verbinden, en Vasthouden), gebaseerd op een intern onderzoek naar de stand in de organisatie. Inmiddels heeft Ferm Werk een nieuwe visie en missie geformuleerd. Het implementeren van de visie en missie is in volle gang. Tevens is Ferm Werk gestart met het formuleren van de strategie en daarbij behorende meerjarige doelstellingen. In deze strategische koers is ook aandacht besteed aan de ontwikkeling van de organisatie naar een effectief sociaal ontwikkelbedrijf en de bedrijfsvoering (ICT en informatievoorziening). Daarmee is het versterken van de organisatie in volle gang.

Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2024

Begin boekjaar € 74.603,-

Einde boekjaar € 74.603,-

Financieel resultaat 2024 (saldo van baten en lasten)

€ 0

Risico's

 -   Ontwikkeling van het aantal uitkeringsgerechtigde
-    Externe factoren en economische ontwikkelingen
-    Financiële onrechtmatigheid
-    Personeel
-    Vergrijzing 
-    Wetswijzigingen
-    Overige risico’s 

Bovenstaande risico's staan in de begroting 2026-2029 van Ferm Werk opgenomen onder de paragraaf 'Weerstandsvermogen en risicobeheersing'. In deze paragraaf zijn de genoemde risico's van een toelichting voorzien.

Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst regio Utrecht (GGDrU)

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke regelingen - Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst regio Utrecht (GGDrU)

 

Vestigingsplaats Utrecht
Doel Het in stand houden van een dienst van gemeenten ter uitvoering van de taken bij of krachtens de Wet publieke gezondheid opgedragen aan de colleges op het gebied van de publieke gezondheid.
Programma 3. Sociaal domein
Deelnemende partijen Alle 26 gemeenten van de provincie Utrecht houden de gemeenschappelijke regeling in stand.
Met ingang van 2014 is er 1 regeling voor zowel de stad Utrecht als de overige gemeenten. Vanaf 2014 heet de GGD niet langer ‘GGD Midden Nederland’ maar: ‘GGD regio Utrecht’ (GGDrU).
Rechtsvorm en type regeling 

Rechtsvorm: GR

Type regeling: collegeregeling

Vooral gericht op: bestuurskracht (beleidsrijke regeling)  

Bestuurders vanuit onze gemeente Lid : wethouder drs. W.J.P. Kok
Plv. Lid : wethouder B. Schomaker
Gemeenschappelijk belang dat wordt behartigd

De GGDrU levert een bijdrage aan het bevorderen van een gezonde bevolking door middel van onderzoek, advies en ondersteuning. Infectieziektenbestrijding is een belangrijke taak van de GGDrU; het belang is door de corona-uitbraak in 2020 nog duidelijker geworden. 

De JGZ heeft een belangrijke signalerende functie als het gaat om de ontwikkeling van onze jeugd. Een andere belangrijke taak van de GGDrU is het verzamelen van epidemiologische gegevens waarmee de gemeenten hun beleid kunnen richten.

Financiële bijdrage

Begroting 2026:  € 554.090 (2025: € 533.710)

De inwonerbijdrage voor de Algemene Publieke Gezondheidstaken bedraagt in 2026 per inwoner € 8,589 (2025: € 8,079).

De kindbijdrage voor de uitvoering van de JGZ bedraagt in 2026 per kind € 173,376  (2025: € 166,093)

 

Belang van Oudewater Onderdeel uitmaken van de verbonden partij GGDrU levert Oudewater voordelen op het gebied van (financiële) risicospreiding, bestuurlijke kracht en effectiviteit, kennis en expertise, en efficiency dankzij samenwerking met andere gemeenten én met de GGDrU zelf.
Financiële ontwikkelingen 

Door diverse ontwikkelingen, landelijk en regionaal, zijn in de begroting structureel extra middelen opgenomen ten opzichte van voorgaande jaren. Deze begroting ziet niet op nieuw beleid. Vanuit de verantwoordelijkheid voor de continuïteit en kwaliteit van de bestaande wettelijk verplichte inzet van GDDrU is het noodzakelijk extra middelen te begroten. Alleen zo blijft voldaan worden aan de wettelijke taken en verantwoordelijkheden waarvoor GGDrU en in het verlengde daarvan de gemeente aan de lat staan. Hiermee is dit geenszins een vooruitstrevende of ambitieuze begroting. Nog steeds is het een begroting die past bij een GGD die zich reeds in lengte van jaren heeft bekwaamd in een zo doelmatig mogelijk inzetten van middelen ten behoeve van de publieke gezondheid. 

Inhoudelijke ontwikkelingen 

Beweging naar gezondere mensen in een gezondere maatschappij
Echte gezondheidswinst is alleen te behalen wanneer partijen uit het sociaal domein, de fysieke omgeving en het (publieke) zorgdomein regionaal samenwerken. Door een brede gezamenlijke en structurele aanpak van preventie wordt een beweging in gang gezet die leidt tot gezondere mensen in een gezondere maatschappij. Daarmee draagt GGDrU met een collectieve aanpak bij aan individuele gezondheid.


