Voortgang inspanningen

Paragraaf 4 Financiering

Voortgang inspanningen

Wettelijk kader en gemeentelijk beleid

Terug naar navigatie - Wettelijk kader en gemeentelijk beleid

De Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido) vormt het wettelijk kader. Het doel van deze wet is het bevorderen van de kredietwaardigheid en van de transparantie van het financieringsbeleid. In de Wet Fido zijn de kaders gesteld voor een verantwoorde inrichting en uitvoering van de financieringsfunctie van de decentrale overheden. Voorbeelden hiervan zijn de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. De gemeente beschikt verder op grond van de Wet Fido over een Treasurystatuut dat op 14 maart 2024 door de raad is vastgesteld. Vanwege de samenwerking met Woerden, geldt voor beide gemeenten hetzelfde statuut.

In de Wet Hof (Houdbare overheidsfinanciën) is opgenomen dat het Rijk en de medeoverheden een gelijkwaardige inspanningsplicht hebben om de begrotingseisen te respecteren. De gelijkwaardige inspanning wordt uitgedrukt in een macronorm voor het EMU-saldo van de medeoverheden gezamenlijk.

Gemeenten, provincies, waterschappen en openbare lichamen ingesteld op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen zijn verplicht tot deelname aan schatkistbankieren, wat inhoudt dat zij hun liquide middelen moeten aanhouden bij de schatkist van het Rijk. Verplicht schatkistbankieren voor decentrale overheden is ingesteld om de overheidsschuld terug te dringen. Het rekening-courantsaldo bij de Bank Nederlandse Gemeenten wordt afgeroomd ten gunste van de rekening-courant van het Rijk.

Het beleid is erop gericht de rentelasten zo veel als mogelijk te beperken door op het juiste moment te consolideren op basis van de voorliggende treasuryprognose en de actuele renteontwikkeling.

 

Ontwikkelingen

Risicobeheer

Onder risico’s wordt begrepen: rente-, krediet-, liquiditeits- en valutarisico’s. Deze spelen in Oudewater als volgt een rol:

  • De te beheersen renterisico’s op grond van de Wet Fido uiten zich concreet in de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. Beide instrumenten beogen de renterisico’s te begrenzen die verbonden zijn aan de korte en lange schuld. Deze worden in de volgende paragrafen nader toegelicht.
  • Valutarisico’s spelen geen rol. Transacties in vreemde valuta doen zich niet voor en de gemeente neemt alleen deel in het aandelenvermogen van twee (semi)overheidsgerichte instellingen, namelijk Bank Nederlandse Gemeenten en Vitens. Dit aandelenbezit is echter niet gebaseerd op winstoogmerk c.q. speculatieve doeleinden. Het risico van deze aandelen vinden wij verwaarloosbaar. De aandelen worden gewaardeerd tegen de historische kostprijs.
  • De kredietrisico’s zijn zeer gering. De risico’s die voortvloeien uit een mogelijke waardedaling van de vorderingspositie ten gevolge van het (niet) tijdig kunnen nakomen van de verplichtingen door de tegenpartij (kredietrisico) worden in het Treasurystatuut geregeld conform de eisen die de Wet Fido stelt.

1. Kasgeldlimiet

Terug naar navigatie - 1. Kasgeldlimiet

De kasgeldlimiet is het maximumbedrag waarvoor kortlopende middelen mogen worden aangetrokken op de geldmarkt. Dit maximum bedraagt 8,5% van het begrotingstotaal (lasten) met een minimum van € 300.000. De kasgeldlimiet voor 2024 was € 2,6 miljoen. 

In onderstaande tabel is informatie opgenomen over de verwachte kasgeldlimiet. Bij het structureel overschrijden van de kasgeldlimiet dienen maatregelen genomen te worden zoals het aantrekken van langlopende geldleningen en/of het beperken van het aangaan van de korte schuld.

Grondslag Jaarrekening Begroting Begroting Begroting Begroting
2024 2025 2026 2027 2028
Begrotingsomvang (excl. mutaties reserves) 30.299 31.886 31.928 31.656 31.827
Toegestane kasgeldlimiet
- in procenten 8,5 8,5 8,5 8,5 8,5
- in bedrag 2.575 2.710 2.714 2.691 2.705
(bedragen x € 1.000)

2. Renterisiconorm

Terug naar navigatie - 2. Renterisiconorm

Het renterisico op de vaste schuld is de mate waarin het saldo van de rentelasten verandert door wijzigingen in het rentepercentage op leningen en uitzettingen met een oorspronkelijke rentetypische looptijd van een jaar of langer. Om dit risico te beperken, schrijft de wet voor dat herfinanciering jaarlijks maximaal 20% van het begrotingstotaal mag bedragen. Het doel van deze norm is om overmatige afhankelijkheid van het renteniveau in één jaar te voorkomen. Indien wordt afgeweken van de renterisiconorm kan ontheffing worden verleend. Als bij afwijkingen de toezichthouder wordt geïnformeerd en ontheffing wordt verkregen, handelt de gemeente rechtmatig. Afwijking van de renterisiconorm is niet aan de orde voor de gemeente Oudewater.

Onderstaande tabel heeft, conform de Uitvoeringsregeling Financiering decentrale overheden alleen betrekking op de komende vier jaren. Over het afgelopen begrotingsjaar hoeft geen verantwoording afgelegd te worden.

