Doel is om de stand van zaken van het grondbeleid van de gemeente Oudewater weer te geven en de relatie met grondexploitatie complexen.
Voortgang inspanningen
Paragraaf 7 Grondbeleid
Voortgang inspanningen
Wettelijk kader en gemeentelijk beleid
Terug naar navigatie - Wettelijk kader en gemeentelijk beleidDe gemeente Oudewater werkt middels de Nota Grondbeleid Oudewater 2024. Het grondbedrijf is een belangrijk onderdeel van de financiële structuur van de gemeente Oudewater. Eén van haar taken betreft het voorzien in uitgeefbare bouwrijpe grond voor woningen, bedrijven, kantoren en voorzieningen. Het grondbedrijf is faciliterend aan het behalen van de beleidsdoelstellingen van de gemeente. Het grondbedrijf wordt gekenmerkt door de grote in- en uitgaande stromen van financiële middelen en langjarige projecten. Omdat gronden soms pas vele jaren na verwerving in ontwikkeling worden genomen, blijven de rentelasten op het geïnvesteerde vermogen van invloed op het rendement van het grondbedrijf, tot de gronden worden verkocht. In deze paragraaf worden de ontwikkelingen binnen de grondexploitatiecomplexen kort samengevat. Vanaf nu wordt er jaarlijks een nadere uitgebreide toelichting op de complexen gegeven via het (niet openbare) Meerjarenperspectief Grondbedrijf (MPG).
De gemeente voerde overwegend facilitair grondbeleid. Dit was vooral het gevolg van het feit dat Oudewater, onder andere door haar ligging in het Groene Hart, te maken heeft met een strak om de bebouwde kom gelegen rode contour. Buiten deze rode contour was geen (woning)bouwontwikkeling toegestaan.
Op basis van de provinciale structuurvisie/verordening is het nu echter mogelijk dat – onder voorwaarden – de geheel of gedeeltelijk buiten de rode contour gelegen locaties Statenland en Kerkwetering mogen worden ontwikkeld. Gezien de grondpositie en de ambities van de gemeente behoort voor deze locaties ,op basis van de Nota Grondbeleid, actieve grondpolitiek tot de mogelijkheden. Naast de als uitbreidingslocaties te beschouwen projecten Statenland en Kerkwetering zijn er inbreidingslocaties in ontwikkeling of wordt de haalbaarheid ervan onderzocht. Voor de locaties waar de gemeente geen of beperkt grondeigendom heeft geldt dat de kosten in verband met grondexploitatie (zoals o.a. plankosten, planschade, aanleg voorzieningen) dienen te worden verhaald op de grondeigenaar/ontwikkelaar. Het beleid hiervoor is in 2018 door de gemeenteraad vastgesteld in de Nota Kostenverhaal.
Tevens zijn vanaf 2025 de volgende parameters (D/24/167155) vastgesteld:
Interne rekenrente 1,00%
Parameters grondexploitaties | 2025 | 2026 | 2027 e.v. |
Opbrengstenstijging | |||
Woningbouw betaalbaar | 2,00% | 2,00% | 2,00% |
Woningbouw vrije sector | 8,00% | 5,00% | 2,00% |
Woningbouw sociaal | 2,00% | 2,00% | 2,00% |
Commercieel (kantoren, bedrijven, winkels/horeca) | 1,00% | 1,00% | 2,00% |
Maatschappelijk | 1,00% | 1,00% | 2,00% |
Kostenstijging | |||
Civieltechnische kosten | 4,00% | 4,00% | 2,00% |
Overige kosten | 6,00% | 4,00% | 2,00% |
Verkoopprijzen
Trends en ontwikkelingen vastgoed
De vastgoedmarkt wordt gekenmerkt door aanhoudende krapte en stijgende prijzen. De verwachting is dat de woningprijzen met 6 tot 10% zullen stijgen, voornamelijk door de dalende hypotheekrente, stijgende lonen en ruimere leennormen. Hoewel de inkomens stijgen, komt de betaalbaarheid van woningen verder onder druk te staan, omdat de stijging van woonlasten de inkomensstijging teniet doet. De productie van nieuwbouwwoningen trekt langzaam aan na een dip, met een focus op betaalbare woningbouw voor starters. Hierdoor neemt de trend naar kleinere nieuwbouwwoningen met hogere vierkante meterprijzen toe. De vraag naar nieuwbouw neemt toe vanwege de krapte in bestaande woningen en de kwalitatief goede duurzaamheidsaspecten van nieuwe woningen, wat resulteert in een opwaartse prijsdruk.
In de huursector is er door de inwerkingtreding van de Wet betaalbare huur duidelijkheid gekomen voor beleggers. Op korte termijn heeft dit geleid tot uitponding, hierdoor is er minder (midden)huuraanbod.