Verschuiving van zorg naar gezonde leefstijl
De zorg in Nederland staat onder druk, doordat in alle zorgsectoren de vraag naar zorg harder stijgt dan het aanbod. We worden steeds ouder en het aandeel ouderen in onze samenleving neemt toe. Om te zorgen dat alle Nederlanders die dit nodig hebben goede zorg kunnen blijven ontvangen, zijn in het Integraal Zorg Akkoord (IZA) afspraken gemaakt over samenwerking, preventie en het versterken van de eerstelijnszorg. Meer inzetten op preventieve interventies die gezond leven stimuleren en bijdragen aan een gezonde en sociale samenleving is in dit akkoord een belangrijk speerpunt (‘de beweging naar de voorkant’).


Het doorontwikkelen van de advies- en kennisfunctie van GGDrU is essentieel om aan te sluiten bij de ontwikkelingen van IZA en GALA en gemeenten en ketenpartners te ondersteunen bij de transformatie die deze beweging vraagt. Het Algemeen Bestuur heeft eind 2024 de transformatieopdracht gegeven, met focus op drie thema’s: mentale gezondheid jeugd, dubbele vergrijzing en gezonde leefomgeving.

De pijlers
GGDrU focust zich vanuit regionale samenwerking op drie inhoudelijke pijlers van de bestuursagenda 2023–2027:

Een gezonde en veilige leefomgeving: GGDrU staat voor inwoners die wonen, leven, naar school gaan en werken in een gezonde en veilige omgeving waar bedreigingen van de publieke gezondheid worden gesignaleerd en bestreden en maatschappelijke onrust wordt beperkt.
Kansrijk opgroeien: GGDrU biedt een stevig fundament met Jeugdgezondheidszorg (JGZ) en gezondheidsbevordering. We zetten in op gezinnen en wijken waar het minder goed gaat en pakken maatschappelijke vraagstukken aan zoals kindermishandeling, schoolverzuim, armoede en jeugdcriminaliteit.
Langer gezond zelfstandig: Samen met gemeenten, inwoners en partners werkt GGDrU aan positief gezond oud worden in de regio Utrecht, met aandacht voor veerkracht, mentaal welbevinden en een sterk sociaal netwerk.
Een wendbare en vitale organisatie: GGDrU wil een stabiele en toekomstbestendige organisatie zijn die meebeweegt met veranderingen in de samenleving en waar mensen graag willen werken.

Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2024

Begin boekjaar: € 4.618.536
Einde boekjaar: € 6.316.567

Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2024

Begin boekjaar: € 32.366.469
Einde boekjaar: € 36.090.647

Financieel resultaat 2024(saldo van baten en lasten)

Saldo van baten en lasten: € 3.283.000
Resultaat (na mutaties reserves): € 2.477.000

Risico's

Hieronder zijn deze mogelijke risico’s en bijbehorende beheersmaatregelen kort toegelicht:


A. Interne bedrijfsvoering

•    Categorie: Europees aanbesteden
Risico: Er wordt niet voldaan aan de aanbestedingsregels.
Beheersmaatregel: Continue optimalisering van het gecentraliseerd digitaal ingericht contractbeheer zodat de juiste informatie op het juiste moment en de juiste plaats beschikbaar is.
•    Categorie: ICT omgeving (telefonie)
Risico: Mogelijke problemen met de telefonieomgeving wegens beperkte ondersteuning.
Beheersmaatregel: GGDrU is aangesloten op de nieuwe landelijke GT-Connect aanbesteding via de VNG.
•    Categorie: ICT omgeving (complexiteit)
Risico: Onvoldoende adequaat systeembeheer leidt tot risico’s op het gebied van veiligheid en toepassing in de praktijk.
Beheersmaatregel: Ontwikkelen en uitvoeren van een meerjarige visie om een veilige en goed beheerste ICT-omgeving te waarborgen.
•    Categorie: Algemene verordening gegevensbescherming (AVG)
Risico: Niet voldoen aan wet- en regelgeving bij verwerking van persoonsgegevens.
Beheersmaatregel: Cyclische benadering van beleid, processen en uitvoering.
•    Categorie: Fluctuatie inwoner- en kindaantallen
Risico: Structurele lasten bij fluctuerende opbrengsten.
Beheersmaatregel: Opvang door natuurlijk verloop van medewerkers en evaluatie van de financieringsmethodiek.

•    Categorie: Publieke Gezondheid Asielzoekers (PGA)
Risico: Structurele lasten bij fluctuerende opbrengsten.
Beheersmaatregel: Opvang door tijdelijke krachten.

