Gemeentelijk vastgoed
Uitgangspunt voor het onderhoud aan het gemeentelijk vastgoed (gebouwen) is het meerjarenonderhoudsplan (MJOP), gebaseerd op de NEN 2767. Het MJOP is in 2021 voor de periode 2021-2030 vastgesteld en wordt eenmaal per vier jaar herijkt. Het beleidsniveau voor de uitvoering is conditiescore 3 (wat overeenkomt met cijfer van ongeveer 6,5 op een schaal van 10).
Voor de uitvoering van het meerjarenonderhoudsplan is een Voorziening Groot Onderhoud gevormd. Per jaar bedraagt de dotatie aan de Voorziening een bedrag groot € 181.839,=. De stand van de Voorziening Groot Onderhoud bedraagt per 31 december 2024 € 1.224.932,=. Volgens de begroting staan er voor het jaar 2024 onderhoudsactiviteiten gepland voor een bedrag van € 29.439,=. Werkelijk is uitgegeven € 18.965,=. Bij de uitvoering van het Jaarplan 2024 is een achterstand ontstaan. De reden hiervan is het vertrek van 2 assetbeheerders en de moeilijk in te vullen vacatures. Voor 1 vacature is een junior aangetrokken die nog opgeleid moet worden. De functie assetbeleidsadviseur is sinds juni 2024 vacant en is nog niet ingevuld kunnen worden.De ontstane onderhoudsachterstand zal in 2025 mogelijk niet ingelopen kunnen worden.
Naast de voorziening worden diverse onderhoudskosten gedekt uit de reserve onderhoud gemeentelijk vastgoed. De stand van de reserve onderhoud gemeentelijk vastgoed bedraagt per 31 december 2024 € 26.469,=. Volgens de gewijzigde begroting na de voorjaarsrapportage 2024 staan voor het jaar 2024 onderhoudsactiviteiten gepland voor een bedrag van € 62.850. Werkelijk is 38.236,= uitgegeven. Het verschil wordt verklaard door de vertraging in de uitvoering door openstaande vacatures voor de woning Hekendorpse Buurt en Arminiusplein.
Het beleid is erop gericht om gemeentelijke gebouwen die vanwege hun functie niet noodzakelijk eigendom dienen te zijn van de gemeente, indien mogelijk te verkopen. Voorbeeld hiervan zijn de panden die betrokken zijn bij de ontwikkeling rond “treintje 1” en “treintje 2”: het stadskantoor, het cultuurhuis en de Eiber. Voor het onderhoud aan deze gebouwen wordt jaarlijks een incidenteel budget geraamd.
De onderhoudsbedragen worden in de begroting geïndexeerd met de index die voor de gehele gemeentebegroting gehanteerd wordt. De bouwprijzen zijn echter harder gestegen dan de gemeentelijk index. Er moet rekening mee gehouden worden dat bij de komende actualisatie van het MJOP in 2026 de dotatie in de Voorziening sterk zal moeten stijgen om het bepaalde onderhoudsniveau te realiseren.