De bouw- en infrasector kampt nog steeds met een aanhoudende personeelskrapte, hoewel deze enigszins is verzacht door teruglopende productievolumes. Vakbonden eisen loonsverhogingen van 6% tot 7% voor 2025, terwijl materiaalkosten gematigd zullen stijgen.
In het commercieel vastgoed zien we toenemende verschillen tussen top- en overige locaties. De vraag concentreert zich op de toplocaties, wat weerklinkt in de grondwaardering. De verwachting is dat de aanvangsrendementen een dalende trend zullen inzetten als gevolg van de renteverlagingen.
Gemeenten kampen met grote bouwopgaven, wat een structurele vraag naar ambtelijke capaciteit met zich meebrengt. Ook binnen gemeenten en adviesbureaus is er sprake van een krappe arbeidsmarkt. De stijging in plan- en VTU-kosten door inflatie zal naar verwachting in licht afgezwakte mate doorzetten.
Ten slotte heeft de Europese Centrale Bank (ECB) in 2024 de eerste beleidsrenteverlaging doorgevoerd, wat een doorwerking heeft op de financieringskosten. Deze ontwikkeling kan mogelijk het einde betekenen van de remmende factoren op de bouwproductie, waardoor de omstandigheden gunstiger worden voor verdere ontwikkelingen in de vastgoedmarkt. (bron: Metafoor Outlook Grondexploitaties 2024).
Uitgangspunt voor grondexploitaties
Terug naar navigatie - Uitgangspunt voor grondexploitatiesHet startpunt van een grondexploitatie, formeel 'bouwgrond in exploitatie (BIE)' genoemd, is het raadsbesluit waarin het grondexploitatiecomplex wordt vastgesteld, inclusief de grondexploitatiebegroting. Vanaf dat moment wordt de grondexploitatie geopend en kunnen reeds geactiveerde kosten onder de immateriële vaste activa (IMVA) op de voorraadpositie bij onderhanden werk (bouwgronden in exploitatie) op de balans worden bijgeschreven. Dit betekent dat als er voorbereidingskosten zijn, deze bij de opening van de grondexploitatie worden beschouwd als gemaakte kosten (boekwaarde) binnen de betreffende grondexploitatie. Om de risico's die gepaard gaan met langlopende projecten te beperken, is het uitgangspunt dat de looptijd van een grondexploitatie in beginsel maximaal 10 jaar bedraagt. Een langere looptijd is mogelijk, maar hiervoor moet een goede motivering zijn. Bij een langere looptijd zijn aanvullende beheersmaatregelen nodig.
Toelichting per exploitatiegebied
Terug naar navigatie - Toelichting per exploitatiegebiedOranje Bolwerck en Tappersheul III
Er is per 1-1-2025 nog 1 complex in bewerking (BIE: bouwgrond in exploitatie), te weten Tappersheul III. Oranje Bolwerck is per 31-12-2024 afgesloten. In het navolgende overzicht zijn de geprognosticeerde resultaten van de in exploitatie genomen complexen weergegeven over 2024.
Bedragen x € 1.000 | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
In exploitatie genomen gronden | Boekwaarde | Nog te maken kosten | Nog te verwachten opbrengsten | Verwacht exploitatie- resultaat | Voor- ziening | Verwacht expl.resultaat incl. voorz. | |||
Oranje Bolwerck | 42 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||||
Tappersheul III | 4.191 | 3.732 | 9.719 | -1.554 | -1.554 | ||||
Totaal | 4.233 | 3.732 | 9.719 | -1.554 | -1.554 | ||||
Grondexploitatie Tappersheul III
Door de gemeenteraad is besloten dat het bedrijventerrein Tappersheul met 3 hectare mag uitbreiden. De voorbereidende werkzaamheden zijn hiervoor begin 2017 gestart. Inmiddels heeft het uitgiftebeleid vorm gekregen en is grond aangekocht voor de ontwikkeling en de omzoming. Het beeldkwaliteitsplan is door de gemeenteraad in 2019 vastgesteld en het bestemmingsplan is in 2021 vastgesteld. Het financiële kader is de medio 2018 vastgestelde grondexploitatie. Deze grondexploitatie wordt jaarlijks herzien, zo ook per 1-1-2025 (boekwaarde per 31-12-2024). Er wordt uitgegaan van een exploitatieopzet met een voorlopige afsluitdatum van 31-12-2028. Met de ontwikkeling van Tappersheul III realiseert de gemeente Oudewater (netto) 3 ha bedrijventerrein. Voor Tappersheul III is in de grondexploitatie een prijs voor industriegrond van € 300 (per 1-1-2025) gehanteerd. Deze prijs is gebaseerd op de exploitatieberekening (minimale m²-prijs) en de marktwaarde. In het kader van de grex Tappersheul III is de productie van bouwrijpe grond ten behoeve van bedrijven in voorbereiding (onder andere voorbelasting) en zijn reserveringsovereenkomsten aangegaan. Gronduitgifte wordt voorzien vanaf 2026.