•    Categorie: Tekort gekwalificeerd (medisch) personeel
Risico: Onvoldoende capaciteit en kennis; verhoogde druk op bestaand personeel met risico op ziekteverzuim.
Beheersmaatregel: Actieve inzet op werving en behoud van gekwalificeerd personeel.
•    Categorie: Fiscaliteit
Risico: Niet voldoen aan fiscale regelgeving (mogelijk leidend tot boetes).
Beheersmaatregel: Zorgvuldige processen voor loonbelastingopgaven, btw-aangiften, opgaven aan het btw-compensatiefonds en de WKR.
•    Categorie: Transitie coronabedrijf
Risico: Behoud van gekwalificeerde medewerkers uit het coronabedrijf lukt niet, waardoor uitvoering in de knel kan komen.
Beheersmaatregel: Door de beperkte omvang van de VWS-opdracht voor 2024 is de impact van dit risico minimaal.

B. Samenwerking in de GR
•    Categorie: Ombuigingen
Risico: Ombuigingen worden niet conform plan uitgevoerd.
Beheersmaatregel: Het ombuigingsplan 2023–2026 is vastgesteld door het AB; de voortgang wordt gemonitord.
•    Categorie: Maatwerk
Risico: Structurele lasten bij fluctuerende opbrengsten.
Beheersmaatregel: Voortdurend overleg met gemeenten over regionale samenwerking in het gezondheidsdomein.
•    Categorie: Forensische Geneeskunde (FG) en MAZ-aanbesteding

Risico: Niet-gunning van aanbesteding leidt tot verbreding van het takenpakket en maakt instroom van nieuwe medewerkers moeilijk.
Beheersmaatregel: Inzet van externe ondersteuning bij de aanbesteding om het proces zorgvuldig te doorlopen.

C. Externe ontwikkelingen
•    Categorie: Risico Inventarisatie & Evaluatie (RI&E)
Risico: Ontbreken van adequate maatregelen leidt tot gezondheidsklachten en ongevallen.
Beheersmaatregel: Uitvoeren en opvolgen van de RI&E met een meerjarig plan van aanpak gericht op vermindering van ziekteverzuim, meer werkplezier en hogere productiviteit.
•    Categorie: Nieuwe pandemie / disruptieve gebeurtenissen
Risico: Capaciteitsproblemen om een crisis adequaat te bestrijden.
Beheersmaatregel: Leren van de coronapandemie en investeren in structurele maatregelen en middelen voor blijvende paraatheid.
•    Categorie: Stoppen subsidie seksuele gezondheid
Risico: Structurele personele lasten bij wegvallen opbrengsten.
Beheersmaatregel: GGDrU volgt de landelijke ontwikkelingen rond de ASG-regeling en de aanbevelingen van het onderzoek van AEF en de Kamerbrief van december 2023.
Op basis van de risico-inventarisatie bedraagt de benodigde weerstandscapaciteit € 1.660.750. De beschikbare weerstandscapaciteit is € 2.486.275. Daarmee is de verhouding (beschikbaar/nodig) 1,497. Hiermee zijn de genoemde risico’s financieel afdoende afgedekt.

 

Omgevingsdienst Utrecht (ODU)

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke regelingen - Omgevingsdienst Utrecht (ODU)
Vestigingsplaats Provinciehuis Utrecht
Doel

De Omgevingsdienst Utrecht ondersteunt en adviseert de gemeente Oudewater bij het uitvoeren van milieutaken en het ontwikkelen van beleid voor milieu en duurzaamheid.
De ODRU levert een bijdrage aan het realiseren van een veilige, gezonde en duurzame leefomgeving en het versterken van de bestaande milieukwaliteit door inwoners, bedrijven en overheden te stimuleren tot milieuvriendelijk handelen en gedrag.

Voor de uitvoering van de milieutaken is de programmabegroting van de gemeente leidend. Binnen dit financiële kader wordt jaarlijks een Uitvoeringsprogramma (UVP) opgesteld. Dit zijn de kaders waarbinnen de Omgevingsdienst haar taken uitvoert.

Programma 4. Cultuur, Economie, Recreatie & toerisme, Energietransitie
Deelnemende partijen De gemeentebesturen van Amersfoort, Baarn, Bunnik, Bunschoten, De Bilt, Eemnes, Houten, Leusden, Lopik, Montfoort, Nieuwegein, Oudewater, Renswoude, Rhenen, De Ronde Venen, Soest, Stichtse Vecht, Utrecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Vijfheerenlanden, Woerden, Woudenberg, Wijk bij Duurstede, IJsselstein, Zeist en de Provincie
Rechtsvorm en type regeling 

Rechtsvorm: GR 

Type regeling: collegeregeling 

Vooral gericht op:  uitvoering  (beleidsarme regeling) 

Bestuurders uit onze gemeente Lid : wethouder B. Lont
Plv. lid : wethouder W. Kok
Gemeenschappelijk belang dat wordt behartigd Een gezonde, veilige en duurzame leefomgeving (in het kader van milieu).
Financiële bijdrage

Conform de gemeenschappelijke regeling dragen de 26 deelnemende gemeenten en de Provincie gezamenlijk het risico voor de Omgevingsdienst.