Grondslag Begroting Begroting Begroting Begroting
2025 2026 2027 2028
Begrotingsomvang (excl. mutaties reserves) 31.886 31.928 31.656 31.827
Toegestane renterisiconorm
- In procenten 20% 20% 20% 20%
- In bedrag, maximum 6.377 6.386 6.331 6.365
- In bedrag, minimum (wettelijk bepaald) 2.500 2.500 2.500 2.500
Renterisico
- Renteherziening 0 0 0 0
- Aflossing 1.147 1.147 1.147 1.147
Renterisiconorm
Toets renterisiconorm
- Toegestane renterisiconorm 6.377 6.386 6.331 6.365
- Begroot renterisico 1.147 1.147 1.147 1.147
Onderschrijding renterisiconorm € 5.230 € 5.239 € 5.184 € 5.218
Overschrijding renterisiconorm € 0 € 0 € 0 € 0
(bedragen x € 1.000)

3. Renteresultaat op treasury

Terug naar navigatie - 3. Renteresultaat op treasury

Het BBV geeft als aanbeveling om in de financieringsparagraaf het renteresultaat op treasury op te nemen. Met onderstaand overzicht wordt gehoor gegeven aan deze aanbeveling.

bedragen x € 1.000
Werkelijk 2024
a1. externe rentelasten lange financiering 362
a2. externe rentelasten korte financiering 60
b. rentebaten -58
totaal a+b 364
c1. rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend -41
c2. rente projectfinanciering door te berekenen taakvelden 0
totaal c -41
Saldo door te berekenen externe rente (a+b+c) 323
d1. rente over reserves/voorzieningen 0
d2. rente voorzieningen tegen contante waarde 0
totaal d 0
e. aan taakvelden door te berekenen externe rente (a+b+c+d) 323
f. werkelijk aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag) -326
Renteresultaat op treasury (e-f) 649

4. Financieringsbehoefte en leningenportefeuille

Terug naar navigatie - 4. Financieringsbehoefte en leningenportefeuille

Voor de bepaling van de financieringspositie zijn de financieringsbehoefte (geïnvesteerd vermogen in de huidige en nieuwe vaste activa) en de financieringsmiddelen (opgenomen langlopende leningen, reserves en voorzieningen) van belang. Het verloop van de financieringspositie over de jaren 2024 tot en met 2028 is opgenomen in onderstaande tabel.

Financieringspositie per 31-12 Jaarrekening Begroting Begroting Begroting Begroting
(bedragen x € 1.000) 2024 2025 2026 2027 2028
Financieringsbehoefte
Investeringen 39.869 56.205 62.336 60.948 59.544
Financiële vaste activa 471 422 422 422 422
Grondexploitaties 4.093 4.093 4.093 4.093
Totaal financieringsbehoefte (1) 40.340 60.720 66.851 65.463 64.059
Financieringsmiddelen
Reserves 12.256 10.164 10.411 10.476 10.480
Voorzieningen 7.884 7.667 8.020 8.433 8.683
Opgenomen langlopende leningen 28.813 41.803 47.334 45.468 43.811
Totaal financieringsmiddelen (2) 48.953 59.634 65.765 64.377 62.973
Financieringssaldo (2-1) 8.613 -1.086 -1.086 -1.086 -1.086

De financieringsbehoefte van de gemeente wordt bepaald aan de hand van de liquiditeitsprognose. Op basis van de verwachte baten en lasten (kasstromen) wordt een schatting gemaakt van het verwachte liquiditeitsverloop. Voor een goede liquiditeitsplanning is vooral inzicht nodig in de financiële planning van grote projecten en investeringen.  In onderstaande tabel is de verwachte ontwikkeling van de portefeuille aan langlopende leningen weergegeven.

Overzicht langlopende leningen Jaarrekening Begroting Begroting Begroting Begroting
(bedragen x € 1.000) 2024 2025 2026 2027 2028
Beginstand per 1 januari 19.627 26.700 41.984 47.515 45.649
Nieuwe geldleningen 10.000 16.431 6.678
Aflossingen 814 1.147 1.147 1.866 1.657
Eindstand per 31 december 28.813 41.984 47.515 45.649 43.992

Het verloop van het saldo van de langlopende geldleningen en de hieraan gekoppelde gemiddelde rentepercentages zijn in onderstaande tabel opgenomen:

Datum saldo langlopende leningen (x € 1.000) gemiddelde rente omslag-perc.
1-1-2022 12.920 1,14% 1,00%
1-1-2023 21.440 1,37% 1,50%
1-1-2024 19.627 1,42% 1,50%
1-1-2025 23.813 1,74% 1,50%

De afgesloten leningen van de laatste tien jaar zijn in onderstaande tabel opgenomen:

jaar bedrag (€ x 1.000) rente
2019 4.000 -0,25%
2021 7.000 0,207%
2022 10.000 2,026%
2023 0 0,00%
2024 5.000 3,132%

5. Uitgangspunten

Terug naar navigatie - 5. Uitgangspunten

In de meerjarenbegroting 2025-2028 is rekening gehouden met de volgende rentepercentages in de staat van activa.

- Renteomslagpercentage 1,00 %
- Rente nieuwe investeringen 3,50 %
- Rente grondbedrijf  1,00%

De netto-rentelasten die de gemeente verschuldigd is voor de aangetrokken geldleningen worden via het renteomslagpercentage verdeeld over de programma's. De toerekening vindt plaats op basis van de boekwaarde van de Materiële Vaste Activa. De rente wordt berekend vanaf 1 januari van het boekjaar volgend op de betreffende investering. 

6. Verwachting

Terug naar navigatie - 6. Verwachting

Prognoses over de rente hebben doorgaans een min of meer ‘’glazenbol’’ niveau. Dit gegeven wordt nog versterkt door de vele onzekerheden in de geopolitiek. De rente op de geld- en kapitaalmarkt is het afgelopen jaar iets gedaald, na twee jaar stijging en weer daarvoor een relatief lange periode van historisch lage rente. De komende jaren verwachten wij dat de rente stabiel blijft op het huidige niveau.