Op grond van de provinciale verordening geldt voor de gemeente de verplichting om bij uitbreiding ook het bestaande bedrijventerrein (Tappersheul I/II) te herstructureren. De gemeenteraad heeft uitgesproken het positieve resultaat van de uitbreiding daarvoor te willen inzetten. Dit positieve resultaat bedraagt in de grondexploitatie per 1-1-2024 ca. € 1,55 miljoen. Dat is een resultaatverslechtering van € 0,19 miljoen ten opzichte van de grondexploitatie van een jaar eerder (per 1-1-2024). De belangrijkste oorzaak is het vernieuwen van een aantal onderzoeken ten behoeve van en de vertraging veroorzaakt door de bezwaarprocedure bij de Raad van State.
Voor grondexploitaties gelden risico’s. De kosten van verwerving, milieumaatregelen, bouw- en woonrijp maken en plankosten kunnen mee- of tegenvallen, de uitkomst van aanbestedingen is niet altijd voorspelbaar en de inkomsten uit – of het moment van – grondverkoop kunnen wijzigen door conjuncturele ontwikkelingen of wijzigende behoefte bij de afnemers.
Een specifiek risico voor de grondexploitatie Tappersheul III is de beroepsprocedure bij de Raad van State. Het risico is daarbij dat aanvullend onderzoek nodig is en vertraging leidt tot meer plankosten. Daarnaast zijn mogelijk extra planologische maatregelen nodig. En tenslotte is er het risico dat de gecontracteerde afnemers (in reserveringsovereenkomsten) afhaken en uitwijken naar andere locaties.
Tegenover mogelijke tegenvallers staan potentiële meevallers en bijsturingsmogelijkheden. Te noemen in dit verband zijn de mogelijk extra oppervlakte uitgeefbaar terrein (in het bestemmingsplan zit iets meer uitgeefbaar dan wat in de grondexploitatie is meegenomen) en het niet hoeven aanspreken van het opgenomen budget voor planschade.
Grondexploitatie Oranje Bolwerck
In 2022 is door de gemeenteraad besloten een nieuwe grondexploitatie vast te stellen, om de locatie Oranje Bolwerck te kunnen herontwikkelen naar woningbouw. Het bouwplan omvat 50 woningen voor starters en middeninkomens (middeldure huurwoningen en koopwoningen). Het college heeft 10 starterswoningen rechtstreeks aangekocht van de ontwikkelaar, om deze woningen vervolgens zelf door te verkopen aan starters op de woningmarkt (middels Koopgarant).
Het bestemmingsplan is op 5 november 2020 goedgekeurd door de gemeenteraad. In 2022 is de locatie bouwrijp gemaakt en is het te bebouwen perceel geleverd aan de ontwikkelaar. De woningen zijn opgeleverd in het derde kwartaal van 2023. De aanleg van de buitenruimte is in 2024 gestart en wordt afgerond.
De exploitatieopzet voor Oranje Bolwerck ging uit van een positief sluitende exploitatie met een verwachte afsluitdatum van 31-12-2024.De grondexploitatie is daadwerkelijk afgesloten per 31-12-2024 met een negatief resultaat van - € 41.621 exclusief winstneming. Er is eerder € 175.451 aan winst genomen waardoor het eindresultaat inclusief winstneming € 133.831 positief bedraagt. Dat is een resultaatverslechtering van ca. € 107.000 ten opzichte van de grondexploitatie van een jaar eerder (per 1-1-2024). De belangrijkste oorzaak zijn de meerkosten die gemaakt zijn bij de inrichting van het terrein. Daarnaast zijn enkele onvoorziene kosten geboekt, zoals het aanbrengen van de historische gevelstenen in de nieuwbouw.
Om de grondexploitatie per 31-12-2024 te kunnen afsluiten is voor de in 2025 nog te maken kosten een boeking voor de restantkosten gedaan. Deze boeking bedraagt – inclusief onvoorzien - circa € 18.000,- en betreft begeleidings- en toezichtkosten, juridische afwikkeling en afwikkeling grondexploitatie.
Het tekort per 31-12-2024 bedraagt in totaal € 41.621,-. Er is geen verliesvoorziening afgesloten voor het project omdat er niet eerder sprake was van een negatief resultaat. Na afsluiting is dit verrekend en is de eindwaarde € 0.-.