Begroting 2025: € 705.528

Begroting 2026 : € 666.000

Financiële ontwikkelingen 

Bij de vorming van de nieuwe omgevingsdienst zal gebruik gemaakt worden van een andere financieringssystematiek. 

De vaste bijdrage is ter dekking van de vaste lasten van de organisatie met name bedrijfsvoering. Bij de berekening van de variabele bijdrage is uitgegaan van de door de deelnemers in mei 2025 verstrekte uitvoeringsplannen voor 2026. Deze tellen op tot een structurele afname van producten en diensten. Het bijbehorende uurtarief is € 81,75 voor 2026.

Inhoudelijke ontwikkelingen 

De Omgevingsdienst Utrecht (hierna: ODU) is per 1 januari 2026 formeel van start gegaan. 2026 is het startjaar van de ODU als fusieorganisatie. De focus ligt op het opbouwen van een robuuste en toekomstbestendige dienst, die de gezamenlijke opgaven van de deelnemers – nu én in de toekomst – beter, efficiënter en kwalitatief sterker kan ondersteunen dan de afzonderlijke organisaties dat voorheen konden.

Om die ambitie waar te maken, wordt in 2026 gericht geïnvesteerd in de ontwikkeling van de nieuwe organisatie.

Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2024 Begin boekjaar: € 475.000
Einde boekjaar: € 1.710.000
Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2024

Begin boekjaar: € 5.889.000
Einde boekjaar: € 6.584.000

Solvabiliteitsratio:  21,16% (hoe hoger, hoe groter de weerbaarheid)

Financieel resultaat 2024 (saldo van baten en lasten) Saldo van baten en lasten:  € 1.235.000
Geraamd resultaat (na mutaties reserves): € 843.000.  
Risico's

Het weerstandsvermogen is de verhouding tussen de weerstandscapaciteit en de risico’s die de ODU loopt. Het gaat hier over niet kwantificeerbare risico’s. Voor kwantificeerbare risico’s worden voorzieningen gevormd. In artikel 28 van de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Utrecht is bepaald dat de algemene reserve maximaal 7 procent van de jaaromzet bedraagt.

Jaarlijkse exploitatieoverschotten worden toegevoegd aan de algemene reserve en verhogen het weerstandsvermogen. Een exploitatietekort wordt opgevangen binnen het weerstandsvermogen, tenzij het weerstandsvermogen hiervoor onvoldoende is. In dat geval dragen de deelnemers hun deel naar rato van de uren uit de DVO (van de betreffende deelnemer) bij.

De weerstandscapaciteit is het totaal van de middelen waarover de ODU beschikt om onvoorziene kosten te dekken. Voor de ODU is de algemene reserve aan te merken als beschikbare incidentele weerstandscapaciteit. Het beginvermogen van de ODU zal na de afwikkeling van de jaarrekeningen van de oude diensten gestort worden. Er wordt van uitgegaan dat het gestorte beginvermogen voldoende is om het restrisico af te dekken. Daarnaast bestaat de weerstandscapaciteit uit de post Onvoorzien. 

 

Vennootschappen en coöperaties

Bank Nederlandse Gemeenten (BNG)

Terug naar navigatie - Vennootschappen en coöperaties - Bank Nederlandse Gemeenten (BNG)

 

Vestigingsplaats Den Haag
Openbaar belang De BNG is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. De strategie van de bank is gericht op het behouden van substantiële marktaandelen in het Nederlands maatschappelijk domein en het handhaven van een excellente kredietwaardigheid (Triple A). Daarnaast streeft zij naar een redelijk rendement voor haar aandeelhouders. De BNG biedt financiële diensten op maat, zoals kredietverlening, betalingsverkeer, advisering en elektronisch bankieren. Daarnaast neemt zij deel aan projecten in de vorm van publiek-private samenwerking.
Doel BNG Bank is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. De bank draagt duurzaam bij aan het laag houden van de kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger.
Alleen overheden, namelijk het Rijk (50%), gemeenten, waterschappen en provincie mogen aandeelhouder zijn van de BNG. Hierdoor kan toezicht gehouden worden op optimale belangenbehartiging voor deze overheden.
Programma 7. Algemene inkomsten
Deelnemende partijen De gemeente Oudewater heeft geen zetel in het bestuur en de raad van commissarissen van de BNG. De gemeente heeft als aandeelhouder wel stemrecht in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Overheden en instellingen op het gebied van volkshuisvesting, gezondheidszorg, onderwijs, cultuur en openbaar nut (publieke sector).
Rechtsvorm en type regeling

Rechtsvorm: naamloze structuurvennootschap

Vooral gericht op: uitvoering

Bestuurders vanuit onze gemeente Geen deelname in het bestuur. Wel zeggenschap door het bezit van aandelen.
Gemeenschappelijk belang dat wordt behartigd Zie doel.
Financiële bijdrage (ontvangst dividend)

De bank is een structuurvennootschap. De Staat is houder van de helft van de aandelen, de andere helft is in handen van gemeenten, provincies en een waterschap.
De gemeente Oudewater bezit 27.612 aandelen (= 0,0507% van het totaal aantal aandelen). Jaarlijks ontvangt de gemeente dividend naar rato van het aantal aandelen.

Begroting 2025 : € 45.000

Begroting 2026 : € 45.000

Belang van Oudewater Eventuele kortlopende en langlopende leningen aangaan en deposito’s uitzetten.
Daarnaast heeft de gemeente afgelopen jaren aandelen van de bank in haar bezit. Op deze aandelen wordt jaarlijks dividend ontvangen.
Financiële ontwikkelingen De positieve ontwikkeling van de leverage ratio was onlangs de aanleiding voor de BNG bank om de pay-out ratio te verhogen van 37,5% naar 50%. Dit is in lijn met het staande beleid van BNG Bank.
Inhoudelijke ontwikkelingen BNG Bank wil de positie van expert in financiering van publieke voorzieningen in de komende jaren verder versterken. De strategie is gericht op het inspelen op de (veranderende) behoeften van de klant door het volgen van het overheidsbeleid en het bieden van maatwerk-oplossingen voor de financiering van duurzame investeringen.
Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2024

Begin boekjaar: € 4.721.000.000
Einde boekjaar: € 4.777.000.000

Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2024

Begin boekjaar: €  110.819.000.000
Einde boekjaar: €  123.614.000.000

Financieel resultaat 2024 (saldo van baten en lasten)

Nettowinst na belastingen van € 294 miljoen (2023: € 254 miljoen).

Risico's  

 

Vitens

Terug naar navigatie - Vennootschappen en coöperaties - Vitens
Vestigingsplaats Utrecht
Openbaar belang

De kernactiviteiten zijn winning, productie en levering van (drink)water aan particulieren en bedrijven.

Vitens is een publiek bedrijf. De aandeelhouders van Vitens – gemeenten en provincies – ondersteunen de maatschappelijke doelstellingen van Vitens, met (mede)verantwoordelijkheid voor gezondheid (door veilig en betrouwbaar drinkwater) en een duurzame samenleving met zorg voor de bescherming van natuur en milieu.
Voor de aandeelhouders wil Vitens een financieel krachtig bedrijf zijn en een marktconform dividend uitkeren bij een gezonde solvabiliteit.

Doel Vitens NV is een publiek (drink)waterbedrijf, waaronder begrepen de winning, productie, transport, verkoop en distributie van water, alsmede het verrichten van alles wat met de publieke watervoorziening verband houdt of daaraan bevorderlijk kan zijn. De aandelen van de NV zijn (in)direct in handen van provinciale en gemeentelijke overheden. Hierdoor kan toezicht gehouden worden op optimale belangenbehartiging voor deze overheden.
Programma 4. Cultuur, economie en milieu (nutsbedrijven)
Deelnemende partijen De gemeente Oudewater is aandeelhouder en heeft daarmee stemrecht. De gemeente heeft 9.199 aandelen (0,159 % van het totaal aantal aandelen) in haar bezit.
Betrokken zijn diverse gemeenten en provincies.
Rechtsvorm en type regeling

Rechtsvorm: NV

Type regeling: collegeregeling

Vooral gericht op: uitvoering  (beleidsarme regeling)

Bestuurders vanuit onze gemeente Geen deelname in het bestuur. Wel zeggenschap door het bezit van aandelen.
Gemeenschappelijk belang dat wordt behartigd Zie doel.
Financiële bijdrage (ontvangst dividend)

Baten (dividenduitkering): Aantal aandelen Oudewater: 9.199

Randvoorwaardelijk bij de uitkering van dividend is de continuiteitsdoelstelling van Vitens. Voor meer informatie zie Jaarverslag Vitens.

Begroting 2025 : € 0

Begroting 2026 : € 0

Het dividend wordt gerelateerd aan het nettoresultaat. Het bedrag aan dividend dat wordt uitgekeerd bedraagt minimaal 40% en maximaal 75% van het nettoresultaat. Relevant hierbij is de benodigde toevoeging aan de reserves om de continuïteit van de onderneming te waarborgen (t.b.v. investeringen in vaste activa of het versterken van de solvabiliteit).

Belang van Oudewater

Een goede drinkwatervoorziening tegen een betaalbare prijs voor de inwoners van Oudewater. Daarnaast het belang als aandeelhouder.

Vitens streeft naar zo laag mogelijke drinkwatertarieven, onder voorwaarde dat aan de continuïteitsdoelstelling wordt voldaan. Uitgangspunt hierbij is een bedrijfsresultaat (EBIT) dat jaarlijks wordt begroot op het niveau van het vastgestelde maximaal toegestane WACC-percentage (Weighted Average Cost of Capital) minus de bepaalde afslag, die varieert tussen de 0-0,5%.

Financiële ontwikkelingen 

De afgelopen jaren heeft Vitens geen dividend uitgekeerd als gevolg van de lage WACC (=Weighted Average Cost of Capital) en het hoge investeringsniveau. Ook in 2022 is er geen dividend uitgekeerd. De solvabiliteit en het eigen vermogen laten echter een goede ontwikkeling zien. De solvabiliteit is ultimo 2022 uitgekomen op 31,0% (2021: 30,2%) en dit kan betekenen dat Vitens weer dividend aan gemeenten zal uitkeren. Bij een solvabiliteit <30% wordt in beginsel geen dividend uitgekeerd. Op basis van het meerjarenplan 2023-2027 heeft Vitens haar verbruiks- en vastrechttarieven 2023 voor de consument verhoogd. Hierbij is uitgegaan van de maximale WACC van 2,95% voor 2023.

Inhoudelijke ontwikkelingen 

Men heeft een steeds grotere uitdaging bij de leveringszekerheid van drinkwater op piekmomenten. Tijdens een hete zomer is het bijvoorbeeld lastig om altijd aan de vraag te voldoen. Daarom gaat men de komende jaren investeren in (nieuwe) productielocaties en de vervanging en aanleg van (nieuwe) leidingen,  extra reservoirs om de vraag op piekdagen in een gebied op te vangen en zetten zij ook in op het beperken van de drinkwatervraag door campagnes en advisering aan consumenten en zakelijke klanten.

Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2024

Begin boekjaar: € 649.500.000
Einde boekjaar: € 677.700.000

Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2024

Begin boekjaar: € 1.446.600.000
Einde boekjaar: € 1.559.700.000

Financieel resultaat 2024 (saldo van baten en lasten)

Bedrijfsresultaat (Ebit): € 72,9  miljoen (2023: € 61 miljoen) 

 

Risico's

Een uitdaging voor Vitens is de uitvoerbaarheid van hun investeringsprogramma. Onder meer conflicterende wetgeving en krapte in de aannemerij zorgen voor beperkingen. De regelgeving rondom stikstof zorgt niet langer voor obstakels omdat – vanwege het vitale belang – een uitzondering is gemaakt voor de drinkwaterinfrastructuur.

Stichtingen en verenigingen

Stichting Urgentieverlening West-Utrecht

Terug naar navigatie - Stichtingen en verenigingen - Stichting Urgentieverlening West-Utrecht
Vestigingsplaats Woerden
Doel Het verlenen van urgentieverklaringen voor een sociale huurwoning aan woningzoekenden uit de regio West Utrecht.
De verklaringen werden in 2024  afgegeven door de stichting op basis van de Huisvestingsverordening  gemeente Oudewater 2023. Deze is vastgesteld door de gemeenteraad. Er is geen eigen visie van de stichting voor de realisatie van de doelstellingen uit de programma's van de begroting. De stichting en de urgentiecommissie van de stichting voeren  de huisvestingsverordening uit bij mandaatbesluit van de deelnemende gemeenten via de urgentiecommissie van de stichting.
Programma 6. Ruimtelijke ontwikkeling en wonen
Deelnemende partijen De gemeenten De Ronde Venen, Lopik, Montfoort, Oudewater, Stichtse Vecht en Woerden.
Rechtsvorm en type regeling

Rechtsvorm:  stichting   

Type regeling: collegeregeling 

Bestuurders vanuit onze gemeente Lid : wethouder B.M. Schomaker
Plv. lid : wethouder W.J.P. Kok
Gemeenschappelijk belang dat wordt behartigd Zie doel.
Financiële bijdrage

Begroting 2025 : € 4.696

Begroting 2026 :  € 4.696

Belang van Oudewater Het behandelen van urgentieaanvragen (met voorrang in aanmerking komen voor een schaarse sociale huurwoning) in subregionaal verband heeft als voordeel dat aanvragen objectiever worden beoordeeld omdat er meerdere beoordelaars zijn die de aanvragen gezamenlijk beoordelen. De beoordelaars hebben bovendien kennis en ervaring en kunnen aanvragen in heden en verleden met elkaar vergelijken (voorkomen van rechtsongelijkheid). Het zelf in stand houden van een organisatie voor het aanvragen, het administreren, het vormen van dossiers, het nemen van besluiten, het maken van beschikkingen, het voorbereiden van collegevoorstellen en het voeren van verweer in bezwaarprocedures voor urgenties, vergen kennis en is kostbaar maar ook kwetsbaar als dit proces door één persoon moet worden uitgevoerd. 
Financiële ontwikkelingen Voor 2017 werd de bijdrage van de deelnemende gemeenten aan de SUWU bepaald door de begrote uitgaven te delen door het aantal inwoners. Vanaf 2018 is dat nog maar voor de helft. De andere helft wordt bepaald door het aantal aanvragen uit de gemeente. Het aantal inwoners en het aantal aanvragen is voor Oudewater voor allebei relatief klein. 
Inhoudelijke ontwikkelingen

Vanuit de betrokken gemeenten is er een urgentiecommissie die urgentieaanvragen behandelt. Het Vierde Huis (extern) bereidt de besluiten van de Stichting Urgentieverlening West Utrecht voor. De aanvrager betaalt € 150 leges aan de stichting. De gemeente betaalt € 100  aan de aanvragers als de urgentie wordt verleend. De druk op de woningmarkt en de schaarste aan sociale huurwoningen blijft groot. De urgentiecommissie van de SUWU blijft zich met maatwerk inzetten voor inwoners van Oudewater die zich zonder urgentie onmogelijk kunnen redden. Dat laat onverlet dat de commissie steeds blijft meewegen in hoeverre aan aanvrager verwijtbaar is dat hij of zij in de benarde situatie is beland en naar de eigen inzet die men pleegde om het probleem te voorkomen of op te lossen. Het blijft gaan om noodsituaties die, zeker als er minderjarige kinderen in het geding zijn, binnen zes maanden moeten worden opgelost door het bieden van een ‘dak-boven-het-hoofd’. 

Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2024

Begin boekjaar: € 45.003
Einde boekjaar: € - 2.516

Einde boekjaar is een voorlopig bedrag. De jaarrekening van de stichting was bij het opstellen van deze paragraaf nog niet vastgesteld. Het lijkt erop dat een bedrag van € 30.000 ten onrechte als uitgaven zijn geboekt (maatschappelijke urgenties).

Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2024 n.v.t.
Financieel resultaat 2024 (saldo van baten en lasten) € 47.519 (negatief)

Risico

Bij een grote toename van urgentieaanvragen zal het budget niet kostendekkend zijn en wordt de gemeentelijke bijdrage het jaar daarop hoger. Op het aantal aanvragen is lastig een peil op te trekken. Over de afgelopen 8 jaar was het aantal aanvragen voor de gehele regio 705 (gemiddeld per jaar 88). Een overzicht: 2017 (111), 2018 (147), 2019 (56), 2020 (72), 2021 (103), 2022 (61), 2023 (55) en 2024 (100).

Overige verbonden partijen

U10

Terug naar navigatie - Overige verbonden partijen - U10
Doel Doel van de samenwerking is om te komen tot een regionale aanpak van de regionale uitdagingen op het gebied van woningbouw, mobiliteit, economie, energietransitie, groen en landschap en gezond leven, waarbij de lijn van het verdicht verstedelijken rondom knooppunten is vastgelegd in de uitvoeringsagenda  die door de gemeenteraden van de U10 in 2025 is vastgesteld. In de stedelijke regio rond Utrecht speelt zich het merendeel van het economisch, maatschappelijk en fysieke verkeer af. De samenwerking richt zich niet alleen op overheden, maar wil deze ook verbinden met het bedrijfsleven en kennisinstellingen (‘triple helix’). Hiermee wil de samenwerking bereiken dat de regio Utrecht in de toekomst een aantrekkelijke vestigingsplaats voor inwoners en bedrijven blijft en er gezond kan worden geleefd in een stedelijke regio.
Programma 1. Bestuur, dienstverlening en veiligheid
Deelnemende partijen

De gemeentebesturen van Bunnik, De Bilt, Houten, IJsselstein,  Lopik, Nieuwegein, Stichtse Vecht, Utrecht, Utrechtse Heuvelrug, Vijfheerenlanden, Wijk bij Duurstede, Woerden, Zeist, Montfoort, De Ronde Venen en Oudewater zijn lid van de U10. Het betreft een flexibele netwerksamenwerking waarbij de gemeenten niet allemaal even intensief deelnemen op alle thema’s.

Rechtsvorm en type regeling

Rechtsvorm: netwerksamenwerking op grond van een bestuursconvenant (evaluatie hiervan vindt plaats in 2025)
Type regeling: collegeregeling
Vooral gericht op: uitvoering  (beleidsarme regeling) 

Bestuurders uit onze gemeente

 

De U10 kent geen dagelijks of algemeen bestuur. Het betreft een ‘lichte’ samenwerking op basis van een bestuursconvenant. Leden van het college nemen op basis van hun portefeuille deel aan de regionale bestuurstafels.


Momenteel is de bestuurlijke deelname als volgt:
Wethouder Schomaker: bestuurstafels ‘Economische positionering’ en ‘Gezonde woon- en leefomgeving’;
Wethouder Kok: bestuurstafel ‘Duurzame bereikbaarheid’
Wethouder Lont: bestuurstafels ‘Klimaatneutrale regio’ en ‘Groen en Landschap’
Burgemeester De Vries: burgemeestersoverleg
Gemeentesecretaris Van Eck: netwerkdirectie

 

Gemeenschappelijk belang dat wordt behartigd

 

De U10 is een netwerksamenwerking in ontwikkeling. Dit geldt zowel voor de manier van samenwerken (flexibel, doelverkennend, samen met andere partners) als voor de inhoud. In 2025 vindt een evaluatie van de U10 plaats. De eerste uitkomsten van deze evaluatie zijn overwegend positief. In de bestuurstafels worden steeds nieuwe actuele thema’s geagendeerd. Iedere keer wordt daarin gekeken met wie het wordt opgepakt en op welke manier.
De U10 ontwikkelt zich naar een samenwerking die op basis van een breed gedragen perspectief en programma (IRP) gemeenschappelijk de verstedelijkingsvraagstukken van de regio Utrecht aanpakt. De aanpak vindt plaats via gebiedsallianties. De strategie van de U10 is hierbij om van de regio Utrecht een ontmoetingsplaats te maken voor gezond leven in een stedelijke regio.

 

Financiële bijdrage

Jaarrekening 2024 : € 24.154

Begroting 2025 : € 24.685

Begroting 2026 : € 28.000

De financiële jaarlijkse bijdrage is een vaste deelnemersbijdrage per inwoner voor het samenwerkingsconvenant en een bedrag per inwoner voor het mobiliteitsconvenant. Dit wordt besteed aan een klein procesteam (6 fte) en een werkbudget voor bijeenkomsten, communicatie etc. Deze bijdrage wordt jaarlijks geïndexeerd op basis van een mixpercentage van 70% loonindex en 30% prijsindex. In 2025 is de indexatie 4,3%. De financiële bijdrage is structureel verhoogd met € 7.860 via de kadernota, waarin besloten is om de realisatie van het gezamenlijke perspectief (IRP - integraal ruimtelijk perspectief) vanuit Oudewater te ondersteunen. Indexatie hierop is ook 4,3%

 

Belang van Oudewater

Oudewater is onlosmakelijk onderdeel van de regio Utrecht, als het gaat om wonen, verplaatsen, werken en leven. Daarom is het in het belang van Oudewater om in regionaal verband te werken aan een gezonde, slimme en groene regio. Dat gebeurt aan de volgende bestuurstafels in het bestuurlijk netwerk U10:

  • Gezonde woon- en leefomgeving
  • Economische positionering
  • Klimaatneutrale regio
  • Duurzame bereikbaarheid
  • Groen en Landschap

Financiële ontwikkelingen 

 

Voor het boekjaar 2024 is de indexatie van 7,4% toegepast alsmede de kostentoename vanwege de participatie in het IRP. Wanneer in het voorjaar van 2026 nieuwe raden en colleges verkozen zullen zijn, stelt dit hen in staat om zich in de loop van 2026 een beeld en oordeel te vormen van de relevantie van de realisatie van het integraal ruimtelijk perspectief. Tot ten minste die tijd zijn de kosten voor het Integraal Ruimtelijk Perspectief structureel onderdeel van de begroting van Oudewater.

Inhoudelijke ontwikkelingen 

In de huidige collegeperiode tot dusver heeft de U10 uiteenlopende resultaten behaald waaronder:
•    Versnellingsafspraken woningbouw met middelen van het Rijk;
•    Afspraken regionaal bedrijventerrein Gaasperwaard;
•    Investeringen in OV, budget voor Merwedelijn;
•    Starten gebiedssamenwerking voorbeeldgebieden Groen Groeit Mee;
•    Middelen voor groenmaatregelen Utrechts Programma Landelijk Gebied;
•    IRP goed verwerkt in NOVEX Ontwikkelperspectieven en Uitvoeringsagenda's Rijk-MRU;
•    Ontwikkelstrategie Regiopoorten vastgesteld door Rijk-MRU;
•    Deel van de gezamenlijke opgave duurzame opwek (1,8TWh) gerealiseerd en regio brede ondersteuning op het gebied van opwek, warmte en netcongestie;
•    Duurzame borging regionaal energieloket en ondersteuning initiatieven van onderop.

Risico's

De netwerksamenwerking drijft op de inzet van de deelnemers en de urgentie van de onderwerpen. Als deelnemers zich niet inzetten (bijvoorbeeld omdat ze het belang er niet van inzien) is het rendement nihil. Het huidige samenwerkingsmodel heeft daarnaast als nadeel dat er een gebrek aan bestuurskracht wordt ervaren. Om dit risico te verminderen wordt in de evaluatie een aantal maatregelen voorgesteld.